Lezen les 4 samenvatten en argumentatie

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 2

Welkom bij Nederlands

Planning

• Lezen
• Terublik signaalwoorden
• Uitleg samenvatten & argumentatie
• Werkboek opdrachten

Leerdoelen

• De student kan een tekst samenvatten.
• De student weet het verschil tussen een feit en een mening.
• De student weet wat een standpunt, argument en drogreden is.

Lezen

Lees een leesboek, nieuwsartikel,
blog, etc.

Terugblik signaalwoorden

Opdracht 11

• Dus - conclusie
• Daarmee - doel-middel
• Echter - tegenstelling
• In de laatste plaats - opsomming
• Met andere woorden - samenvatting
• Mits - voorwaarde
• Ter illustratie - voorbeeld
• Waardoor - oorzaak-gevolg

Terugblik signaalwoorden

Opdracht 12

a) toch - tegenstelling
b) bovendien - opsomming

Opdracht 13

B. alinea 2 geeft de oorzaak van het gevolg uit alinea 1.

Samenvatten

• Titel van de tekst
• De kernzin van elke alinea 
  Kernzin: de belangrijkste zin van een alinea. Het is meestal de eerste of de laatste zin van de alinea.

Feiten en meningen

• Van een feit kun je bewijzen dat het waar is (objectief).
  Het is buiten 26 *C.
  
  
• Een mening is wat iemand ergens van vindt (subjectief).
  Ik vind het buiten warm.

Argumentatie

• Standpunt: hoe je over iets denkt.
• Argument: De uitspraak die een andere uitspraak (het standpunt) ondersteunt.

Je moet je goed insmeren; zeker omdat je zo gauw verbrandt. 

Drogredenen

• Drogreden: foutieve argumentatie
  Zie blz. 133 en 134 handboek
• Cirkelredenering: je herhaalt jouw mening als argument voor die mening.
  Dat is onzin, want het slaat nergens op. 

Aan de slag

Maak opdracht 15 t/m 19 (blz. 22-28).