argumenteren quiz

Hij is geschikt voor deze baan als operateur, want hij heeft al 5 jaar werkervaring. Hij werkte hiervoor immers in dezelfde functie bij een Cinema Opera.
A
enkelvoudige argumentatie
B
nevenschikkende argumentatie
C
onderschikkende argumentatie
D
meervoudige argumentatie
1 / 14
next
Slide 1: Quiz

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

Hij is geschikt voor deze baan als operateur, want hij heeft al 5 jaar werkervaring. Hij werkte hiervoor immers in dezelfde functie bij een Cinema Opera.
A
enkelvoudige argumentatie
B
nevenschikkende argumentatie
C
onderschikkende argumentatie
D
meervoudige argumentatie

Slide 1 - Quiz

Politici zijn niet te vertrouwen: ze hebben allemaal hun eigen belangen vooropstaan. Ik ga dan ook niet meer stemmen bij de volgende verkiezingen. Bovendien ben ik dan op wereldreis.
A
Onderschikkende argumentatie
B
Nevenschikkende argumentatie
C
Enkelvoudige argumentatie
D
Meervoudige onderschikkende argumentatie

Slide 2 - Quiz

Argument 1
Standpunt
Argument 2
Argument 3
Ontgroend worden is een bijzonder vernederende ervaring.
Je wordt voor van alles en nog wat uitgemaakt
Je moet de meest onsmakelijke dingen doen.
Daarom kun je maar beter geen lid worden van een studentenvereniging die aan ontgroenen doet.

Slide 3 - Drag question

Feitelijke argumenten
Waarderende argumenten
Feit
Onderzoek/ Wetenschap
Normen/ Waarden
Vermoedens
Geloof / overtuiging
Gezag / autoriteit
Nut

Slide 4 - Drag question

dus lijkt het mij verstandig om scooters te verbieden.
Je loopt met een scooter een grotere kans op een ernstig ongeluk dan op een fiets
standpunt
feitelijk argument
waarderend argument

Slide 5 - Drag question

Volgens zijn arts heeft hij bloedarmoede. Hij had namelijk allerlei symptomen die er op wijzen: last van vermoeidheid, duizeligheid en hoofdpijn..
Welk argumentatieschema wordt hier gebruikt?
A
argumentatie op basis van voorbeelden
B
argumentatie op basis van oorzaak en gevolg
C
argumentatie op basis van een kenmerk
D
argumentatie op basis van voor- en nadelen

Slide 6 - Quiz

Soort argument
Ik ga niet naar een restaurant als ik daarvoor een negatieve coronatest moet laten zien. Het moet niet gekker worden!
Als je een uurtje uittrekt voor die fietsrit naar Leeuwarden, ben je sowieso op tijd. Zo doe ik dat ook altijd.
Gistermiddag was de zoveelste 4Mijl van Groningen. Het was die dag 20 graden.
Ik ga niet naar die nieuwe film van James Bond. Ik verwacht weinig nieuws te zien. Wat kunnen ze na al die films nu nog bedenken!?
Feiten
Onderzoek
Ervaring
Gevoel of emotie
Geloof
Normen en waarden
Vermoedens

Slide 7 - Drag question

Is 'Je kunt toch ook een tussenjaar nemen' een weerlegging of tegenargument bij de uitspraak. 'Ik wil niet slagen, want dan moet ik een vervolgopleiding gaan doen'?
A
Weerlegging
B
Tegenargument

Slide 8 - Quiz

Bas: "Volgens mij kan je beter blijven zitten, want dan slaag je over 2 jaar met hogere cijfers."
Jij: "Maar dat kost me dan wel een heel jaar!"
A
Ik geef een tegenargument
B
Ik doe een weerlegging

Slide 9 - Quiz

Is de reactie een tegenargument of een weerlegging?

''De tabaksindustrie moet strafrechtelijk vervolgd worden. Roken is een smerige gewoonte.''
Reactie: ''De mensen die roken vinden het over het algemeen juist lekker.''
A
Tegenargument
B
Weerlegging

Slide 10 - Quiz

Is de reactie een tegenargument of een weerlegging?

''Snorfietsen moeten van het fietspad af: ze rijden veel te hard!''
Reactie: ''Tussen de auto’s veroorzaken ze veel grotere problemen.''
A
Tegenargument
B
Weerlegging

Slide 11 - Quiz

Iedereen weet toch dat Rutte weer premier wordt na de volgende verkiezingen.

Hier vind je 2 drogredenen
A
bespelen van het publiek
B
overhaaste generalisatie
C
onjuiste oorzaak-gevolg-relatie/causaliteit
D
ontduiken bewijslast

Slide 12 - Quiz

Drogredenen
Tegenwoordig heeft elke leerling een smartphone. Vind je het gek dat ze niet opletten in de les?
A
bespelen van publiek
B
Verkeerde vergelijking
C
Oorzaak-gevolg
D
Ontduiken bewijslast

Slide 13 - Quiz

Drogredenen:
Belgen zijn slimmer dan Nederlanders. De winnaar van het Groot Dictee is immers meestal een Belg.
A
Overhaaste generalisatie
B
Oorzaak-gevolg
C
Verkeerde vergelijking
D
Cirkelredenering

Slide 14 - Quiz