DISK taak 3 thema 8

DISK taak 3 thema 8
1 / 27
next
Slide 1: Slide
NT2ISK

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

DISK taak 3 thema 8

Slide 1 - Slide

DISK thema 8
Wat oefen je?
Je houdt een betoog en maakt reclame.
Je tekent een robot; je beschrijft de tekening.
Je geeft instructies.
Je zoekt informatie en maakt een presentatie.
Je schrijft een verhaal over de toekomst.

Slide 2 - Slide

DISK thema 8
Doel van de les:

Aan het einde van de les kun je 10 instructies opschrijven voor jouw zelfbedachte robot.

Slide 3 - Slide

Huiswerk bespreken
opdracht 4 t/m 8

Slide 4 - Slide

Doel van de les
Je kunt instructies geven in de gebiedende wijs.

Slide 5 - Slide

Wat gaan jullie doen?
- Nieuwe woorden
- Oefenen met de gebiedende wijs.
- Zelf zinnen in de gebiedende wijs schrijven.
- Instructies schrijven.
- Instructies aan elkaar geven.

Slide 6 - Slide

De instructie 
de woorden waarmee je vertelt hoe iemand iets kan of moet doen.

De juf geeft instructie aan de leerlingen.

Slide 7 - Slide

modern
Van deze tijd


In een zin:
Ik heb een moderne auto.
Deze kledingstijl is modern.

Slide 8 - Slide

Het onderwerp
waarover het gaat

In een zin:
Het onderwerp van mijn spreekbeurt is Italië.
Het onderwerp van dit boek is liefde.

Slide 9 - Slide

De ruimtereis
Een reis naar een gebied buiten de aarde.

In een zin:
De raket gaat een ruimtereis maken.
Elon Musk maakt een ruimtereis.

Slide 10 - Slide

De inhoud
Alles wat in iets zit.


De inhoud van deze beker is paars

Slide 11 - Slide

Onderweg
Tijdens de reis

Ik ben onderweg naar huis.

Slide 12 - Slide

De voorstelling
Hoe iets er in jouw hoofd uitziet. 

werkwoord: voorstellen

Ik stel mij voor dat het huis heel mooi is.

Slide 13 - Slide

Maak de zin kloppend:
elke- de kinderen - naar - dag - school- lopen-.

Slide 14 - Open question

Gebiedende wijs
Loop rechtdoor.
Ga linksaf / rechtsaf.
Sta stil.
Doe de deur open.
Doe je arm omhoog.
Pak je pen.
Ga naar huis.
  • Wat valt op aan deze zinnen?
  • Welke woordsoort staat vooraan?
  • In welke vorm staat het werkwoord?

Slide 15 - Slide

De gebiedende wijs
Gebruik je als je instructies geeft.
Wanneer je zegt wat iemand moet doen.
Wanneer je een waarschuwing geeft.

Slide 16 - Slide

Loopt nu naar school!
A
Goed
B
Niet goed

Slide 17 - Quiz

Ga nu naar huis.
A
Goed
B
Niet goed

Slide 18 - Quiz

Pak je pen van de grond.
A
Goed
B
Niet goed

Slide 19 - Quiz

Zetten de oven aan.
A
Goed
B
Niet goed

Slide 20 - Quiz

Maak een zin in de gebiedende wijs:
De leerlingen moeten hun spullen opruimen.

Slide 21 - Open question

Maak een zin in de gebiedende wijs:
Je moet morgen naar school gaan.

Slide 22 - Open question

Aan het werk
Opdracht 1:
Maak instructies met deze woorden.
Denk om de hoofdletters en punten.

Slide 23 - Slide

Aan het werk
Opdracht 2:
Bedenk 10 instructies voor je eigen robot. 

Slide 24 - Slide

Je schrijft 10 instructies. Schrijf ze op deze manier:
  1. ______________________
  2. ______________________
  3. ______________________
  4. ______________________
  5. ______________________
  6. ______________________
  7. ______________________
  8. ______________________
  9. ______________________
  10. ______________________

Slide 25 - Slide

Opdracht
Wat moet je doen?
Opdracht 1 en 2 in DISK taak 3
Hoe moet je dat doen?
10 instructies in de gebiedende wijs schrijven.
Hoeveel tijd heb ik?
Tot de laatste 10 minuten van de les.
Wat moet je doen als klaar bent?
Laat de opdracht aan mij zien.
Verder met de woordenlijst.
Wat is de uitkomst van deze les?
Je hebt opdracht 1 en 2 helemaal klaar en je hebt ze goed gemaakt.

Slide 26 - Slide

Elkaar instructies geven
Ik noem een naam.
Kies 1 van de instructies die je hebt geschreven.
Geef deze instructie aan de klas.
De klas voert de instructie uit.

Slide 27 - Slide