What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
LessonUp Les 63
Nederlands
LessonUp Les 63
Bijvoeglijk naamwoord -e of -en?
Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
1 / 50
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
This lesson contains
50 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Nederlands
LessonUp Les 63
Bijvoeglijk naamwoord -e of -en?
Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
Slide 1 - Slide
Leerdoel 1
Bijvoeglijk naamwoord -e of -en?
Slide 2 - Slide
Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
Een bijvoeglijk naamwoord krijgt een 'e' achter de stam:
de hard
e
wind
Maar als het iets zegt over waar het van gemaakt is, dan schrijf je een 'en' achter de stam:
de hout
en
tafel
Slide 3 - Slide
1. Als het warm is, draag ik meestal een ... T-shirt.
A
katoene
B
katoenen
Slide 4 - Quiz
2. Dat ... armbandje staat jou goed.
A
zilvere
B
zilveren
Slide 5 - Quiz
3. Mijn oma heeft nog een grote ... vaas staan.
A
antieke
B
antieken
Slide 6 - Quiz
4. Wij kiezen dit jaar voor een ... vakantie.
A
goedkope
B
goedkopen
Slide 7 - Quiz
5. Je kunt niet altijd voor de ... oplossing kiezen
A
beste
B
besten
Slide 8 - Quiz
6. Wij hebben onze ... buren uitgenodigd voor dat feest.
A
aardige
B
aardigen
Slide 9 - Quiz
7. In de winter draag ik meestal een ... sjaal.
A
wolle
B
wollen
Slide 10 - Quiz
8. Die ... stropdas staat je goed.
A
zijde
B
zijden
Slide 11 - Quiz
9. Zo'n ... deur is best gevaarlijk.
A
glaze
B
glazen
Slide 12 - Quiz
10. Een grote ... doos kan ik daarvoor goed gebruiken.
A
kartonne
B
kartonnen
Slide 13 - Quiz
11. Dat oude ... kastje is volgens mij veel geld waard.
A
houte
B
houten
Slide 14 - Quiz
12. Wij hebben ook nog een paar ... schilderijen.
A
oude
B
ouden
Slide 15 - Quiz
13. Dat ... hek roest niet.
A
stale
B
stalen
Slide 16 - Quiz
14. Het ... hek past goed bij de kleuren van de tuin.
A
groene
B
groenen
Slide 17 - Quiz
15. Wil je het ... buisje vervangen?
A
aluminiume
B
aluminiummen
C
aluminium
Slide 18 - Quiz
16. Ik heb een paar ... collega's.
A
leuke
B
leuken
Slide 19 - Quiz
17. Je moet dat ... beeld een keer poetsen.
A
bronze
B
bronzen
Slide 20 - Quiz
18. Ik draag niet graag een ... T-shirt.
A
nylonne
B
nylonnen
C
nylon
Slide 21 - Quiz
19. Die ... ramen zien er zo verwaarloosd uit.
A
vuile
B
vuilen
Slide 22 - Quiz
20. Dat ... tafeltje past daar precies.
A
vierkante
B
vierkanten
Slide 23 - Quiz
Wanneer gebruik je -en bij het bijvoeglijk naamwoord?
Slide 24 - Open question
Leerdoel 2
Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
Slide 25 - Slide
Voltooid deelwoord als BN
Als je een voltooid deelwoord gebruikt als bijvoeglijk naamwoord, dan schrijf je het woord
zo kort mogelijk
:
de
verbrande
kerstboom
Verwar dit niet met de PV in de verleden tijd!
Ik
verbrandde
de kerstboom.
Slide 26 - Slide
1. Die ... spaken moesten toch worden vervangen.
A
verroeste
B
verroestte
Slide 27 - Quiz
2. Waarmee ... hij zijn fiets vroeger?
A
verlichte
B
verlichtte
Slide 28 - Quiz
3. De ... winkeldief werd toch nog gepakt.
A
gevluchte
B
gevluchtte
Slide 29 - Quiz
4. De ... muur ziet er veel beter uit.
A
gewitte
B
gewitten
Slide 30 - Quiz
5. De meubelmaker ... de bank opnieuw.
A
beklede
B
bekleedde
Slide 31 - Quiz
6. De ... bank zag er als nieuw uit.
A
beklede
B
bekleedde
Slide 32 - Quiz
7. Waarom ... hij die bomen naar een andere hoek van zijn tuin?
A
verplante
B
verplantte
Slide 33 - Quiz
8. De ... bomen hielden daar te veel zon tegen.
A
verplante
B
verplantte
Slide 34 - Quiz
9. De sollicitant ... die nieuwe baan.
A
aanvaarde
B
aanvaardde
Slide 35 - Quiz
10. De ... baan bleek hem later heel goed te bevallen.
A
aanvaarde
B
aanvaardde
Slide 36 - Quiz
11. De manager ... zich op de ontstane situatie.
A
berade
B
beraadde
Slide 37 - Quiz
12. De te zwaar ... auto werd aangehouden.
A
belaste
B
belastte
Slide 38 - Quiz
13. De aannemer ... het bospad opnieuw.
A
verharde
B
verhardde
Slide 39 - Quiz
14. Het ... bospad was goed begaanbaar.
A
verharde
B
verhardde
Slide 40 - Quiz
15. Mijn baas ... alle door mij gemaakte onkosten.
A
vergoede
B
vergoedde
Slide 41 - Quiz
Als je een voltooid deelwoord gebruikt als bijvoeglijk naamwoord, dan schrijf je hem ... (vul aan)
Slide 42 - Open question
Leerdoel 3
Bijvoeglijk naamwoord -> bij 'een' geen 'e' achter de stam:
het
hoge
huis - een
hoog
huis
het scherpe mes - een scherp mes
het mooie meisje - een mooi meisje
Slide 43 - Slide
Bijvoeglijk naamwoord zonder 'e'
Bijvoeglijk naamwoord -> bij '
een
' geen 'e' achter de stam:
het
hoge
huis - een
hoog
huis
het
scherpe
mes - een
scherp
mes
het
mooie
meisje - een
mooi
meisje
Slide 44 - Slide
1. Dit is een ... plaatje.
A
mooi
B
mooie
Slide 45 - Quiz
2. Dit is een ... foto.
A
mooi
B
mooie
Slide 46 - Quiz
3. foto heeft als lidwoord ...
A
de
B
het
Slide 47 - Quiz
4. Ik kies dit keer voor een ... boek
A
dik
B
dikke
Slide 48 - Quiz
Wij hebben een ... schoorsteen.
A
verstopt
B
verstopte
Slide 49 - Quiz
Klaar!
Slide 50 - Slide
More lessons like this
Spelling, blok 2 les 4
October 2023
- Lesson with
24 slides
Spelling
Basisschool
Groep 8
Werkwoordspelling
November 2024
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Les 8 Klucht, feedback e-mail en werkwoordspelling
28 days ago
- Lesson with
12 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
5.8 Spelling | deel 2
November 2024
- Lesson with
13 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo lwoo, b, k
Leerjaar 1
Spelling Blok 5 BBL/ KBL
March 2021
- Lesson with
19 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
Par. 5.8 + herhaling basis en kader
June 2024
- Lesson with
32 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 1
Samenvatting en opdrachten
29 days ago
- Lesson with
26 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 1
5.8 Spelling
May 2024
- Lesson with
29 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1