Verschillende werkwoordsvormen basis 3

1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Startklaar 
       
       Pak je Chromebook/ laptop, map /boek/ pen/           leesboek.
       Start je Chromebook/ laptop op.
       Log in op www.lessonup.app 
       Je telefoon is in je zakkie en in je tas!

      

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan wij doen vandaag?
  • Kern: les 13 herhalen, LessonUp.
    Hoe schrijf je verschillende werkwoordsvormen.
  • Opdrachten op papier.
  • Quizlet of werken aan je fictieopdracht.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

 2 verschillen op tussen informele en formele taal.
timer
1:30

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Schrijf 2 verschillen op tussen formele en informele taal.

Slide 5 - Open question

This item has no instructions

Verschillen informele - formele taal

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Voorbeelden

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
Les 13
In deze les:
  • leer je hoe je de persoonsvorm in de tegenwoordige en de verleden tijd schrijft.
  • leer je hoe je het voltooid deelwoord schrijft.

Aan het einde van de les:
  • kun je de pv van een gegeven ww. in de tegenwoordige en de verleden tijd opschrijven. 
  • kun je de juiste pv of het juiste voltooid deelwoord invullen.


Slide 8 - Slide

Leerdoelgericht werken: 
Voor iedere leerling is duidelijk waar er aan gewerkt gaat worden. Docenten geven vanuit deze leerdoelen vorm aan
de inhoud van hun lessen. Om dit voor leerlingen behapbaar te houden wordt alleen het hoognodige aangeboden. Iedere les worden de beoogde leerdoelen kenbaar gemaakt en
worden onderwijsactiviteiten ingezet die moeten leiden tot het beoogde leerdoel. Hierbij wordt gericht ingezet op succeservaringen. Leerdoelen worden vanuit hoge positieve verwachtingen van alle leerlingen geformuleerd en zetten in op succeservaringen. 
Les 13 Hoe schrijf je de verschillende werkwoordsvormen?
Werkwoordspelling

  • PV tegenwoordige tijd (tt)
  • PV verleden tijd (vt)
  • Voltooid deelwoord

Slide 9 - Slide

Leerdoelgericht werken: 
Voor iedere leerling is duidelijk waar er aan gewerkt gaat worden. Docenten geven vanuit deze leerdoelen vorm aan
de inhoud van hun lessen. Om dit voor leerlingen behapbaar te houden wordt alleen het hoognodige aangeboden. Iedere les worden de beoogde leerdoelen kenbaar gemaakt en
worden onderwijsactiviteiten ingezet die moeten leiden tot het beoogde leerdoel. Hierbij wordt gericht ingezet op succeservaringen. Leerdoelen worden vanuit hoge positieve verwachtingen van alle leerlingen geformuleerd en zetten in op succeservaringen. 
Les 13 Hoe schrijf je de verschillende werkwoordsvormen?
Zinnen in de tegenwoordige tijd (tt) beschrijven iets wat nu
of in de toekomst gebeurt

Bijvoorbeeld:
Vandaag komt Sara niet naar school.
Morgen ga ik wel naar school.

Slide 10 - Slide

Leerdoelgericht werken: 
Voor iedere leerling is duidelijk waar er aan gewerkt gaat worden. Docenten geven vanuit deze leerdoelen vorm aan
de inhoud van hun lessen. Om dit voor leerlingen behapbaar te houden wordt alleen het hoognodige aangeboden. Iedere les worden de beoogde leerdoelen kenbaar gemaakt en
worden onderwijsactiviteiten ingezet die moeten leiden tot het beoogde leerdoel. Hierbij wordt gericht ingezet op succeservaringen. Leerdoelen worden vanuit hoge positieve verwachtingen van alle leerlingen geformuleerd en zetten in op succeservaringen. 
Les 13 Hoe schrijf je de verschillende werkwoordsvormen?
Persoonsvorm tegenwoordige tijd.

Bij ik schrijf je de ik-vorm.
Bij jij, u, hij, zij schrijf je de ik-vorm + t.
Bij wij, jullie, zij schrijf je het hele ww.

Slide 11 - Slide

Leerdoelgericht werken: 
Voor iedere leerling is duidelijk waar er aan gewerkt gaat worden. Docenten geven vanuit deze leerdoelen vorm aan
de inhoud van hun lessen. Om dit voor leerlingen behapbaar te houden wordt alleen het hoognodige aangeboden. Iedere les worden de beoogde leerdoelen kenbaar gemaakt en
worden onderwijsactiviteiten ingezet die moeten leiden tot het beoogde leerdoel. Hierbij wordt gericht ingezet op succeservaringen. Leerdoelen worden vanuit hoge positieve verwachtingen van alle leerlingen geformuleerd en zetten in op succeservaringen. 
Les 13 Hoe schrijf je de verschillende werkwoordsvormen?

