Periode 2 - week 49 - Herhaling H.1 Gedicht



Poëzie:
rijmschema's en beeldspraak


Floor van Heel  -  Stanislascollege
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with text slides and 2 videos.

Items in this lesson



Poëzie:
rijmschema's en beeldspraak


Floor van Heel  -  Stanislascollege

Slide 1 - Slide

Donderdag 9 december

Wat gaan we doen:

  • Theorie rijmschema's
  • Gedicht bekijken
  • Theorie Beeldspraak
  • Opdracht Beeldspraak = af tijdens de les
      
 Formulier MOL-   gesprek in PD!!!

-SAM     -ROWAN
-JULIE   -YURI
-ANNIK
 Interessetest
 Anaïs

Slide 2 - Slide

Alliteratie
Alliteratie = beginrijm
woorden die in de buurt van elkaar staan en met dezelfde letter of klank beginnen.

vb.: Wil Wim mij de weg wijzen?

vb.: Liesje leerde Lotje lopen langs de lange Lindelaan.

Slide 3 - Slide

Alliteratie
Doel van alliteratie = de tekst tot leven te brengen (vloeiend effect). 

Alliteratie wordt veel gebruikt in poezie, maar ook in bedrijfsnamen of reclame (zie afbeelding).

Slide 4 - Slide

Assonantie
Assonantie = klankrijm
Woorden met dezelfde klank die in de buurt van elkaar staan.

Maar het leven is te hard en vast
Of we al een rustplaats graven,
Nog nimmer kwam de grote nacht
En is een mensch gaan slapen. 

M. Nijhoff

Slide 5 - Slide

Eindrijm
De woorden aan het einde van de regel hebben dezelfde klank. 

Van het eindrijm kun je een rijmschema maken.

"De Sint zat te denken
wat hij Jan dit jaar zou schenken."

Slide 6 - Slide

Rijmschema
Rijmschema's kun je maken bij gedichten met eindrijm = de woorden aan het einde van de regel hebben dezelfde klank. 

We gaan naar zee!              a
Ga je mee?                             a
Plezier voor twee                a
Hopsakee!                              a

= slagrijm want de klank 'ee' rijmt op elkaar.

Slide 7 - Slide

Wat is het rijmschema?

Hoe noem je dit rijmschema?

Slide 8 - Slide

Schema?
Naam?

Slide 9 - Slide

Schema? Naam?

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Beeldspraak

Slide 12 - Slide

Opdracht beeldspraak

Raadpleeg overzicht theorie (Classroom) en/of Google.

  • Vorm een groepje van 2 of 3 (buren);
  • Kies 2 van de volgende soorten beeldspraak:
      metonymia, vergelijking, metafoor, personificatie;
  • Maak een samenvatting van de betekenis van de 2   soorten beeldspraak en bedenk er 1 voorbeeld per   beeldspraak bij;
  • Je presenteert bovenstaande aan de klas.

timer
10:00

Slide 13 - Slide

Beeldspraak

Slide 14 - Slide

0

Slide 15 - Video

Slide 16 - Video