2.3

1 / 25
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?
  • Leerdoelen
  • Uitleg lenen H2.3
  • Oefenopdracht
  • Zelfstandig werken
  • Leerdoelencheck  

Slide 2 - Slide

In deze paragraaf leer je
  • Welke redenen je kunt hebben om geld te lenen;
  • Hoe een bank geld uitleent;
  • Op welke manier je de kosten van een lening berekent;
  • Hoe je een percentage berekent. 

Slide 3 - Slide

Hebben jullie weleens iets geleend?
Moest je er nog iets voor krijgen? Wat gebeurde er dan?

Slide 4 - Slide

Rente

Rente = vergoeding % van bedrag

Als je geld op je spaarrekening hebt staan, krijg je rente.

Als je geld van een bank leent, betaal je rente.


Slide 5 - Slide

Lenen
= geld van de bank gebruiken, dit moet je later met een vast maandtermijn terugbetalen met rente

Slide 6 - Slide

Lenen bij de bank
Stel iemand leent €15.000 van de bank. Hij moet 5% rente betalen over het geleende bedrag. Dat is €750.

De bank wilt per maand een deel van die lening terug hebben. Dit noem je het maandtermijn.

Uiteindelijk moet deze persoon €15.000 + €750 terugbetalen. Die €15.000 is de aflossing en die €750 is de rente.

Slide 7 - Slide

Waarom zou je lenen
Je wilt iets duurs hebben, maar nog niet genoeg geld.
Je hebt onverwacht dringend geld nodig, bijv. reparatie

Slide 8 - Slide

Van bedrag naar %
We hebben het gehad over hoe je een korting uitrekent in €. Maar nu hoe je de korting in % uitrekent.

Daar gebruiken wij de formule voor:
  • deel ÷ geheel x 100

Slide 9 - Slide

deel ÷ geheel x 100
deel = kleine getal 
geheel = het totaal

Een broek kost €65 euro. Je krijgt €15 korting. Hoeveel procent korting krijg je?

Wat is het totaal? Wat is het kleine getal?

Slide 10 - Slide

deel ÷ geheel x 100
Deel het kleine getal door het totaal.

  • 250 van 500

  • 15 van 300

  • 34,45 van 60

Slide 11 - Slide

Nu mogen jullie
Wat? Opdracht 1 t/m 17 van 2.3 (blz. 54)
Hoe? Je mag zachtjes overleggen, niet roepen
Wanneer? Woensdag gaan we hiermee verder
Klaar? Laat het mij zien.

Morgen gaan we nog verder met de opdrachten.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?
  • Korte herhaling vorige les
  • Oefenopdracht (5min)
  • Zelfstandig werken (20min)
  • Spel
  • Filmpje

Slide 14 - Slide

deel ÷ geheel x 100
deel = kleine getal 
geheel = het totaal

Een broek kost €65 euro. Je krijgt €15 korting. Hoeveel procent korting krijg je?

Wat is het totaal? Wat is het kleine getal?
timer
5:00

Slide 15 - Slide

Nu mogen jullie
Wat? Opdracht 1 t/m 17 van 2.3 (blz. 54)
Hoe? Je mag overleggen, denk wel aan je werkhouding
Wanneer? huiswerk 16 oktober 
Klaar? Laat het mij zien. Dan mag je iets voor jezelf doen


timer
20:00

Slide 16 - Slide

Wat wil je later worden?

Slide 17 - Open question

Ik haat school(ik vind het niet leuk)
A
Eens
B
Oneens

Slide 18 - Quiz

Dit weet niemand over mij, grappig of leuk feitje over jezelf

Slide 19 - Open question

Wat zou je doen als je geen school hoefde te volgen, maar wel iets moest leren?

Slide 20 - Open question

Wat is mijn hobby?

Slide 21 - Open question

Als je school zou moeten beschrijven met een meme, welke meme zou dat dan zijn?

Slide 22 - Open question

Als je een eigen bedrijf mocht starten, wat zou je dan doen?

Slide 23 - Open question

Dit wil ik nog delen

Slide 24 - Open question

Slide 25 - Video