23: bekijk de foto’s en kies het juiste woord. Wat koop je in deze winkels?
24a: lees de titel en de introductie van de tekst Faire les magasins. Antwoord in ’t Nederlands.
24b: lees de tekst Faire les magasins en lees de uitleg bovenaan de opdracht
24c: lees de uitleg
24d: vul het schema aan. De onderstreepte woorden staan in de tekst
25a: luister, lees de cijfers en herhaal
25b: luister en kies ’t juiste cijfer
25c: bekijk ’t voorbeeld en noteer de cijfers
25d: luister en vul de prijs v/d producten in
26a: zoek in de tekst de vragen die horen bij de antwoorden in de opdracht
26d: combineer de woorden
26e: vink de juiste beweringen aan
Klaar? Ga dan de woordjes van E leren met SlimStampen/van papier of Frans oefenen met Duolingo