2425 K1W1W3 Les 2 - Zorgproblemen formuleren

Waar waren we    (voor de vakantie) ook alweer mee bezig?
1 / 37
next
Slide 1: Slide
Branches ggzMBOStudiejaar 2

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Waar waren we    (voor de vakantie) ook alweer mee bezig?

Slide 1 - Slide

Periode 1.3 - VZB0924
Tijdens de lessen werkprocessen staan de volgende twee werkprocessen centraal:

B1-K1-W1 Onderkent de gezondheidstoestand op somatisch en psychosociaal gebied

B1-K1-W3 Draagt mede zorg voor het individuele plan van de zorgvrager

Slide 2 - Slide

B1-K1-W1
De beginnend beroepsbeoefenaar onderkent de eigen kracht en gezondheidstoestand van de zorgvrager en het sociale netwerk. Ze observeert en signaleert continu veranderingen in de gezondheidstoestand en het welbevinden van de zorgvrager en bespreekt deze met de zorgvrager en/of het sociale netwerk en indien nodig vraagt ze door. Ze controleert zo nodig de vitale functies. Ze rapporteert bevindingen aan betrokkenen en zet zo nodig vervolgstappen in gang.

Slide 3 - Slide

B1-K1-W3
De beginnend beroepsbeoefenaar levert een bijdrage aan het inventariseren van de ondersteunings- en/of zorgvragen van de zorgvrager. Zij spreekt met de zorgvrager en zijn sociale netwerk over mogelijkheden, beperkingen, en behoefte aan zorg/ondersteuning en bespreekt de wensen en verwachtingen. Zij levert een bijdrage aan het samen met de zorgvrager vaststellen van de doelen. De regie van de zorgvrager is hierbij het uitgangspunt. Zij gebruikt verzamelde gegevens om het plan mede op te stellen. Zij betrekt de zorgvrager en het sociale netwerk hierbij en houdt rekening met de mogelijkheden van de inzet van technologische hulpmiddelen. Op basis van het plan maakt de beginnend beroepsbeoefenaar haar eigen werkplanning. De beginnend beroepsbeoefenaar stelt samen met de eindverantwoordelijke op basis van de evaluatie van de activiteiten/interventies indien nodig het plan bij.

Slide 4 - Slide

Eindopdrachten periode 1.3
Werkprocessen
B1-K1-W1
B1-K1-W3

Slide 5 - Slide

Eindopdracht 1 (zie werkpad)
In tweetallen kies je een ander screening- of meetinstrument. Hier maak hier een presentatie van en die geef je aan je klasgenoten in de laatste lesweek van deze periode.


In het werkpad vind je een overzicht met de screening- of meetinstrumenten waaruit gekozen kan worden. In overleg met de docent kan er eventueel een ander screening- of meetinstrument gekozen worden.

Slide 6 - Slide

Eindopdracht 2 (zie werkpad)
a) Zoek uit wat jij verstaat onder een cyclisch proces in de gezondheidszorg.
b) Welke visie hanteert jouw BPV adres?
c) Welke waarden en normen herken jezelf in deze visie en vind je verschillen met je eigen visie op zorg?

Slide 7 - Slide

Eindopdracht 3 (zie werkpad)
a) Je maakt de Freelearing module via de link https://zelfredzaamheidsradar.nl/
 Het certificaat voeg je toe als bewijsstuk (mag een printscreen zijn)
b) Je kijkt in je BPV met welke bewoner/cliënt je de zelfredzaamheidsradar digitaal kan invullen (doe dit pas nadat je de freelearning gemaakt hebt zodat je goed weet waar de 15 domeinen over gaan). Wat ga je doen:
1. Je vult de zelfredzaamheidsradar zelf in op basis van wat jij nu weet en ziet bij de bewoner/cliënt
2. Je laat de zelfredzaamheidsradar, voor dezelfde bewoner/cliënt, invullen door een collega
3. Je vult de zelfredzaamheidsradar samen met de bewoner/cliënt in
d) Maak een samenvatting wat jou opgevallen uit de 3 ingevulde formulieren. Ben je verrast door wat je nu ziet? Zo ja, waarom. Zo nee, waarom niet?
e) Lever de ingevulde zelfredzaamheidsradar in (kan/mag een printscreen zijn, als het maar goed leesbaar is)

Slide 8 - Slide

Eindopdracht 4 (zie werkpad)
a) Zoek uit wat wordt verstaan onder de PES-formule en motiveer je antwoord.
b) Kies 4 domeinen uit de ingevulde zelfredzaamheidsradar die laag scoren en beschrijf per domein:
- een zorgprobleem volgens de PES-formule


Slide 9 - Slide

Eindopdracht 5 (zie werkpad)
a) Zoek uit wat er bedoelt wordt met SMART.
b) In de vorige opdracht heb je zorgproblemen beschreven volgens de PES structuur, formuleer bij elk zorgprobleem een SMART zorgdoel
c) Voor elk zorgdoel bedenk je interventies. Welke handelingen dragen bij om het zorgdoel te halen, beschrijf de verschillende handelingen en geef aan wanneer ze plaats zullen vinden.



Slide 10 - Slide

Eindopdracht 6 (zie werkpad)
a. Hoe vaak wordt een zorg-leefplan bij jullie op de BPV geëvalueerd?
b. Wie is er bij jullie op de BPV verantwoordelijk om het zorg-leefplan aan te passen (up-to-date te houden)?
c. Beschrijf een voorbeeld vanuit de praktijk waar jij mede zorg hebt gedragen voor het zorgleef-plan.

Slide 11 - Slide

Leerdoelformulieren
Het aantal leerdoelformulieren dat je minimaal moet verzamelen voor B1-K1-W1 en B1-K1-W3.

