3. 6 jan: Fictie/non-fictie, boek kiezen, framing en toets bespreken

Op tafel:
  • laptop
  • map
  • pen
  • Oefenboek
Welkom havo 3
timer
1:30
  • Jas uit en over je stoel. 
  • Tas van tafel.
  • Oortjes en telefoon in je tas. 
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 1 min

Items in this lesson

Op tafel:
  • laptop
  • map
  • pen
  • Oefenboek
Welkom havo 3
timer
1:30
  • Jas uit en over je stoel. 
  • Tas van tafel.
  • Oortjes en telefoon in je tas. 

Slide 1 - Slide

Regels les
- Als ik spreek, is het stil
- Steek je hand op als je iets wil vragen
- We luisteren naar elkaar
- We respecteren elkaars leerproces
! Actieve Werkhouding!

Slide 2 - Slide

Vandaag
  • Numo: thuis sprongtoets maken
  • Inzage toets/ophalen stof periode 1
  • Fictie/non-fictie (boek kiezen voor volgende week)

Slide 3 - Slide

Aan het einde van de les
- Heb je je kennis van periode 1 opgehaald
- Weet je wat je goed hebt gedaan en minder goed hebt gedaan tijdens de toets
- Heb je kennis van fictie/non-fictie

Slide 4 - Slide

Periode 2 
Oefenboek
Handboek 
Hst 2 Fictie en werkelijkheid 
A, B, C, D (E,) F 
Taal en Cultuur - Verhalen hst 12
Taalgebruik- hst 14-19 
Verhalen - Plot en andere literaire begrippen hst 8-10 
Hst 5 Vermaken & ontroeren 
A, B, C, D, (E), F
Taal & Cultuur - Humor en spot hst 15
Verhalen en gedichten - Beeldspraak hst 16 
Taalgebruik- hst 14-19 
Werkwoordspelling B
Hoofdletters en leestekens D
Taalverzorging - Werkwoordspelling hst 5 
Taalverzorging -  Hoofdletters en Leestekens - hst 8, 9

Slide 5 - Slide

Hoe heb je voor de toets geleerd?
Wat zou je de volgende keer anders willen doen?

Slide 6 - Open question

Studietips periode 2
- maak al je huiswerk
- doe actief mee in de les, dus maak ook de oefenvragen
- neem al je boeken mee
- oefen vooral met opdrachten en leesvaardigheid

Slide 7 - Slide

Inkijken toets
- Kijk je toets in
- Schrijf op een blaadje alle vragen die je echt niet begrijpt
- Schrijf op waar je het niet mee eens bent en waarom (punt erbij?)
- Doe dit zelfstandig en in STILTE!
timer
8:00

Slide 8 - Slide

H2 fictie en werkelijkheid
A: Romans zijn altijd een beetje waargebeurd. 

Slide 9 - Slide

Communiceren doe je samen 2
Termen vandaag: 
  • Fictie
  • non-fictie
  • realistische fictie
  • autobiografische roman
  • biografische roman

Maak aantekeningen!

Slide 10 - Slide

Communiceren doe je samen 2
Verzonnen of werkelijkheid? 

  • fictie = verzinsel van de schrijver
  • non-fictie = gebaseerd op controleerbare feiten
  • Grens is soms moeilijk te trekken!

Slide 11 - Slide

Communiceren doe je samen 2
Vraag. 
Leg uit wat 'realistische fictie' betekent. 
Schrijf je antwoord op. 
timer
1:00

Slide 12 - Slide

Communiceren doe je samen 2
Vraag. Leg uit wat 'realistische fictie' betekent. 

Antwoord: het is fictief (verzonnen), maar in het verhaal zitten gebeurtenissen die echt plaats hadden kunnen vinden (non-fictief). 

Slide 13 - Slide

Communiceren doe je samen 2
De grens tussen werkelijkheid en verzonnen is soms moeilijk...

Voorbeeld 1: 
Hersenschimmen (1984) - Bernlef
Gaat over hoe het is om de ziekte Alzheimer te krijgen. Bernlef deed hier onderzoek naar vóórdat hij het boek schreef. Hierdoor lijkt het net alsof Bernlef het zelf heeft meegemaakt. 

Slide 14 - Slide

Communiceren doe je samen 2
De grens tussen werkelijkheid en verzonnen is soms moeilijk...

Voorbeeld 2: 
De Cock en ... (1963...) - Baantjer
Baantjer werkte zelf jaren bij de politie. Hij schreef boeken over ervaringen die hij had opgedaan en over gebeurtenissen die hij zelf had meegemaakt. Zo lijkt het levensecht. 

Slide 15 - Slide

Communiceren doe je samen 2
  • autobiografie 
auto-bios-grafia (uit het Grieks)
zelf - leven - schrijven

  • biografie
bios-grafia (uit het Grieks)
leven - schrijven

Vraag:
Wat is het verschil tussen een autobiografie en een biografie? Schrijf het antwoord in je schrift/map.
timer
1:00

Slide 16 - Slide

Communiceren doe je samen 2
Vraag:
Wat is het verschil tussen een autobiografie en een biografie?

Antwoord:
  • In een autobiografie schrijft de auteur over zijn eigen bevindingen/ervaringen (auto = zelf)
  • In een biografie schrijft de auteur over de bevindingen/ervaringen van een ander

Slide 17 - Slide

Communiceren doe je samen 2
Vraag: 
Is een autobiografische roman non-fictie (de werkelijkheid)? Leg uit. 

Schrijf het antwoord in je schrift.
timer
2:00

Slide 18 - Slide

Communiceren doe je samen 2
Vraag: 
Is een autobiografische roman non-fictie (de werkelijkheid)? 

Antwoord: 
Als de schrijver alles opschrijft zoals het heeft plaatsgevonden, dan is de autobiografische roman non-fictie.

Maar ...
  • Heeft de schrijver wel alles opgeschreven zoals het heeft plaatsgevonden?
  • Heeft de schrijver bepaalde gebeurtenissen spannender gemaakt dan ze waren?
  • Is de schrijver altijd objectief gebleven of ook soms subjectief.  Het zijn immers de ervaringen van de schrijver en gevoelens maken die vast niet altijd objectief.
  • Is het verhaal controleerbaar?
  • Heeft er ook maar één ding niet exact zo plaatsgevonden zoals het opgeschreven is, dan is het fictie

Slide 19 - Slide

Communiceren doe je samen 2
Termen vandaag:
  • Fictie
  • non-fictie
  • realistische fictie
  • autobiografische roman
  • biografische roman

Lees je aantekeningen door. 
Begrijp je nu elk begrip?
timer
1:00

Slide 20 - Slide

Wat is het belangrijkste wat je vandaag hebt geleerd?

Slide 21 - Open question