Starttaal 2F: Thema 2 hoofdstuk lezen herhaling

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Herhaling thema 2: Lezen

Entree 5

Vorige les....

Zakelijke brief:

Ontvangen van: Yerelin, Daan, Francis, Amber, Jamie, Felicia, Romaissa, Delilah.

Ik ga deze nakijken volgens de examenregels, zodat je weet waar je jezelf in kunt verbeteren....

Leerdoelen

• Aan het einde van deze les zijn de volgende onderdelen van hoofstuk 1 lezen herhaald:

1. verschil tussen globaal en intensief lezen;
2. tekstonderdelen van een tekst;
3. tekstverbanden en signaalwoorden.

Wat is het verschil tussen intensief
en globaal lezen??

Globaal:

Titel - inleiding - tussenkopjes - start en eind per alinea - slot - afbeeldingen.

(wat weet je zelf al?)

Intensief:

Elk onderdeel van de tekst.

Je denkt na over moeilijke woorden (vooruit/ terug lezen)

Je probeert te begrijpen wat er er staat door de 5W+H vragen te stellen.

Noem zoveel mogelijk
onderdelen van een tekst....

Blz. 128

Bekijk het voorbeeld in 

je boek:

en signaalwoorden

Tekstverbanden en signaalwoorden

Het verband in een zin, tussen zinnen of tussen alinea's.

Dit noemen we ook wel samenhang:

blz. 130

Het tekstverband kun je herkennen aan signaalwoorden. Deze woorden horen bij het tekstverband.

Welke tekstverbanden zijn er?

• Opsomming/ volgorde van tijd

Ik ging eerst naar de bakker, toen naar de slager en ik kocht brood, gebak en krentenbollen.

• Tegenstelling

We mochten niet naar school, maar moesten wel thuis les volgen.

Welke tekstverbanden zijn er?

• Oorzaak - gevolg/ reden

Doordat we thuis moesten werken, was mijn motivatie weg. Dus ik deed niet veel...

• Voorbeeld / voorwaarde

Thuis les volgen is heerlijk, mits hetrusig is in huis. Bijvoorbeeld, als mijn zusje buiten speelt.

Welke signaalwoorden horen erbij?

• Opsomming/ volgorde van tijd

Ik ging eerst naar de bakker, toen naar de slager en ik kocht brood, gebak en krentenbollen. Tot slot ging ik naar de slager.

• Tegenstelling

We mochten niet naar school, maar moesten wel thuis les volgen. Toch vond ik dit wel leuk.

Blz. 132

Welke signaalwoorden horen erbij?

• Oorzaak - gevolg/ reden

Doordat we thuis moesten werken, was mijn motivatie weg. Dus ik deed niet veel...

• Voorbeeld / voorwaarde

Thuis les volgen is heerlijk, mits het rusig is in huis. Bijvoorbeeld, als mijn zusje buiten speelt.

blz. 132

Maak de zin af: Ik hou van pizza en

Welk tekstverband is dit?

opsomming

Aan welk signaalwoord herken je dit?

en

Maak de zin af: Ik wil wel nieuwe kleding kopen, maar...

Welk tekstverband is dit?

tegenstelling
 

Aan welk signaalwoord herken je dit?

maar

Maak de zin af: Het lijkt me niet saai, integendeel ...

Welk tekstverband is dit?

tegenstelling
 

Aan welk signaalwoord herken je dit?

integendeel

Maak de zin af: We willen gaan surfen, dus ...

Welk tekstverband is dit?

Reden
 

Aan welk signaalwoord herken je dit?

dus

Tegenstelling

Reden, verklaring

Maar

Toch

Daarentegen

Daarom

Want

Omdat

Opsomming

Oorzaak-gevolg

Daarnaast

Ook

Vervolgens

Doordat

Waardoor

Daardoor

Mijn band is lek, daarom ga ik met de bus naar school.

1. Opsomming
2. Oorzaak-gevolg
3. Tegenstelling
4. Reden, verklaring

In de dierentuin heb ik veel dieren gezien. Eerst zagen we flamingo's en daarna de pinguïns.

1. Opsomming
2. Oorzaak-gevolg
3. Tegenstelling
4. Reden, verklaring

Ik eet veel groente, maar spruitjes vind ik niet lekker.

1. Opsomming
2. Oorzaak-gevolg
3. Tegenstelling
4. Reden

Mijn oom stond in de file, daardoor kwam hij te laat.

1. Opsomming
2. Oorzaak-gevolg
3. Tegenstelling
4. Reden, verklaring

Het hotel was geweldig. De bedden lagen heerlijk en we hadden mooi uitzicht.

1. Opsomming
2. Oorzaak-gevolg
3. Tegenstelling
4. Reden, verklaring

Ik ga naar de voorstelling, omdat ik de muziek geweldig vind.

1. Opsomming
2. Oorzaak-gevolg
3. Tegenstelling
4. Reden, verklaring

Opdrachten

Studiemeter - ViaStarttaal online

LET OP......

1F - stijl

voegwoorden 

Oefening 1 t/m 10

https:

Evaluatie

Hoe is het gegaan?

1. verschil tussen globaal en intensief lezen;
2. tekstonderdelen van een tekst;
3. tekstverbanden en signaalwoorden.

Volgende les:  herhaling samenvatten en evaluatieopdracht!