B1-K1-W1: minimaal 5 leerdoelformulieren.
B1-K1-W3: minimaal 5 leerdoelformulieren.

Zie voor de volledige bewijslast de werkboekjes.

Slide 12 - Slide

B1-K1-W1
Het vaststellen en formuleren van zorgproblemen

Les 2

Slide 13 - Slide

Wat weet je nog van de vorige les?

Slide 14 - Open question

Geef een voorbeeld van een
objectief ziekteverschijnsel?

Slide 15 - Mind map

Objectieve ziekteverschijnselen
Objectieve ziekteverschijnselen zijn waarneembaar en meetbaar.
voorbeelden van objectieve ziekteverschijnselen:
- koorts (38 graden Celsius of hoger).
- lage/hoge hartslag (in rust 60 tot 100 slagen per minuut). 
- huiduitslag, roodheid, blaar

Slide 16 - Slide

Geef een voorbeeld van een
subjectieve ziekteverschijnsel?

Slide 17 - Mind map

Subjectieve ziekteverschijnselen
Subjectieve ziekteverschijnselen zijn gebaseerd op ervaringen en gedrag. Kunnen niet door niet door een ander kunnen worden gezien of aangetoond.


Voorbeelden:
moe, pijn, misselijkheid, duizeligheid, benauwdheid

Slide 18 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?
De volgende vragen staan vandaag centraal:
- Wat zijn zorgproblemen?
- Hoe kun je zorgproblemen formuleren?

Slide 19 - Slide

Lesdoelen
Aan het eind van deze les:
- Weet je hoe je op basis van de verzamelde gegevens een zorgprobleem kunt formuleren.
- Kun je op basis van een casus een correct zorgprobleem formuleren.
- Kun je zorgproblemen volgens de PES-structuur formuleren. 

Slide 20 - Slide

Zorgproblemen vaststellen

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Wat is een zorgprobleem?
Zorgproblemen zijn de problemen van de zorgvrager waar jij als verzorgende-IG mee aan de slag gaat. Dat kunnen problemen zijn:

  • die de zorgvrager aangeeft
  • die jij ziet en die de zorgvrager herkent

Een zorgprobleem is een probleem met de zelfzorg door een verstoring van de gezondheid. Niet elke aandoening, ziekte of handicap is een zorgprobleem.


Slide 23 - Slide

Regels formuleren zorgprobleem
  • Formuleer een zorgprobleem altijd vanuit de zorgvrager. 
  • Als verzorgende ben jij weliswaar de persoon die het probleem constateert, maar het is het probleem van de zorgvrager. Het gaat dus om een onwenselijke situatie voor de zorgvrager. 
  • Een hulpmiddel kan zijn om de formulering van een zorgprobleem te beginnen met: De zorgvrager heeft / is / wil / kan ...




Slide 24 - Slide

Vervolg zorgprobleem formuleren
Noem in een zorgprobleem altijd drie punten:
  • het probleem
  • de oorzaak van het probleem
  • de klachten en verschijnselen die bij het probleem optreden

= PES structuur
probleem - etiologie - symptomen




Slide 25 - Slide

Kun je een voorbeeld geven van een zorgprobleem uit je BPV?

Slide 26 - Open question

Zorgproblemen formuleren

Slide 27 - Slide

Wat is de pes-structuur?
De PES-structuur is een hulpmiddel voor zorgverleners om zorgproblemen vast te stellen en vervolgens doelgerichte zorgplannen te ontwikkelen. 

Slide 28 - Slide

De opbouw van de pes-structuur
P: Probleem: Hier wordt het aard van het probleem beschreven, zoals pijn, vermoeidheid, hoofdpijn, en andere symptomen die de patiënt ervaart.

E: Etiologie: Dit omvat de oorzaak van het probleem, variërend van aangeboren aandoeningen tot verwondingen, ziekten of bijvoorbeeld leefstijl.
S: Symptomen: Hier worden de specifieke tekenen en symptomen geïdentificeerd die gerelateerd zijn aan het probleem, zoals roodheid van de huid, koorts, verlies van eetlust, enzovoort.

Slide 29 - Slide

Casus meneer Bakker
De heer Bakker is 67 jaar, sinds een paar maanden is dhr. weduwnaar. Door zijn reuma kan hij zichzelf niet spuiten met insuline. Hiervoor komt de verzorgende 2 x op een dag langs. In een gesprek geeft dhr. aan zijn vrouw erg te missen en weinig contacten te hebben. Zijn vrouw en hij deden alles samen en nu voelde hij zich eenzaam.

Slide 30 - Slide

Uitwerking volgens pes-structuur
P= Dhr. Bakker voelt zich eenzaam.
E= Dhr. Bakker zijn vrouw is recentelijk overleden.
S= Dhr. Geeft aan dat hij zijn vrouw erg mist en nog weinig contacten buiten huis te hebben.

Slide 31 - Slide

Oefenen met de pes-structuur
- Je krijgt van de docent een werkblad met diverse casussen uit de zorgpraktijk.

- Formuleer de zorgproblemen die in de casussen naar voren komen met behulp van de pes-structuur.

Slide 32 - Slide

Controle lesdoelen
Vind jij dat je de lesdoelen beheerst?

Slide 33 - Slide

Lesdoelen
Aan het eind van deze les:
- Weet je hoe je op basis van de verzamelde gegevens een zorgprobleem kunt formuleren.
- Kun je op basis van een casus een correct zorgprobleem formuleren.
- Kun je zorgproblemen volgens de PES-structuur formuleren. 

Slide 34 - Slide

Wat neem je mee uit deze les

Slide 35 - Open question

Ik kan zorgproblemen vaststellen met behulp van de pes-structuur.
A
Ja
B
Nee

Slide 36 - Quiz

Einde

Slide 37 - Slide