1.2 Waarom koop je dat?

Welkom!
Pak je boek, schrift, rekenmachine en pen.

Blader naar hoofstuk 1.2, bladzijde 12.
1 / 21
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

Welkom!
Pak je boek, schrift, rekenmachine en pen.

Blader naar hoofstuk 1.2, bladzijde 12.

Slide 1 - Slide

Wat weet je al van reclame?

Slide 2 - Mind map

§1.2 Waarom koop je dat?
Wat weet je na deze les?
-Waarom mensen verschillende behoeften hebben.
-Het verschil tussen sociale en commerciële beïnvloeding.
-Waarom er reclame gemaakt wordt.
-Je kunt met een percentage een getal uitrekenen. 

Slide 3 - Slide

Budget:
Een budget is de hoeveelheid geld die een persoon te besteden heeft. Hiervan moet je een bepaald soort uitgaven doen

Er zullen keuzes gemaakt moeten worden om binnen een budget te blijven.

Slide 4 - Slide

Wat bepaalt je koopgedrag?
  • leeftijd
  • inkomen
  • mensen in je omgeving (sociale beïnvloeding)
  • bedrijven (commerciële beïnvloeding)

Slide 5 - Slide


Sociale beïnvloeding
Mensen beïnvloeden elkaar
Commerciële beïnvloeding
Bedrijven beïnvloeden mensen

Slide 6 - Slide

Sociale beïnvloeding
Je wordt beïnvloed door andere mensen.

Bijv: Ik heb nieuwe Nike's die zou jij ook moeten kopen, ze lopen super goed!

Slide 7 - Slide

Commerciële beïnvloeding
Inlvoed van producenten en verkopers op jouw keuzes.

Bijvoorbeeld door:
- Verkoopgesprekken
- Reclameuitingen
- Kortingen
- Membership zus en zo kaart
- Berichten via sociale media!!
- Etc.



Slide 8 - Slide

Reclame
Alles wat winkeliers en fabrikanten doen om de aandacht op hun product te richten. Dit zodat je het product gaat kopen. 

Slide 9 - Slide

Er worden allerlei trucs gebruikt om ons zo veel mogelijk spullen te laten kopen. Eva ziet in een MRI-scanner wat goede reclame met onze hersenen doet. 
https://www.hetklokhuis.nl/tv-uitzending/4019/Reclame

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Slide 12 - Video

Reclame
Reclame

Slide 13 - Slide

Je kunt een getal in een percentage uitrekenen.

Slide 14 - Slide

Voorbeeld 1
Hoeveel is 10% van €125 = 
€125 : 100 = 1,25 (1%)

1,25 x 10 = €12,50

Maar je kunt ook: 0,10 x €125 = €12,5

Slide 15 - Slide

Voorbeeld 2
10% van €100 = 0,10 x 100
15% van €325 = 0,15 x 100
27,5% van €291,99 = 0,275 x 291,99

Slide 16 - Slide

Tip - rekenen met procenten
1. Reken eerst altijd 1% uit
2. Vermenigvuld dat met het percentage in de som.

Oefenen, opgave 26 en 27.

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Henk heeft net nieuwe Fortnite moves gekocht. Hij is zo enthousiast dat hij tegen jou zegt die moet je ook kopen.
A
Sociale beïnvloeding
B
Commerciële beïnvloeding

Slide 19 - Quiz

Commercieel betekent dat bedrijven er geld aan willen verdienen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 20 - Quiz

Wat mensen kopen is afhankelijk van
A
Je budget, leeftijd, geslacht
B
budget
C
Leeftijd
D
geslacht

Slide 21 - Quiz