4mavo les 17 september

H2.4 Formules en namen
1 / 16
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

H2.4 Formules en namen

Slide 1 - Slide

2.4 Formules en namen 

Leerdoel van deze paragraaf:

  • de formule van een stof afleiden uit de molecuultekening;
  • de formules van elementen geven;
  • de formules van een aantal verbindingen opschrijven als de naam is gegeven;

Slide 2 - Slide

De molecuulformule

Atomen stellen we voor als bolletjes met
een elementsymbool
.




Cl
H
H
O
O
C
C
O
H

Slide 3 - Slide

De molecuulformule

De elementen kunnen we samenvoegen tot moleculen.

CO2                                                                                                          







 






Molecuultekening



C
O
O
H
H
O
Index: geeft het aantal atomen aan (staat rechtsonder het symbool)
H2O

Slide 4 - Slide

De molecuulformule

Meerdere moleculen worden weergegeven met
het
coëfficiënt
. Dit getal komt voor het molecuul te staan.



C
O
O
C
C
C
C
O
O
O
O
O
O
O
O

Hier is de coëfficiënt 5

dus 5CO2

Slide 5 - Slide

Opdracht

Uit hoeveel atomen (per soort) bevatten de volgende opgaven:

O2

H2O

CH4


Slide 6 - Slide

Moleculen
De molecuulformule geeft de soort en het aantal atomen in een molecuul weer, je zet de symbolen van de atomen in alfabetische volgorde.
De index achter het symbool van een atoomsoort geeft aan hoeveel van deze atomen er in een molecuul zitten.
De coëfficiënt geeft het aantal moleculen weer.

Slide 7 - Slide

Elementen

In het periodieksysteem staan alle elementen genoemd. De naam van een element begint altijd met een hoofdletter. De naam van een element kan uit 1 of uit 2 letters bestaan. Wanneer de naam uit 2 letters bestaat, is de tweede letter altijd een kleine letter

Let dus goed op hoofdletters en 

kleine letters.

H  = waterstof
He = helium

Slide 8 - Slide

Claudia Fietst In Haar Ondergoed Naar Breda

De moleculen van deze atomen bestaat altijd uit twee dezelfde atomen:

-Br2  : Broommolecuul
-I2     : Joodmolecuul
-N2   : Stikstofmolecuul
-Cl2  : Chloormolecuul
-H2   : Waterstofmolecuul
-O2   : Zuurstofmolecuul
-F2    : Fluormolecuul


Slide 9 - Slide

 Formuletaal evaluatie

Leerdoel van deze paragraaf:


  • de formule van een stof afleiden uit de molecuultekening;
  • de formules van elementen geven;
  • de formules van een aantal verbindingen opschrijven als de naam is gegeven;
  • de naam van een aantal stoffen opschrijven als de formule is gegeven;

Slide 10 - Slide

Sublimeren
Mengen
Chemische reactie
Scheiden
Stollen

Slide 11 - Drag question

Belangrijke begrippen
Molecuultekening
Molecuultekening van water
Bestaat uit:
  • 1 atoom zuurstof (O)
  • 2 atomen waterstof (H)
  • 1 molecuul

Molecuulformule
Molecuulformule:
2x een H-atoom
1x een O-atoom
Het kleine getal is de index en zegt hoe veel van een soort atomen aanwezig is, dit staat altijd achter het element.
Index is 1 laat je weg!

Index
Het kleine getal is de index en zegt hoe veel van een soort atomen aanwezig is, dit staat altijd achter het element.
Index is 1 laat je weg!

Coëfficiënt
Coëfficiënt staat voor de molecuulformule en geeft aan hoeveel moleculen ervan zijn. 

Voorbeeld: 3 CO2
3 * 1 atomen C (koolstof) dus 3 atomen totaal
3 * 2 atomen O (zuurstof) dus 6 atomen totaal

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Schrijf de molecuulformules op van de volgende stoffen:
Koolstoftetrabromide
Siliciumdichloride
Di-ijzertetrajodide
Methaan
Butaan
Dialuminiumpentaoxide

Slide 15 - Slide

Huiswerk:
Maken
Tekstboek 17 t/m 30 

Slide 16 - Slide