Havo 4 week 7 Nederlands

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Check-in: goeiemorgen! Maak een foto van jouw werkplek en jezelf

stof voor de test  bespreken

Het is belangrijk dat je voor SE1 precies weet wat de drie belangrijkste tekstsoorten en hun bijbehorende tekstdoelen zijn. Hoe houd je ze uit elkaar en waar herken je ze aan?

De meeste onderdelen van het belangrijke en grote hoofdstuk 'tekststructuur' heb je in de voorgaande jaren van je schoolcarrière al uitgelegd gekregen bij Nederlands. Nu komt het erop aan dat je het totaalplaatje goed gaat beheersen.

Het derde belangrijke hoofdstuk om goed door te nemen voor de test is natuurlijk het hoofdstuk argumenteren. De afgelopen weken hebben we deze paragrafen van dit hoofdstuk in de instructie behandeld

'Hoe kúnt u mij een onvoldoende voor de toets geven? Ik heb er zó hard voor geleerd!' Welke drogreden is dit?

1. persoonlijke aanval
2. vertekenen van een standpunt
3. cirkelredenering
4. bespelen van het publiek

Standpunt & argument

- Een standpunt bevat uit een duidelijke mening

- Dit standpunt wordt onderbouwd door argumenten

-Argumenten kunnen objectief of subjectief zijn

- Vaak zijn standpunt en argument te herkennen aan signaalwoorden.

Wat is volgens jou het standpunt van Jan Mars?

Wat is het standpunt?

Standpunt: vouchers ipv geld voor 18-jarigen. Wat is het argument dat de schrijver geeft?

Welk argument
geeft de schrijver?

Soorten & schema's

- Er zijn verschillende soorten argumenten om een standpunt te onderbouwen (feiten, onderzoek, geloof, etc.)

- Een argumentatieschema geeft het verband aan tussen een standpunt en het argument (argumentatie op basis van oorzaak-gevolg, voor- en nadelen, autoriteit, etc.)

Een argument dat subjectief is en dat gebaseerd is op gevoel/overtuiging/ervaring/geloof/normen en waarden/vermoedens noem je...

1. feitelijk
2. waarderend

Wat voor argumentatie hoort bij deze redenering: 'Natuurlijk mag je het woord epibreren neerleggen bij Scrabble. Het staat immers in Van Dale.' Argumentatie op basis van....

1. gezag of autoriteit
2. voor- en nadelen
3. voorbeeld
4. vergelijking

Argumentatie-structuren

Een argumentatiestructuur geeft een schematische weergave van een argumentatie, waarin je kunt zien hoe standpunt en argumenten samenhangen.

Wat is het juiste schema?

1. Schema A
2. Schema B

Drogredenen

- Als je een argumentatie onjuist gebruikt, is het een drogreden (onjuist beroep op voorbeeld, oorzaak-gevolg, autoriteit, etc.)

- Het overtreden van een discussieregel is ook een vorm van een drogreden.

(persoonlijke aanval, bespelen van publiek, cirkelredenering, etc.)

Aanvaardbaarheid

Kritisch kijken naar argumenten is belangrijk: je aanvaard niet zomaar een andere mening. Het is ook tamelijk subjectief: aanvaardbaarheid is niet meetbaar, dus een goede onderbouwing van aanvaardbaarheid is nodig.

(Zijn er genoeg argumenten? Zijn ze genuanceerd? Zijn ze samenhangend? Worden er goede bronnen gebruikt? Etc.)

weektaak + tijdsplanning

Quizvragen over leesvaardigheid

Je mag meedoen, hoeft niet!

Wat is het tekstdoel van een betoog?

1. informeren
2. overtuigen
3. beschouwen
4. uiteenzetten

De kernzin van een alinea bevat de belangrijkste informatie van die alinea en is...

1. de eerste zin van de alinea
2. de laatste zin van de alinea
3. de tweede zin van de alinea
4. de eerste, tweede of laatste zin van de alinea

De inleiding

Koppel bij de volgende sleepvraag de verschillende manieren om je inleiding te vullen aan de juiste inleidingsfuncties (aandacht trekken of onderwerp introduceren) 

Inleiding: aandacht trekken

Inleiding: onderwerp introduceren

Een (grappige) anekdote

Aanleiding voor het schrijven van de tekst

Korte uitleg v/h onderwerp

Voorbeeld(en)

Historische verwijzing

Het belang voor de lezer

Citaat

Prikkelende vraag

Wat is stap 1 van het 'stappenplan hoofdgedachte bepalen'?

1. de hele tekst nauwkeurig lezen
2. De titel, de inleiding en het slot nauwkeurig lezen
3. Het onderwerp bepalen door tekst verkennend te lezen
4. In één zin de hoofdgedachte formuleren

Functiewoorden. Wat is een nuancering?

1. Geeft een verfijning in de uitleg of zwakt een standpunt iets af
2. Legt uit waarom iemand iets doet of vindt
3. doet een uitspraak die logisch voortvloeit uit eerder gevolgde redeneringen
4. stemt met iets in, als aan een bepaalde voorwaarde is voldaan

Welk signaalwoord hoort niet bij een temporeel tekstverband?

1. tegelijkertijd
2. hoewel
3. eerst
4. vroeger

weektaak + tijdsplanning