Woensdag 23 november 2022

Beeldende vorming
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NT2Voortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

This lesson contains 20 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Beeldende vorming

Slide 1 - Slide

Pauze tot 10.30 u

Slide 2 - Slide

Lezen

Slide 3 - Slide





Thema 9: Technologie

Slide 4 - Slide

intelligent
  • als je dingen snel begrijpt en slim bent;
  • hoeft niet altijd te gaan om leren, je kan ook op andere gebieden intelligent zijn (sociaal);
  • Zin: Je kan intelligent zijn op verschillende gebieden. Ik kan goed rekenen en kan zeggen dat ik op rekengebied intelligent ben.

Slide 5 - Slide

het doel
  • iets wat je wilt bereiken;
  • een doel voor je leven, maar ook een doel voor de dag (doel voor over een lange tijd en doel voor over een korte tijd);
  • Zin: Mijn doel is om een goede studie te volgen, zodat ik later een goede baan kan krijgen.
  • Zin: Mijn doel voor vandaag is om geen ruzie te maken.

Slide 6 - Slide

het middel
  • iets wat je gebruikt om een doel te bereiken;
  • iets wat je gebruikt om je te helpen een probleem op te lossen;
  • Zin: Het rekenmachine is een middel wat je kan gebruiken bij wiskunde.
  • Zin: Om mijn doel te bereiken, moet ik verschillende middelen gebruiken. Bijvoorbeeld mijn talent voor studeren.

Slide 7 - Slide

de trend
  • iets wat op dit moment actueel is;
  • de richting waar iets naar toe gaat;
  • zin: Kan jij mij vertellen wat op dit moment de trend is als het om kleding gaat?
  • zin: De trend op het gebied van mobiele telefoons is dat deze steeds dunner worden.

Slide 8 - Slide

het onderscheid
  • dat waarin iemand of iets niet hetzelfde is als iets of iemand anders;
  • Synoniem: het verschil;
  • Tegenstelling: de overeenkomst
  • zin: Het onderscheid tussen jou en mij is dat ik niet veel aan sport doe en jij wel.

Slide 9 - Slide

de rookmelder
  • De rookmelder hangt in huis.
  • De rookmelder is een apparaat dat rook herkend. 
  • Er gaat dan een alarm af om de bewoners te waarschuwen.

Slide 10 - Slide

de rook
  • Rook ontstaat door verbranding. 

Slide 11 - Slide

het blusvoertuig
  • de brandweerauto 
  • Hiermee rijden de brandweermannen/vrouwen naar het vuur toe.
  • Hierin zitten de benodigdheden voor het blussen van een brand.

Slide 12 - Slide

de sirene
  • het geluid van de brandweerauto.
  • hierdoor horen mensen dat de brandweer eraan komt en dat ze opzij moeten gaan. 

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

het brandalarm
  • de rookmelder of handmelder.
  • Hierdoor worden mensen in het gebouw gewaarschuwd, soms ook gelijk de brandweer.

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

timer
1:00
Technologie - Woordwolk - week 1 - Groen
  1. emotie
  2. fantasie
  3. intelligent
  4.  modern
  5. onderwerp
  6. operatie
  7. realiteit
  8. schitterend
  9. vlucht
  10. beschrijven

Slide 17 - Slide

timer
1:00
Technologie - Woordwolk - week 2 - Groen
  1. slim
  2. gevaar
  3. inhoud
  4.  inmiddels
  5. menselijk
  6. onthouden
  7. ontwikkeling
  8. prijs
  9. ziekenhuis
  10. arts

Slide 18 - Slide

Pauze tot 12.40 u

Slide 19 - Slide




Zwemles





Eerst naar de klas

Slide 20 - Slide