21-09 gebiedende wijs

1 / 22
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

De gebiedende wijs

Slide 8 - Slide

Wat valt je op aan onderstaande tekst?

Let op! 

Loop naar je tafel!

Ga op je stoel zitten.

Pak je boek. Sla je boek open op bladzijde 5.

Slide 9 - Slide

Gebiedende wijs

1. De zin begint met een werkwoord

2. Het werkwoord staat in de ik-vorm

3. Er is geen onderwerp in de zin

Slide 10 - Slide

Zet de volgende zin in gebiedende wijs:

Mijn moeder vraagt of ik naar school wil lopen
A
Ik loop naar school.
B
Ik liep naar school.
C
Loop naar school.
D
Loop jij naar school?

Slide 11 - Quiz

Zet de volgende zin in de gebiedende wijs:

Juf vraagt de kinderen om hun boek open te doen op bladzijde 17.
A
Kinderen, we gaan beginnen op blz. 17.
B
Ik begin met de les op blz. 17.
C
Ik wil graag dat jullie blz. 17 voor je pakken.
D
Doe je boek open op blz. 17.

Slide 12 - Quiz

Welke zin staat in de gebiedende wijs?
A
Ik kijk naar de televisie.
B
Ga naar de bakker.
C
Op school werken we hard.
D
Mijn moeder zegt wat ik moet doen.

Slide 13 - Quiz

Welke zinnen staan in de gebiedende wijs?
Er zijn twee goede antwoorden.
A
Ga weg.
B
Ik wil dat niet.
C
Houd je mond dicht.
D
Luisteren doet groep 5 altijd heel goed.

Slide 14 - Quiz

Welke zinnen staan in de gebiedende wijs?
Er zijn twee goede antwoorden.
A
Schuif je stoel aan.
B
Zoek het uit.
C
Ik loop naar de maan.
D
Waar staat de doos?

Slide 15 - Quiz

Schrijf nu zelf een zin in de gebiedende wijs!

Slide 16 - Open question

Disk oefenen

Slide 17 - Slide

Kijkopdracht bij DISK

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Je gaat een ontwerp voor een robot maken.

1 Denk eerst na over de volgende vragen:

Hoe ziet de robot eruit?
Wat kan hij doen?
Wat kan hij begrijpen?
Wat kan hij zeggen?
2 Maak een tekening van de robot.

3 Maak een tekst bij de tekening. Gebruik de vragen van 1.

Slide 20 - Slide

Instructies voor je robot
Je gaat instructies geven aan je robot.
1 Bedenk tien korte instructies voor je robot. Schrijf ze op.

Wat moet je robot doen? Iets pakken, iets geven aan iemand?

2 Geef instructies aan je robot. Een andere leerling is je robot.
Wissel van rol. Je bent nu zelf de robot.

3 Bespreek de opdracht na.
Heeft de robot de opdracht goed uitgevoerd? Wat ging goed en wat niet?
Voorbeelden:
Loop rechtdoor.
Ga linksaf / rechtsaf.
Sta stil.
Doe de deur open.
Doe je arm omhoog.

Naar boven
 

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Link