Toets communicatie

Communicatie MZ-SW
leerjaar 1
Hoofdstuk 5 Basiscommunicatie
Uitgeversgroep

Test je kennis 

1 / 24
next
Slide 1: Slide
Praktische economieMBOStudiejaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Communicatie MZ-SW
leerjaar 1
Hoofdstuk 5 Basiscommunicatie
Uitgeversgroep

Test je kennis 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Hoeveel % van communicatie verloopt non-verbaal?
A
20
B
30
C
50
D
meer dan 60

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions


Wat voor communicatie is dit?
A
Verbale communicatie
B
Non-verbale communicatie
C
Goede communicatie
D
Ondersteunende communicatie

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Een advertentie is een voorbeeld van
A
Meerzijdige communicatie
B
Eenzijdige communicatie
C
Directe communicatie
D
non-verbale communicatie

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een voorbeeld van verbale communicatie?
A
Praatje maken
B
Je vinger opsteken
C
Knikken
D
Blozen

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Aan de non-verbale communicatie kun je aflezen of iemand zenuwachtig is
A
waar
B
onwaar

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Als mensen in de communicatie elkaar verkeerd begrijpen komt dat door
A
Ruis
B
Manipulatie
C
Indoctrinatie
D
Propaganda

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Vlog op youtube is een voorbeeld van ... communicatie
A
Persoonlijke
B
Massale

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Volgens het communicatieproces begint communicatie bij:
A
de boodschap
B
de zender
C
de ontvanger
D
het medium

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Hoort "informatie" bij het communicatieproces?
A
Ja
B
Nee

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Facebook, what's app of email noemen we...
A
Verbale communicatie
B
Digitale communicatie
C
Non-verbale communicatie

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Blozen is een voorbeeld van
A
Meerzijdige communicatie
B
Indirecte communicatie
C
Verbale communicatie
D
Non-verbale communicatie

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Welke soorten communicatie zijn er?
A
Non-verbaal, verbaal, eenzijdig, tweezijdig
B
Eenzijdig, tweezijdig
C
Non-verbaal, verbaal
D
Verbaal, meerzijdig

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het doel van een presentatie?
A
Informeren
B
Interpreteren
C
Amuseren
D
Analyseren

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een voorbeeld van interne ruis?
A
Een storing in de telefoonverbinding
B
Een les die wordt verstoord doordat er iemand binnenkomt
C
Het niet goed luisteren naar wat iemand zegt
D
Het haperen van een video die je op je mobiele telefoon bekijkt

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Wat is GEEN voorbeeld van ruis?
A
Zappen tijdens het televisiekijken
B
Een les die wordt verstoord doordat er iemand binnenkomt
C
Het uitvallen of storen van de mobiele telefoon tijdens een gesprek
D
Het haperen van een video die je op je mobiele telefoon bekijkt

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een voorbeeld van verbale communicatie?
A
Het geven van een schriftelijke toelichting
B
Een client gesprek
C
Gebarentaal
D
Knipogen

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

De communicatie tussen een leidinggevende en een medewerker
is een vorm van:
A
Informele communicatie
B
Top-down-communicatie
C
Horizontale communicatie
D
Bottom-up-communicatie

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Overleg tussen twee medewerkers
die op hetzelfde niveau werken is
een vorm van:
A
Informele communicatie
B
Top-down-communicatie
C
Horizontale communicatie
D
Bottom-up-communicatie

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Een gesprek bij de koffieautomaat tussen twee medewerkers die op hetzelfde niveau werken is
een vorm van:
A
Informele communicatie
B
Top-down-communicatie
C
Horizontale communicatie
D
Bottom-up-communicatie

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Decoderen is het omzetten van woorden, gebaren en lichaamstaal in betekenis
A
waar
B
niet waar

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

humeur en relatie zijn factoren die van invloed zijn op communicatie
A
waar
B
niet waar

Slide 22 - Quiz

zender
communicatiemiddel
situatie
referentiekader 
Wat betekent referentiekader?

Slide 23 - Open question

Je ziet de wereld niet zoals hij echt is, maar zoals jij denkt dat hij is. Jouw waarneming wordt gekleurd door allerlei zaken. Denk aan:

opvoeding
waarden en normen
ervaringen
stemming, gevoelens,
land
geslacht
geloof
Interpreteren is het objectief registreren van feiten, terwijl waarnemen het toevoegen van persoonlijke betekenis aan die feiten.
A
juist
B
onjuist

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions