• Bloed bestaat uit bloedplaatjes, bloedplasma, rode bloedcellen en witte bloedcellen.
• Bloedplasma bestaat uit water met opgeloste stoffen. Functie: vervoeren van voedingsstoffen en afvalstoffen, zoals koolstofdioxide.
• Rode bloedcellen zien eruit als ronde schijfjes. Rode bloedcellen vervoeren zuurstof.
• Witte bloedcellen hebben geen vaste vorm. Ze kunnen door openingen in de wand van kleine bloedvaten. Witte bloedcellen maken ziekteverwekkers onschadelijk. Bijv. door bacteriën in te sluiten. Etter of pus bestaat uit dode witte bloedcellen met gedode bacteriën.
• Bloedplaatjes zijn delen van cellen. Bloedplaatjes zijn nodig om bloed te laten stollen.