do flex: 4.2 + Reactievergelijkingen kloppend maken
do 11 flex: 4.4
di 16 feb: 4.5 Reactievergelijkingen kloppend maken
do 18 feb: SO 4.5 Reactievergelijkingen kloppend maken
Luister mij
1 / 30
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3
This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
vandaag: 4.3 + rekenen herhalen + start 4.5
do flex: 4.2 + Reactievergelijkingen kloppend maken
do 11 flex: 4.4
di 16 feb: 4.5 Reactievergelijkingen kloppend maken
do 18 feb: SO 4.5 Reactievergelijkingen kloppend maken
Luister mij
Slide 1 - Slide
Bron 2 op blz. 77
Deze moet je uit je hoofd kennen!
Er zijn ruim 100 verschillende atomen.
Elke atoomsoort heeft een symbool.
Eerste letter is een hoofdletter.
Tweede letter is kleine letter.
Ander woord atoomsoort is element.
Slide 2 - Slide
Molecuultekening
Molecuultekening
van water
Bestaat uit:
1 atoom zuurstof (O)
2 atomen waterstof (H)
1 molecuul
Molecuulformule
Molecuulformule:
2x een H-atoom
1x een O-atoom
Het kleine getal is de index en zegt hoe veel van
een soort atomen aanwezig is, dit staat altijd achter het element.
Index is 1 laat je weg!
Index
Het kleine getal is de index en zegt hoe veel van
een soort atomen aanwezig is, dit staat altijd achter het element.
Index is 1 laat je weg!
Coëfficiënt
Coëfficiënt staat voor de molecuulformule en geeft aan hoeveel moleculen ervan zijn.
Voorbeeld: 3 CO2
3 * 1 atomen C (koolstof) dus 3 atomen totaal
3 * 2 atomen O (zuurstof) dus 6 atomen totaal
Uitleg plaatjes
Slide 3 - Slide
Molecuultekening
Molecuultekening
van water
Bestaat uit:
1 atoom zuurstof (O)
2 atomen waterstof (H)
1 molecuul
Molecuulformule
Molecuulformule:
2x een H-atoom
1x een O-atoom
Het kleine getal is de index en zegt hoe veel van
een soort atomen aanwezig is, dit staat altijd achter het element.
Index is 1 laat je weg!
Index
Het kleine getal is de index en zegt hoe veel van
een soort atomen aanwezig is, dit staat altijd achter het element.
Index is 1 laat je weg!
Coëfficiënt
Coëfficiënt staat voor de molecuulformule en geeft aan hoeveel moleculen ervan zijn.
Voorbeeld: 3 CO2
3 * 1 atomen C (koolstof) dus 3 atomen totaal
3 * 2 atomen O (zuurstof) dus 6 atomen totaal
Waarom staat die auto hier? Luister het fragment!
Uitleg van deze slide
Slide 4 - Slide
Belangrijke begrippen
Molecuultekening
Molecuultekening
van water
Bestaat uit:
1 atoom zuurstof (O)
2 atomen waterstof (H)
1 molecuul
Molecuulformule
Molecuulformule:
2x een H-atoom
1x een O-atoom
Het kleine getal is de index en zegt hoe veel van
een soort atomen aanwezig is, dit staat altijd achter het element.
Index is 1 laat je weg!
Index
Het kleine getal is de index en zegt hoe veel van
een soort atomen aanwezig is, dit staat altijd achter het element.
Index is 1 laat je weg!
Coëfficiënt
Coëfficiënt staat voor de molecuulformule en geeft aan hoeveel moleculen ervan zijn.
Voorbeeld: 3 CO2
3 * 1 atomen C (koolstof) dus 3 atomen totaal
3 * 2 atomen O (zuurstof) dus 6 atomen totaal
Slide 5 - Slide
Uit hoeveel soorten moleculen bestaat glucose?
A
1
B
3
C
20
D
24
Slide 6 - Quiz
Uit hoeveel soorten elementen bestaat glucose?
A
1
B
3
C
20
D
24
Slide 7 - Quiz
Uit hoeveel atomen bestaat glucose?
A
1
B
3
C
20
D
24
Slide 8 - Quiz
Wat is de molecuulformule
van glucose (suiker)? (fase is vast)
Slide 9 - Open question
Wat is de molecuulformule
van ethanol, fase is vloeibaar.
rood = O, wit = H en zwart is C
Slide 10 - Open question
Uit hoeveel atomen bestaat dit molecuul?
HNO3(aq)
Slide 11 - Open question
Uitelg van deze slide
Slide 12 - Slide
Hiernaast zie je 2 niet-ontleedbare stoffen.
A
juist
B
onjuist
C
niet te zeggen
Slide 13 - Quiz
Dit is een ontleedbare-stof.
C6H12O6
A
juist
B
onjuist
C
niet te zeggen
Slide 14 - Quiz
Uitleg van deze slide
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Namen van moleculen
CuBr2 = koper-di-bromide
C2H4 = di-koolstof-tetra-waterstof
Uitleg van deze slide
Slide 17 - Slide
Schrijf de namen van de volgende stoffen op (zie afbeelding hiernaast).
Slide 18 - Open question
Wat is de molecuulfomule van:
dikoolstoftetrachloride
C2Cl4
Uitleg van deze slide
Slide 19 - Slide
Wat is de molecuulformule van: 1. distiktoftetraoxide 2. koolstoftetrabromide 3. diwaterstofsulfide 4. difosforhexaoxide
Slide 20 - Open question
Triviale namen die je moet kennen.
Bron 5 boek blz 84
Stoffen hebben vaak meerdere namen.
Rationele naam = scheikundig
Triviale naam = volksmond
In binas tabel 42 staan er enkele. Tabel hiernaast moet je kennen.
Slide 21 - Slide
Molecuulformules 7 niet-ontleedbare stoffen.
Bron 4 blz 84
Slide 22 - Slide
Binas tabel 34
Blauwe zijn metalen.
Komen altijd alleen voor.
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Video
De uitleg die je net hebt bekeken gaat over iets nieuws. Reactievergelijkingen kloppend maken.
Dat gaat elke les terug komen. Wil je nog wat uitleg? Kijk dan de video de slide (29) na de 2 vragen.
Slide 25 - Slide
Hoeveel watermoleculen heb je nu voor de reactie?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 26 - Quiz
Welke getallen mag je aanpassen om een reactievergelijking kloppend te maken?
A
De coëfficiënten
B
De index
C
De coëfficiënten en de index
D
De coëfficiënten en de index van de producten
Slide 27 - Quiz
Sleep de stappen in de juiste volgorde.
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
Stap 5
Schrijf het reactieschema op.
Schrijf de formules eronder.
Maak de reactievergelijking kloppend
Controleer of je goed doet en schrijf fase van de stoffen op.
Tel de hoeveelheid atomen link en rechts.
Slide 28 - Drag question
Slide 29 - Video
Aan de slag
Maak de opdrachten van 4.3 en lever deze maandag 8 feb in via Learnbeat.
Maak daarnaast het werkblad die onder 4.6 Extra Materiaal staat. Hier oefenen we het rekenen. De antwoorden heb ik toegevoegd zodat je deze kan nakijken. Lever de antwoorden van het werkblad op maandag 15 feb ook in via Learnbeat bij 4.3.