Spreken en fictie

Dinsdag 29 oktober - V2b
  • Uitleg opdracht Spreken en fictie
  • Zelf nakijken D-toets (antwoorden op Studiewijzers)
  • Klaar? Oefenen voor werkwoordspelling in het extra oefenboekje (Studiewijzers/bij je huiswerk Nederlands)
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 25 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Dinsdag 29 oktober - V2b
  • Uitleg opdracht Spreken en fictie
  • Zelf nakijken D-toets (antwoorden op Studiewijzers)
  • Klaar? Oefenen voor werkwoordspelling in het extra oefenboekje (Studiewijzers/bij je huiswerk Nederlands)

Slide 1 - Slide

Spreken en fictie
“Iedere leerling moet in zijn spreekbeurt tenminste één beoordelingswoord bij het boek noemen en dit beoordelingswoord onderbouwen. Als je dit goed doet, lijkt het eigenlijk heel erg op wat je vorig jaar bij het onderdeel ‘schrijven’ hebt gedaan. Toen bedacht je in het schrijfplan per alinea wat je argument was. Tijdens het schrijven ging je dit argument dan onderbouwen.  Voor spreekvaardigheid werkt dit eigenlijk hetzelfde, want een beoordeling is een stelling die je onderbouwt met argumenten.

Het onderbouwen van kun je doen op de SEXI-manier. SEXI is hier een ezelsbruggetje dat staat voor State, Explain en Illustratie.”


Slide 2 - Slide

SEXI
State = stel. Noem in een of enkele woorden je argument.
Explain = uitleggen. Leg uit waarom dit argument een goed kloppend argument is.
Illustrate = illustreer / maak het beeldend. Geef voorbeelden (in dit geval: uit het gelezen boek) die voor de luisteraar duidelijk maken wat je bedoelt met jouw beoordeling.

De algemene beoordeling is: het boek is mooi.
State: (het boek is mooi, want…) het boek maakt me op een mooie manier verdrietig.
Explain: lange tijd durft August niet naar school door hoe hij eruitziet. Als hij eenmaal toch naar school gaat, wordt hij in eerste instantie gepest. Dit maakte mij verdrietig. Ik kan me niet voorstellen hoe het is om niet naar school te durven. Doordat het heel realistisch en vanuit de ik-persoon is beschreven, leefde ik erg met August mee, alsof het mijzelf overkwam. Dit alles maakte mij verdrietig op een mooie manier, want ik maak dit gelukkig niet echt mee, maar hierdoor heb ik wel meer begrip gekregen voor mensen met een gezichtsaandoening.
Illustrate: ik had aan het begin van het boek al een brok in mijn keel. Ik citeer: 'Ik heet August, trouwens. Ik ga niet beschrijven hoe ik eruitzie. Wat je ook denkt, ik weet bijna zeker dat het erger is.' Het is erg verdrietig dat iemand zichzelf op zo’n manier voorstelt!



Slide 3 - Slide

Spreken en fictie
Op Studiewijzers:
  • De opdracht
  • De rubric
  • Het spreekplan (leeg)
  • Het spreekplan (voorbeeld)

Slide 4 - Slide

Aan de slag!
  • D-toets zelf nakijken (antwoordmodel op Studiewijzers)
  • Klaar? Oefenen voor werkwoordspelling in het oefenboekje (Studiewijzers/bij je huiswerk Nederlands)
  • Had je weinig fouten? Dan mag je ook lezen in je leesboek

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Donderdag 31 oktober - V2b
  • 10 minuten stillezen in je boek
  • Indeling elevator pitches
  • Start Spreken & fictie (blz. 60)
  • Aan de slag: maak opdr. 12
timer
10:00

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Spreken
  • Lichaamstaal
  • Stemgebruik
  • Leestekens

Klaar? Oefenen voor werkwoordspelling (oefenboekje)

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Maandag 4 november - V2b
Spreken en fictie
  • Herhaling SEXI
  • Doel en publiek
  • Aan de slag: opdracht bij 'Doel en publiek'

Lesdoel = Je kunt in een presentatie rekening houden met je spreekdoel en je publiek.

Slide 11 - Slide

SEXI
State = stel. Noem in een of enkele woorden je argument.
Explain = uitleggen. Leg uit waarom dit argument een goed kloppend argument is.
Illustrate = illustreer / maak het beeldend. Geef voorbeelden (in dit geval: uit het gelezen boek) die voor de luisteraar duidelijk maken wat je bedoelt met jouw beoordeling.

De algemene beoordeling is: het boek is mooi.
State: (het boek is mooi, want…) het boek maakt me op een mooie manier verdrietig.
Explain: lange tijd durft August niet naar school door hoe hij eruitziet. Als hij eenmaal toch naar school gaat, wordt hij in eerste instantie gepest. Dit maakte mij verdrietig. Ik kan me niet voorstellen hoe het is om niet naar school te durven. Doordat het heel realistisch en vanuit de ik-persoon is beschreven, leefde ik erg met August mee, alsof het mijzelf overkwam. Dit alles maakte mij verdrietig op een mooie manier, want ik maak dit gelukkig niet echt mee, maar hierdoor heb ik wel meer begrip gekregen voor mensen met een gezichtsaandoening.
Illustrate: ik had aan het begin van het boek al een brok in mijn keel. Ik citeer: 'Ik heet August, trouwens. Ik ga niet beschrijven hoe ik eruitzie. Wat je ook denkt, ik weet bijna zeker dat het erger is.' Het is erg verdrietig dat iemand zichzelf op zo’n manier voorstelt!



