Bij een woord dat eindigt op -ee of -ie, gebruik je
een trema. Bijvoorbeeld:
zee → zeeën
melodie → melodieën
Als de klemtoon niet op de -ie valt, komt er alleen een -n, dus geen -en.
Denk wel om de trema! Bijvoorbeeld:
bacterie → bacteriën.
olie → oliën
porie → poriën