1 De laptoptikkers bleken per lezing veel meer woorden te noteren dan
de schrijvers, gemiddeld zo’n 550 tegen minder dan 400.
2 De handschrijvers vertoonden veel meer onderlinge verschillen in
woordkeuze – allemaal aanwijzingen voor een intensievere verwerking.
3 De typisten zitten zeker niet te slapen, want een half uurtje na de
lezing is er niet veel verschil in feitenkennis tussen hen en de schrijvers.
4 Het gaat dan om vragen als: ‘Waarvoor werden oude Indiase zegels gebruikt?’
5 Maar op begripsvragen scoren de schrijvers dan wel veel beter dan de typisten.
6 Dat zijn vragen als: ‘Wat is het probleem als belangrijke functies
beheerst worden door algoritmes?’
7 Het treurige is verder dat het enige voordeel dat de tikkers hebben,
namelijk een completer verslag van wat er gezegd is, niet helpt bij het leren.
8 Toen de deelnemers een week later terugkwamen en een minuut of
tien hun aantekeningen mochten bekijken, scoorden de schrijvers
daarna opnieuw hoger op begripsvragen dan de tikkers.