Slide 12 - Slide

Doel en publiek

Slide 13 - Slide

Doel en publiek
  • Je werkt samen met je buur.
  • Lees allebei deze twee teksten, over de staking in het onderwijs:

State/stelling: Het is goed dat leraren van het basisonderwijs woensdag gaan staken.

Bereid ieder een korte SEXI presentatie voor.
Een leerling doet dat voor een publiek van volwassenen.
De ander doet dat voor een publiek van groep 8-leerlingen.
Het doel = overtuigen

Denk bij je presentatie aan je lichaamstaal en stemgebruik



Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Dinsdag 5 november - V2b
  • Herhaling doel en publiek, SEXI
  • Aan de slag: SEXI in je betoog van jaar 1
  • Nabespreken
  • Klaar? Oefenen voor de werkwoordspellingstoets


Lesdoel = Je kunt SEXI in je betoog herkennen.

Slide 16 - Slide

SEXI
S     = Het is goed dat leraren van het basisonderwijs woensdag gaan staken.

EX  = De werkdruk is erg hoog en veel leraren komen thuis te zitten met een burn-out.

I      = "Bijna een kwart van de werknemers in het onderwijs heeft burn-outklachten, zo blijkt uit het onderzoek van het Centraal Bureau voor Statistiek en TNO onder ruim 60 duizend mensen uit alle bedrijfstakken. Het onderwijs staat in het onderzoek bijvoorbeeld op eenzame hoogte in de categorie ‘emotionele betrokkenheid bij het werk’ en op de allerlaatste plaats bij ‘mogelijkheden om verlof te nemen’. Veel werknemers in het onderwijs voelen zich ‘emotioneel uitgeput’ en ‘leeg aan het einde van de dag’." www.aob.nl

Slide 17 - Slide

SEXI betoog (jaar 1)
  • Pak je betoog uit jaar 1 erbij.
  • Noteer nu voor elk onderdeel van SEXI wat er in je betoog staat. State, explain, illustrate
  • Geen betoog meer kunnen vinden? Download het bestand ‘Betoog SEXI v2b’ op Studiewijzers (mapje Spreken en fictie).
  • Gebruik dit betoog voor deze opdracht.

  • State = stel. Noem in een of enkele woorden je argument.
  • Explain = uitleggen. Leg uit waarom dit argument een goed kloppend argument is.
  • Illustrate = illustreer / maak het beeldend. Geef voorbeelden (in dit geval: uit het gelezen boek) die voor de luisteraar duidelijk maken wat je bedoelt met jouw beoordeling.

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Maandag 11 november - V2b
Fictiebegrippen die je moet gebruiken in je elevator pitch:
realisme, personages, vertelperspectief, spanning, tijd

Slide 20 - Slide

Realisme (blz. 15)

Slide 21 - Slide

Personages (blz. 124-125)
  • Hoofdpersoon
  • Bijfiguur (helper, tegenstander)
  • Personages beschrijven
              - Uiterlijk (lichaam, gezicht, haar, kleding)
              - Kenmerken (leeftijd, gezondheid, arm/rijk)
              - Karaktereigenschappen (zie blz. 125!)  (let op wat de persoon doet,   
                 zegt en denkt)
              - Relaties tussen de personages (familie, buren, klasgenoten)

Slide 22 - Slide

Vertelperspectief (blz. 126)
  • Ik-vertelperspectief
Ik kon me niet meer bewegen toen ik Thera voor het eerst zag. En daar is niets aan overdreven. Ik begon niet te zweten of te stotteren, nee, ik verstijfde. Kees van Beijnum – De oesters van Nam Kee)
  • Hij-/zij-vertelperspectief (personaal)
Toen Gregor Samsa op een ochtend ontwaakte uit onrustige dromen, ontdekte hij dat hij in bed was veranderd in een reusachtig eng beest. Hij lag op zijn pantserachtig harde rug en wanneer hij zijn kop een beetje optilde, zag hij zijn gewelfde, bruine, uit boogvormige stijve delen samengestelde buik. (Franz Kafka – De gedaanteverwisseling)
  • De alwetende verteller (auctoriaal)
Het was nog donker, toen in de vroege morgen van de tweeëntwintigste december 1946 in onze stad, op de eerste verdieping van het huis Schilderskade 66, de held van deze geschiedenis, Frits van Egters, ontwaakte. (Gerard Reve – De avonden)
  • Wisselend perspectief
Hier wisselen personages elkaar vaak af, bijvoorbeeld per hoofdstuk.

Wat voor effect heeft het perspectief op jou als lezer?


Slide 23 - Slide

Spanning (blz. 180)
Een schrijver kan deze technieken gebruiken om spanning op te roepen:
  • Open plekken
  • Uitstel van informatie
  • Creëren van vermoedens bij de lezer
  • Onverwachte wending
  • De lezer krijgt een informatievoorsprong
  • De hoofdpersoon bevindt zich in een bedreigende situatie of omgeving
  • Cliffhanger

Slide 24 - Slide

Tijd (blz. 232-233)
  • Chronologisch (A - B - C - D - E)
   Terugverwijzing - 'Erik had een week geleden iets geregeld voor zijn ouders'.
   Vooruitwijzing  - ‘Hij had lang   
   na lopen denken over een goed plan. Plotseling wist hij hoe hij morgen die rotzak te pakken
   zou gaan nemen.’

  • Niet-chronologisch (C - D - B - A - E)
   Flashback

Slide 25 - Slide