herhaling H1-H6, start H7

• NT2
• MBO
• Studiejaar 1

Elvira Knapen

Even voorstellen:

NT2 0-A1 profiel hoog -  Contact! 1

maandagavondgroep:

Diana

Alisa

Gosia

Dima

Kleio

Emi

Mustafa

Irina

Hakan

Tanya

Danilo

donderdagavondgroep:

Nathalia               Yaren

Abishek                Andrea

Cyrus                    Miguel

Erdinc                  Adem

Melike                  Gizem

Diana                   Arzu

Gulbeyaz             Mehmet

Dzhanan             Anastasia

- even voorstellen

- liedje "wie ben jij?"

- herhaling hoofdstuk 1-6 met vragenkaartjes

- uitleg hoofdstuk 7 en aan de slag met de oefeningen

Liedje "Wie ben jij?"

https://www.nt2.nl/audio/anders_nog_iets/audiobestanden/1_audiotrack.mp3

- Vul de gaatjes in de liedtekst in

- Daarna luisteren we naar het liedje.

Herhaling lesstof hoofdstuk 1-6

- je werkt in 2- of 3-tallen

- jullie krijgen per 2/3 tal een stapeltje kaartjes met vragen

- persoon A pakt een kaartje van de stapel en stelt de vraag die erop staat aan persoon B

- persoon B beantwoordt de vraag

- daarna pakt persoon B een kaartje van de stapel en stelt de vraag

Hoofdstuk 7      Aan de ontbijttafel

We bekijken samen blz. 65 van het tekstboek en luisteren naar de dialoog "buffet".

Je leest daarna in 2-tallen de dialoog hardop.

Hoofdstuk 7      Aan de ontbijttafel

Maak individueel of in 2-tallen de volgende oefeningen uit het tekstboek:

2b, 3a/b, 4a/b/c/d

Ik hou(d) van .....

Ik lust graag/geen ... (lusten kun je alleen voor eten/drinken gebruiken)

Ik vind ... lekker/ heerlijk/ vies

Mondeling oefenen  (opdracht 5)

Wat vind jij wel/ niet lekker? (popcorn methode)

Om de beurt een adjectief (lekker, leuk, mooi) noemen. Hoe ver komen we?

Adjectief, comperatief en superlatief (opdr. 6)

hoofdregel

warm  -  warmer  - warmst(e)

regelmatige vormen op -r

lekker  -  lekkerder  - lekkerst(e)

zwaar  -   zwaarder  - zwaarst(e)

onregelmatige vormen

graag  -   liever    - liefst(e)

veel     -   meer     - meest(e)

weinig -  minder - minst(e)

goed    - beter     - best(e)

	de	het
dichtbij	deze	dit
ver weg	die	dat

Ezelsbrug:                         Ezelsbrug:

alles eindigt op -e           alles eindigt op -t

Opdracht 7, 8 en 9

Hoe vond je de les?

Wat heb je geleerd?