Vergilius 6.42-6.55

• Latijn
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 6

Vergilius 6.42-6.55

Vergelijk de volgende twee vertalingen van r.42:

a. In de enorme Euboische rotswand gaapt een holte

b. De wand van de Euboische rots is uitgehold tot een reusachtige grot.

Wat valt op bij de weergave van ingens?

De verteller spreekt in regel 43 van honderd toegangen en honderd openingen. Welk stilistisch middel?

1. hyperbaton
2. hyperbool
3. hendiaduoin
4. tautologie

Volgens een commentaar is een echo weergegeven in regel 43-44. Met welke woorden is er een echo gesuggereerd?

Wat is de functie van deze echo?

Welk stilistisch middel tref je niet aan in regel 43?

1. parallellisme
2. asyndeton
3. alliteratie
4. hyperbaton

parallellisme: aditus (a) centum (b) ostia (a) centum (b) , asyndeton, alliteratie van de c.

deus ecce deus. Welke god verschijnt er

Welke verandreingen ondergaat de Sibylle op het moment dat ze door de godheid bezeten raakt?

Ook de natuur verandert als een godheid nadert. Welk detail in de tekst wijst hierop? Citeer het Latijn

In regel 53 tref je een personificatie aan

gelidus...tremor (54-55) Deze woorden krijgen veel nadruk. Op welke twee manieren valt alle nadruk op deze woorden?

magna ora domus (53). Hoe zijn deze ora in het voorafgaande genoemd?