2.1a | Waardes en decimale getallen | ALDJ

    Welkom bij wiskunde!
Vandaag  Waardes en decimale getallen
Pak je leerboek, werkboek en schrift.
Verbind je met de      LessonUp via LessonUp.app
en open alvast je schrift.

1 / 21
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

    Welkom bij wiskunde!
Vandaag  Waardes en decimale getallen
Pak je leerboek, werkboek en schrift.
Verbind je met de      LessonUp via LessonUp.app
en open alvast je schrift.

Slide 1 - Slide

Voorkennisopdracht
RAADSEL 
✏️  Schrijf alle cijfers op die je kent.

🗒️  Schrijf dit op in je schrift.

⏰  1 minuut

Slide 2 - Slide


Waarde van getallen
voorkennis 
RAADSEL
Schrijf alle cijfers op die je kent.
Wie heeft er gelijk?
A
1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 20, ...
B
1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10
C
0, 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9
D
1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9

Slide 3 - Quiz

oefenen 
uitleg 
  lesprogramma
Hoeveel cijfers ken jij?
Waarde en decimale getallen
Hoe bereken je de waarde van een cijfer?
voorkennis 
Waardes en decimale getallen
aan de slag 

Slide 4 - Slide

leerdoelen 
Wat leer je deze les?

  Je kunt de waarde van een cijfer in een getal berekenen.
  Je kunt rekenen met decimale getallen.

Slide 5 - Slide

Waarde van getallen
voorkennis 
duizendtallen
honderdtallen
tientallen
   Opdracht: Zet de begrippen op volgorde van groot naar klein.  
eenheden
tienden
honderdsten

Slide 6 - Drag question

Waarde van getallen
voorkennis 
1 000
duizendtallen
honderdtallen
tientallen
eenheden
tienden
honderdsten
100
10
1
0,1
0,01
   Opdracht: Combineer de getallen met de juiste begrippen.  

Slide 7 - Drag question

Waardes van getallen
uitleg 
honderdtallen
duizendtallen
tientallen
eenheden
tienden
honderdsten
1 000
100
10
1
0,1
0,01
Met de cijfers 0, 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8 en 9 kun je elk getal maken.
Elk cijfer heeft een bepaalde waarde.

Slide 8 - Slide

Waardes van getallen
uitleg 
honderdtallen
duizendtallen
tientallen
eenheden
tienden
honderdsten
1 000
100
10
1
0,1
0,01
Met de cijfers 0, 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8 en 9 kun je elk getal maken.
Elk cijfer heeft een bepaalde waarde.
2
3
0
5
  ,         6
7

Slide 9 - Slide

Waardes van getallen
uitleg 
honderdtallen
duizendtallen
tientallen
eenheden
tienden
honderdsten
1 000
100
10
1
0,1
0,01
Met de cijfers 0, 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8 en 9 kun je elk getal maken.
Elk cijfer heeft een bepaalde waarde.
2
3
0
5
,   6
7
2 x 1 000 =
2 000
3 x 100 =
300
0 x 10 =
0
5 x 1 =
5
6 x 0,1 =
0,6
7 x 0,01 =
0,07

Slide 10 - Slide

Oefenen
Laten we klassikaal oefenen:
opdracht 4  en 5 van paragraaf 2.1
(leerboek p. 59).

Slide 11 - Slide

Waarde van getallen
oefenen 
✏️ Schrijf de waarde op van alle cijfers van het getal 3 459,67.





Slide 12 - Slide

Uitleg
Decimale getallen

Slide 13 - Slide

Decimale getallen
uitleg 
Snoepzak

248 gram
€ 1,85

Slide 14 - Slide

Decimale getallen
uitleg 
Snoepzak

248 gram
€ 1,85


geheel getal
decimaal getal
(2 decimalen)

Slide 15 - Slide

Decimale getallen
uitleg 
WEL een decimaal getal
NIET een decimaal getal
15,87
3,9
0,24
103,05
4,0
15
3
0
103
4

Slide 16 - Slide

Decimale getallen
uitleg 
WEL een decimaal getal
NIET een decimaal getal
15,87
3,9
0,24
103,05
4,0
15
3
0
103
4
De getallen 4 en 4,0 zijn precies dezelfde getallen.
De één is een geheel getal, de ander een decimaal getal!

Slide 17 - Slide

Waarde van getallen
uitleg 

Slide 18 - Slide

aan de slag! 
WAT
HOE
HULP
TIJD
RESULTAAT
Maak opdracht 5, 24, 25 en 26 van paragraaf 2.1 (leerboek p. 59 en p. 65).
Zelfstandig. Maak de opdrachten in je schrift.
Gebruik het theorieblok "Decimale getallen" (leerboek p. 59).

15 minuten
Je begrijpt hoe je kunt werken met decimale getallen.
KLAAR?
Probeer de uitdagingsopdracht 27 van paragraaf 2.1!

Slide 19 - Slide

leerdoelen 
Wat leer je deze les?

  Je kunt de waarde van een cijfer in een getal berekenen.
  Je kunt rekenen met decimale getallen.

Slide 20 - Slide

Huiswerk voor volgende les
Maak opdracht 5, 24, 25 en 26 van 
paragraaf 2.1 (leerboek p. 59 en p. 65).
Volgende les
Delers, veelvouden en grote getallen!

Slide 21 - Slide