Lopen   
ik loop          ik-vorm
jij, je, u, hij, zij, het loopt          ik-vorm + t 
wij, jullie, zij lopen          hele werkwoord

Slide 12 - Slide

Leerdoelgericht werken: 
Voor iedere leerling is duidelijk waar er aan gewerkt gaat worden. Docenten geven vanuit deze leerdoelen vorm aan
de inhoud van hun lessen. Om dit voor leerlingen behapbaar te houden wordt alleen het hoognodige aangeboden. Iedere les worden de beoogde leerdoelen kenbaar gemaakt en
worden onderwijsactiviteiten ingezet die moeten leiden tot het beoogde leerdoel. Hierbij wordt gericht ingezet op succeservaringen. Leerdoelen worden vanuit hoge positieve verwachtingen van alle leerlingen geformuleerd en zetten in op succeservaringen. 
Les 13 Hoe schrijf je de verschillende werkwoordsvormen?
Stappenplan tt
1.Zoek de stam van het ww.
2.Wat is het onderwerp (O)?
3.Is het O. enkelvoud (ev) of meervoud (mv)?
4.Is ik het O is of als jij,je alleen achter de pv staat, dan schrijven wij alleen de stam.
5.Staat het O. in het mv, dan schrijven wij het hele ww.
6.Alle andere onderwerpen krijgen de stam +t

Slide 13 - Slide

Leerdoelgericht werken: 
Voor iedere leerling is duidelijk waar er aan gewerkt gaat worden. Docenten geven vanuit deze leerdoelen vorm aan
de inhoud van hun lessen. Om dit voor leerlingen behapbaar te houden wordt alleen het hoognodige aangeboden. Iedere les worden de beoogde leerdoelen kenbaar gemaakt en
worden onderwijsactiviteiten ingezet die moeten leiden tot het beoogde leerdoel. Hierbij wordt gericht ingezet op succeservaringen. Leerdoelen worden vanuit hoge positieve verwachtingen van alle leerlingen geformuleerd en zetten in op succeservaringen. 
Vul de juiste werkwoordsvorm in.
1. Het vuur (branden) de hele dag.
2. Hij (vinden) een dubbeltje op straat.
3. Ayse (beantwoorden) een vraag.
4. Lianne (gaan) graag naar het zwembad.
5. (Vinden) jij dat een goed idee?

Slide 14 - Slide

Leerdoelgericht werken: 
Voor iedere leerling is duidelijk waar er aan gewerkt gaat worden. Docenten geven vanuit deze leerdoelen vorm aan
de inhoud van hun lessen. Om dit voor leerlingen behapbaar te houden wordt alleen het hoognodige aangeboden. Iedere les worden de beoogde leerdoelen kenbaar gemaakt en
worden onderwijsactiviteiten ingezet die moeten leiden tot het beoogde leerdoel. Hierbij wordt gericht ingezet op succeservaringen. Leerdoelen worden vanuit hoge positieve verwachtingen van alle leerlingen geformuleerd en zetten in op succeservaringen. 
De leerling (drinken, tt) een glas water.
A
drinken
B
drinkt
C
drink

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Waarom (vinden, tt) jij deze les moeilijk?
A
vind
B
vinden
C
vindt

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Kern  les 13
Noteer uit opdracht 1 alle werkwoorden die in de tegenwoordige tijd staan.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Afsluiting van de les.
Klik op de spinner
Formatief evalueren

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk
Kern: les 13 maken.

Slide 19 - Slide

Leerdoelgericht werken: 
Voor iedere leerling is duidelijk waar er aan gewerkt gaat worden. Docenten geven vanuit deze leerdoelen vorm aan
de inhoud van hun lessen. Om dit voor leerlingen behapbaar te houden wordt alleen het hoognodige aangeboden. Iedere les worden de beoogde leerdoelen kenbaar gemaakt en
worden onderwijsactiviteiten ingezet die moeten leiden tot het beoogde leerdoel. Hierbij wordt gericht ingezet op succeservaringen. Leerdoelen worden vanuit hoge positieve verwachtingen van alle leerlingen geformuleerd en zetten in op succeservaringen.