Marktresultaat en Overheidsinvloed Hst 3

Leerdoelen hoofdstuk 3
1. Je kan uitleggen wat de gevolgen zijn voor de surplus-verdeling, als enkele grote aanbieders de marktmacht naar zich toe trekken;
  
2. Je kan uitleggen wat de gevolgen zijn voor de surplus-verdeling, als er prijsdiscriminatie plaats vindt;

3. Je kan redenen bedenken waarom een overheid ‘nationaliseert’ of ‘privatiseert’;

4. Je kan het principaal-agentprobleem uitleggen, en waarom hierbij inspecties nodig zijn;

5. Je kan uitleggen op welke manier een ‘berovingsprobleem’ kan ontstaan bij het bestaan van ‘verzonken kosten’;

1 / 19
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Leerdoelen hoofdstuk 3
1. Je kan uitleggen wat de gevolgen zijn voor de surplus-verdeling, als enkele grote aanbieders de marktmacht naar zich toe trekken;
  
2. Je kan uitleggen wat de gevolgen zijn voor de surplus-verdeling, als er prijsdiscriminatie plaats vindt;

3. Je kan redenen bedenken waarom een overheid ‘nationaliseert’ of ‘privatiseert’;

4. Je kan het principaal-agentprobleem uitleggen, en waarom hierbij inspecties nodig zijn;

5. Je kan uitleggen op welke manier een ‘berovingsprobleem’ kan ontstaan bij het bestaan van ‘verzonken kosten’;

Slide 1 - Slide

Een aanbieder op de markt van volkomen concurrentie is een...
A
Prijszetter
B
Hoeveelheidsaanpasser

Slide 2 - Quiz

Een aanbieder op de monopolische markt is een...
A
Prijszetter
B
Hoeveelheidsaanpasser

Slide 3 - Quiz

Monopolistische concurrentie en oligopolie 


Aanbieders op de markt van monopolistische concurrentie en oligopolie, zitten daar tussenin: ze kunnen een beetje de prijs en een beetje de hoeveelheid bepalen
Voorbeelden van markten met monopolistische concurrentie zijn: kledingwinkels en restaurants

Slide 4 - Slide

Onvolkomen concurrentie:
marktmacht is marktfalen
Marktmacht ontstaat als er aanbieders van een product de prijs kunnen beïnvloeden -> er is dan sprake van marktfalen! Bij marktfalen is het surplus niet maximaal (bij volkomen concurrentie is er geen sprake van marktfalen en is het surplus maximaal)
Bij een monopolie heeft 1 aanbieder de macht om de prijs te bepalen.
De monopolist moet hierbij rekening houden met wat de vragers bereid zijn te betalen voor het product, maar ook dat de ‘hoge’ prijs wellicht zo aantrekkelijk is dat er toch een concurrent op de markt gaat komen (duopolie).

Slide 5 - Slide

KARTEL-vorming
Bij een oligopolie hebben enkele (grote) aanbieders de macht om de prijs te bepalen.
Hierbij ontstaat het risico van Kartelvorming. Zie volgende filmpje

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Welk begrip zou hierbij passen?

"Een aanbieder die voor precies hetzelfde product, verschillende prijzen vraagt, aan verschillende duidelijk van elkaar te onderscheiden doelgroepen. Het product kan niet doorverkocht worden aan andere doelgroepen."
A
Prijsdifferentiatie
B
Prijsdiscriminatie
C
Productdifferentiatie
D
Productdiscriminatie

Slide 8 - Quiz

Prijsdiscriminatie
Een aanbieder die voor precies hetzelfde product, verschillende prijzen vraagt, aan verschillende duidelijk van elkaar te onderscheiden doelgroepen. Het product kan niet doorverkocht worden aan andere doelgroepen.
Bijv. kinderen tot 12 jaar en ouderen vanaf 65 jaar betalen een lagere prijs voor het OV dan de leeftijd 13-64 jaar. Via een ID kan aangetoond worden wat de leeftijd is.

Slide 9 - Slide

Vragen?
VRAGEN

Slide 10 - Slide

Huiswerk
Maken 3.1 t/m 3.7

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Slide 17 - Slide

Even herhalen:
verzonken kosten:
Kosten welke niet meer kunnen worden terugverdiend als activiteit waarvoor de kosten zijn gemaakt niet doorgaat

berovingsprobleem:
volgt uit verzonken kosten: verzwakking van de onderhandelingspositie van een speler doordat hij een specifieke investering (verzonken kosten) heeft gedaan. 

Slide 18 - Slide

Huiswerk

Slide 19 - Slide