VWO6 H1 P2

Aarde - Landschapszones

Wisselwerking tussen de geofactoren
1 / 28
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Aarde - Landschapszones

Wisselwerking tussen de geofactoren

Slide 1 - Slide

Leerdoelen par. 1.2
  • • Je kent de geofactoren en welke invloed deze op elkaar kunnen hebben in een landschap
  • • Je kent de zes landschapszones, je kunt ze koppelen aan Köppen en de luchtcirculaties en plantengroei
  • • Je kent het verschil tussen transpiratie en oppervlakteverdamping
  • • Je kunt uitleggen wat er wordt bedoeld met ‘nuttige neerslag’.
  • • Je kunt het jaarlijks verloop van de hoeveelheid bodemvocht in de gematigde breedten verklaren
  • • Je kunt vochtoverschot en vochttekort bij een Nederlandse bodem in een droog jaar verklaren

Slide 2 - Slide

Vergelijk met het boek blz. 125 

Slide 3 - Slide

Wat is afgebeeld op deze kaart?

Slide 4 - Slide

Welke landschapszones zijn er?

Wat is de volgorde van evenaar naar pool?

Slide 5 - Slide

Landschapszones van evenaar tot pool
Tropische zone
(Semi)aride zone
 Subtropische zone
Gematigde zone
Boreale zone
Polaire zone

Slide 6 - Slide

Welke geofactor is de hoofdverantwoordelijke voor het patroon van de landschapszones?
Antwoord
Het klimaat, met name neerslag en temperatuur

Slide 7 - Slide

Bossen komen in verschillende landschapszones voor.
Maar in welke zones ontbreekt bos en wat is de oorzaak daarvan?
Antwoord
Het komt NIET voor in 
- de polaire zone > te koud, te kort groeiseizoen
- de aride zone > te weinig neerslag (na verdamping)

Slide 8 - Slide

Toch zijn er ook in de gematigde zone met loofbossen als oorspronkelijke plantengroei plekken waar bos ontbreekt. Welke geofactor is hier verantwoordelijk voor?
  


Antwoord
Natuurlijk: de hoogte > temperatuur te laag
Mens: bossen gekapt voor m.n. landbouw

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Invloed klimaat
  • Temperatuur: minimum temperatuur voor plantengroei, bijv. naaldbomen > 10 graden C
  • Neerslag: het gaat dan om de nuttige neerslag > dat is neerslaghoeveelheid min verdamping
>> Grote nuttige neerslag > dan veel uitspoeling

Slide 11 - Slide

Waar is de nuttige neerslag het grootst? Waar nul? Waar negatief?

Slide 12 - Slide

Grootst: tropisch regenwoud;
Nul: Steppe;            Negatief: Woestijn/woestijnsteppe

Slide 13 - Slide

Vergelijkmet blz 127

Slide 14 - Slide

In de verschillende landschapszones zijn dus ook verschillende soorten bodems te vinden. Deze variëren in dikte en samenstelling.

Slide 15 - Slide

Verticale relaties

Slide 16 - Slide

Economische ontwikkeling moet zowel lokaal als nationaal worden gestimuleerd.
Eens, lokale bedrijven zijn belangrijk voor de economie en moeten worden ondersteund.
Oneens, economische ontwikkeling moet uitsluitend op een nationaal niveau plaatsvinden om effectief te zijn.
Lokale economische ontwikkeling is belangrijk, maar kan alleen worden bereikt door effectief nationaal beleid.
De economie zou onafhankelijk van enige politieke invloeden moeten worden ontwikkeld en gereguleerd.

Slide 17 - Poll

Klimaatverandering is een mondiaal probleem dat continentale en nationale reacties vereist.
Eens, we moeten wereldwijd samenwerken en onmiddellijk actie ondernemen.
Oneens, klimaatverandering is niet zo'n groot probleem of kan lokaal worden opgelost.
Continentaal en nationaal beleid zijn belangrijk om de impact te verminderen, maar internationaal beleid is noodzakelijk.
De oorzaken van klimaatverandering zijn onbekend en we mogen geen maatregelen nemen zonder voldoende informatie.

Slide 18 - Poll

Lokale beleidsmaatregelen hebben meer directe invloed op het dagelijks leven van burgers dan nationale of continentale maatregelen.
Eens, lokale maatregelen zijn het meest relevant.
Oneens, nationaal beleid is belangrijker.
Lokaal, nationaal en continentaal beleid zijn allemaal van even groot belang.
De schaal waarop het beleid wordt uitgevoerd is irrelevant.

Slide 19 - Poll

Slide 20 - Slide

Verklaring tropische bodem?
Grote nuttige neerslag > extreem veel uitspoeling
Tot diep in de bodem is de bodem sterk verarmd en overheersen aluminium- en ijzer die de bodem een rood-bruine kleur geven

Slide 21 - Slide

Ook uitspoeling zichtbaar ...
Gematigde zone > loofbos 
Boreale zone > naaldbos
Neerslag groter dan verdamping
Uitspoelingslaag grijs, inspoelingslaag daaronder zwart

Slide 22 - Slide

Geen uitspoeling zichtbaar (1)
Polaire zone 
Permafrost: ondergrond continu bevroren
Planten vergaan nauwelijks > vorming veenlaag

Slide 23 - Slide

Geen uitspoeling zichtbaar (2)
Steppe (aride zone)
Nuttige neerslag 0.

Slide 24 - Slide

Invloed mens: met name door landbouw
- natuurlijke kringlopen doorbroken
-afname biodiversiteit > monocultuur

Slide 25 - Slide

Twee soorten vruchtbaarheid
1) Chemisch: 
benodigde  voedingsstoffen aanwezig

Slide 26 - Slide

Twee soorten vruchtbaarheid
2) Fysisch: goede verhouding vaste stof-water-lucht

Slide 27 - Slide

In verschillende landschapszones verschilt ook de fysische en chemische vruchtbaarheid
Soms is deze kwetsbaar!

Boeren proberen vruchtbaarheid in stand te houden door ... ?

Slide 28 - Slide