This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
§5.1 Liefde voor het vaderland
Slide 1 - Slide
Leerdoelen
Je kunt uitleggen:
- Wat wordt besloten op het Congres van Wenen
- Wat nationalisme inhoudt, met voorbeelden op cultureel en politiek gebied
- Wat de gevolgen zijn van het Nationalisme voor Nederland
Slide 2 - Slide
Bekijk de kaart hiernaast. Dit is Europa in 1815. Benoem 3 opvallende verschillen met nu.
Slide 3 - Open question
Congres van Wenen
Na Napoleons nederlaag is Europa toe aan rust en vrede
De overwinnaars organiseren daarom in 1815 een vergadering
In dit Congres van Wenen worden 3 dingen besloten:
Restauratie
Democratische hervormingen worden teruggedraaid. Dit betekent dat overal vorsten (terug)komen die erg veel macht krijgen.
Frankrijk bedwingen
Frankrijk mag nooit meer zo machtig worden. Daarom moeten de omringende landen zo sterk mogelijk zijn. Zo wordt bijvoorbeeld de Benelux één koninkrijk.
Elkaar steunen
De vorsten besluiten om elkaar te helpen als er weer opstanden (revoluties) uitbreken. Dit moet ervoor zorgen dat de rust en vrede in Europa bewaard blijven.
Slide 4 - Slide
Filmpje
Het Congres van Wenen
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Video
Liefde voor volk en vaderland
In de 19de eeuw voelen mensen zich steeds meer verbonden met hun eigen volk, cultuur en land
Overheden proberen dit gevoel ook te stimuleren
Deze voorliefde voor het eigen land noemen we nationalisme
- Standbeelden
- Schilderijen
- Lessen op school
- Verhalen
- Vlaggen
Slide 7 - Slide
Filmpje
Nationalisme
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Video
Gevolgen nationalisme
Het nationalisme heeft twee grote gevolgen:
In verschillende landen in Europa leidt dit tot conflicten:
1) Ieder volk wil het sterkst zijn, wat leidt tot militarisme
2) Nationalisten willen een eigen land voor hun volk
Duitsland
Ottomaanse Rijk
Nederland
Oostenrijk-Hongarije
Slide 10 - Slide
Welke gebeurtenissen zijn gevolgen van nationalisme?
Sleep die naar de vlag toe
In 1830, na een korte oorlog, krijgen de Belgen een eigen land.
In 1850 worden de eerste spoorwegen aangelegd in Nederland.
In 1871 wordt het Duitse Rijk opgericht.
In 1900 wordt de telefoon uitgevonden door onder anderen Alexander Bell.
Slide 11 - Drag question
Wat is een voorbeeld van nationalisme in Nederland?
Sleep die voorbeelden naar de vlag.
In 1841 wordt een standbeeld van Michiel de Ruyter opgericht.
In 1850 worden de eerste spoorwegen aangelegd.
In 1876 veranderde de naam van de Amsterdamse botermarkt in het Rembrandtplein.
Rond 1920 krijgen Nederlanders voor het eerst contact via de telefoon.
Slide 12 - Drag question
Koninkrijk der Verenigde Nederlanden
Veel Zuidelijke Nederlanders (Belgen) waren het niet eens dat zij een Nederlandse koning hadden.
Hierdoor kwamen zij in opstand, zij eisten een eigen natiestaat. Dat lukt in 1830.
Slide 13 - Slide
Veelvolkerenstaten: landen waar meer volken samenwoonden
Voorbeelden: Ottomaanse Rijk en Oostenrijk-Hongarije
Slide 14 - Slide
Lees 'Nederland in Europa' op bladzijde 67 in je boek. Vul vervolgens het schema over het noorden en zuiden van het Koninkrijk der Nederlanden rond 1820 in
Noord
Zuid
Economie
Religie
Taal
Wel industrie
Geen industrie
Protestant
Katholiek
Nederlands
Frans
Slide 15 - Drag question
Lees weer 'Nederland in Europa' op bladzijde 67. Wat doet koning Willem I om de tegenstellingen in zijn koninkrijk te overbruggen?
A
Hij doet niets: het probleem zal zich vanzelf oplossen
B
Hij probeert overal de noordelijke cultuur in te voeren
C
Hij maakt Frans de officiële taal
D
Hij vergroot de godsdienstvrijheid
Slide 16 - Quiz
Filmpje
De Belgische Opstand
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Video
Slide 19 - Video
Lees 'Nederland in Europa' op bladzijde 67. In 1830 pikken de zuiderlingen het niet langer en komen in opstand. Leg uit waarom deze opstand gezien kan worden als een succes.
Slide 20 - Open question
Lees weer 'Nederland in Europa' op bladzijde 67. In 1830 pikken de zuiderlingen het niet langer en komen in opstand. Leg uit waarom deze opstand gezien kan worden als een gevolg van nationalisme.