Je moet die woorden invoeren op de website en dan op het luidsprekertje klikken, dan hoor je de uitspraak en op welke lettergreep de klemtoon ligt is het dikke bolletje. Dus address..ligt de klemtoon op dress en niet op a, dus eerst dun bolletje en dan dik bolletje.
Slide 13 - Slide
Answers WB page 32
ex. 1
1. baggy
2. casual
3. dark
4. light
5. long
6. long sleeves
7. patterned
8. plain
9. short
10. short-sleeved
11. smart
12. tight
Slide 14 - Slide
answers WB page 32 ex. 2
1. father
2. parent
3. lesson
4. address
5. tattoo
6. moustache
7. basketball
8. teenager
9. grandfather
10. eraser
11. apartment
12. together
13. introduce
14. afternoon
15. lemonade
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
What the next video clip about describing actions:
What is he/she doing?
What are they doing?
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Video
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Slide
Slide 26 - Slide
Slide 27 - Slide
Student Book page 128
Do exercise 3:
Je moet de gegeven zin negatief maken (= not) en met het werkwoord tussen haakjes moet je een nieuwe zin maken.
Example 3.2:
Those dogs are fighting. = Those dogs aren't fighting, they are playing.