4 Bronnen: Chili in beeld

1 / 25
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Wat gaan we vandaag leren?
In de eerste drie paragrafen heb je kennisgemaakt met de natuurlijke omgeving van Chili. In deze paragraaf bekijk je het ingerichte landschap en de bevolkingskenmerken.

Leerdoel: Wat zijn de belangrijkste gebieds- en bevolkingskenmerken van Chili?

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

In welk land is het als eerste Kerst?
A
Nederland
B
Suriname
C
India
D
Australië

Slide 19 - Quiz

Wat wil Mariah Carey voor Kerst hebben?
A
Me
B
You
C
Him
D
She

Slide 20 - Quiz

Is het met Kerst
in Australië:
A
winter
B
zomer

Slide 21 - Quiz

Hoe zeg je ‘Fijne Kerst’ in het Engels?
A
Yo! Hoho!
B
Feliz Navidad
C
Happy Christmas
D
Merry Christmas

Slide 22 - Quiz

Succescriteria
Wat moet je kennen en kunnen?
  • wat de belangrijkste gebiedskenmerken van Chili zijn.
  • wat de belangrijkste demografische bevolkingskenmerken van Chili zijn.
  • wat de belangrijkste economische bevolkingskenmerken van Chili zijn.

Basisboek
  • B125, B139, B195, B230, B239, B240, B6, B8, B9

Slide 23 - Slide

Begrippen
Importsubstitutie:                    Producten die eerst werden ingevoerd, nu zelf gaan maken.
Koopkracht:                            Het aantal goederen of diensten dat je van je geld kunt kopen.
Diversificatie:                         Het minder eenzijdig maken van de economie.
Afzetmarkt:                             Het aantal klanten dat producten wil kopen.
Dagbouw:                                Vorm van mijnbouw: winning van delfstoffen die (vlak) aan de aardoppervlakte liggen.
Mediterrane klimaat:               Klimaat met hete, droge zomers en vochtige, zachte winters. Heet ook Middellandse Zeeklimaat.
Aquacultuur:                            Het kweken van waterorganismen, zoals vissen, garnalen, kreeften en waterplanten.
Duurzaamheid:                        Niet meer natuurlijke hulpbronnen gebruiken dan dat er bij komen, zodat mensen er ook in de toekomst 
                                                 nog gebruik van kunnen maken.
Urbanisatiegraad:                    Het percentage stedelingen in een land.
Krottenwijk:                            Een zelfbouwwijk met slechte huizen, weinig voorzieningen en onzekerheden voor de bewoners of ze er 
                                                 mogen blijven wonen. Heet ook zelfbouwwijk.
Natuurlijke bevolkingsgroei:   Bevolkingsgroei of bevolkingsafname door het aantal geboorten min het aantal sterftes.

Slide 24 - Slide

Aan de slag
Je mag aan de slag met de opdrachten van §3.4 in Learnbeat

Slide 25 - Slide