H3 Communicatie (les 8)

1 / 18
next
Slide 1: Slide
Sociale WetenschappenSecundair onderwijs

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

We zijn gestopt met het opsommen van 4 soorten 'kanalen', wat was geen van deze soorten?
A
zintuiglijke kanalen
B
mechanische kanalen
C
materiële kanalen
D
elektronische kanalen

Slide 2 - Quiz

Welk kanaal herken je in volgende voorbeelden? 

Slide 3 - Slide

Ik kondig via Smartschool aan dat je volgende week een CT hebt van dit onderdeel.
A
gesproken woord
B
zintuiglijk kanaal
C
mechanisch kanaal
D
elektronisch kanaal

Slide 4 - Quiz

Ik zeg ook in de les nog eens dat je volgende week een CT hebt.
A
gesproken woord
B
zintuiglijk kanaal
C
mechanisch kanaal
D
elektronisch kanaal

Slide 5 - Quiz

Je slaagt op deze CT omdat je een spiekbriefje hebt gemaakt.
A
gesproken woord
B
zintuiglijk kanaal
C
mechanisch kanaal
D
elektronisch kanaal

Slide 6 - Quiz

Je slaagt op je CT omdat je afkijkt bij je slimme buurvrouw.
A
gesproken woord
B
zintuiglijk kanaal
C
mechanisch kanaal
D
elektronisch kanaal

Slide 7 - Quiz

Na de CT bel je naar je BFF om te zeggen dat je het moeilijk vond.
A
gesproken woord
B
zintuiglijk kanaal
C
mechanisch kanaal
D
elektronisch kanaal

Slide 8 - Quiz

We zien vandaag nog één nieuw begrip: 
DE CONTEXT
= de situatie waarin de communicatie zich voordoet
WAAR?
WANNEER?
met WIE?
HOE?

Slide 9 - Slide

  • Waar?              -> ruimte
  • Wanneer?       -> tijd 
  • Wie?                  -> personen
  • Hoe?                 -> (sub)culturele spelregels
De context bestaat dus uit 4 aspecten: 

Slide 10 - Slide

OEFENING: welk aspect van de context speelt hier?

Slide 11 - Slide

Na de fuif van gisteren kan ik mijn vriendin niet verstaan, ze is erg hees en heeft bijna geen stem meer.
A
ruimte
B
tijd
C
personen
D
culturele spelregels

Slide 12 - Quiz

Op schoolreis in Luik kan een man me niet verstaan, hij spreekt immers enkel Frans.
A
ruimte
B
tijd
C
personen
D
culturele spelregels

Slide 13 - Quiz

Op vrijdag is de klas veel drukker dan op maandag, niet moeilijk: het weekend staat dan voor de deur!
A
ruimte
B
tijd
C
personen
D
culturele spelregels

Slide 14 - Quiz

Ik bel mijn trainer op terwijl ik in de trein zit. Omdat we door een tunnel rijden valt de verbinding plots weg.
A
ruimte
B
tijd
C
personen
D
culturele spelregels

Slide 15 - Quiz

AAN DE SLAG!
Maak bijlage 7 in je cursus

Slide 16 - Slide

Oplossingen bijlage 7
timer
4:00

Slide 17 - Slide

  • zender 
  • ontvanger
  • boodschap
  • feedback 
  • eenzijdige communicatie
  • tweezijdige communicatie
  • verbale communicatie
  • non-verbale communicatie
  • interpersoonlijke communicatie
  • massacommunicatie
  • coderen
  • decoderen
  • kanaal 
HERHALING: we hebben al heel wat begrippen gezien

Slide 18 - Slide