ingesproken - Hoofdstuk 6 paragraaf 6.3

1 / 30
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

  • Vragen over huiswerk
  • Leerdoelen §6.3
  • Instructie §6.3
  • Opgave 26 a
  • Evaluatie lesdoelen
  • Afsluiting les

Slide 2 - Slide

Heb je vragen over het huiswerk van §6.2?
Stel die dan via de chat of per mail. 

Slide 3 - Slide

Hoofdstuk 6
De overheid en ons inkomen

Slide 4 - Slide

Hoofdstuk 6
§6.1 Groei of krimp?
§6.2 Hoe zwaar wordt je belast?
§6.3 Belasting over je spaargeld?
§6.4 Is het eerlijk verdeeld?

Slide 5 - Slide

Even herhalen

Slide 6 - Slide

Wanneer spreken we van economische groei?

Slide 7 - Open question

Waar betaal je in box 1 belasting over?

Slide 8 - Open question

We kennen in box 1 maar 1 bijtelling. Welke is dat?

Slide 9 - Open question

Ja, het eigenwoningforfait.
En hoe berekenen we die?
Het eigenwoningforfait bereken je door een percentage van de WOZ- waarde van je huis uit te rekenenen (dit percentage kun je aflezen uit een tabel).

Slide 10 - Slide

Hoe berekenen we het belastbaar inkomen?
Totale inkomsten uit werk €
Eigenwoningforfait              €  +
Aftrekposten                          €   -

Belastbaar inkomen             € 

Slide 11 - Slide

Wat bedoelen we met een progressief belasting tarief?

Slide 12 - Open question

Leerdoelen 6.3:
  • Je leert wat de vermogensrendementsheffing in box 3 is.
  • Je leert wat heffingskorting is.
  • Je leert hoe je de uiteindelijke inkomstenbelasting berekent.

Slide 13 - Slide

Box 3
Sparen en beleggen

Slide 14 - Slide

Box 3
  • De overheid gaat uit van een fictief rendement.
  • Heffingsvrij vermogen: een deel van je vermogen waarover je geen belasting hoeft te betalen. 

Slide 15 - Slide

Box 3: berekening

Slide 16 - Slide

26.a
Opgave 26a

Slide 17 - Slide

Belasting betalen
Heffingskortingen: mag je afhalen van het bedrag dat je in box 1 en 3 aan belasting moest betalen. 

Slide 18 - Slide



Vragen?

Stel die dan via de chat!

Slide 19 - Slide

Leerdoelen 6.3:
  • Je leert wat de vermogensrendementsheffing in box 3 is.
  • Je leert wat heffingskorting is.
  • Je leert hoe je de uiteindelijke inkomstenbelasting berekent.

Slide 20 - Slide

Hoeveel procent bedraagt het belastingtarief in
box 3?
A
27,5%
B
30%
C
4,451%

Slide 21 - Quiz

Door de heffingskortingen
A
Word je belastbaar inkomen hoger waardoor je meer belasting betaalt
B
Word je belastbaar inkomen hoger waardoor je minder belasting betaalt
C
Word je belastbaar inkomen lager waardoor je meer belasting betaalt
D
Word je belastbaar inkomen lager waardoor je minder belasting betaalt

Slide 22 - Quiz

Hoe bereken je het belastbaar vermogen (in box 3)?
A
bezittingen - schulden - heffingsvrij vermogen
B
bezittingen - schulden + heffingsvrij vermogen
C
bezittingen + schulden - heffingsvrij vermogen
D
bezittingen + schulden + heffingsvrij vermogen

Slide 23 - Quiz

Box 1
Box 3
Inkomen uit arbeid
Inkomen uit vermogen

Slide 24 - Drag question

Wie heeft er recht op de algemene heffingskorting van de inkomstenbelasting?
A
Iedereen
B
Niemand
C
Iedereen met een fulltimebaan
D
Iedereen die met pensioen is

Slide 25 - Quiz

Inkomstenbelasting box 1: 40.000 euro. Inkomstenbelasting box 3: 3.000. Deze persoon heeft recht op de algemene heffingskorting en de arbeidskorting van 2018. Bereken de verschuldigde inkomstenbelasting

Slide 26 - Open question

Ga aan de slag met het maken van §6.3
Denk ook aan het inleveren via Google classroom



Heb je vragen? Stel die dan via de chat. 
Op de volgende slides vind je nog extra uitleg/opdrachten. 
Klaar? --> Maak dan de rekenopgaven van hoofdstuk 6.

Slide 27 - Slide

https://deinkomstenbelasting.weebly.com/

Je kunt hier les 1 t/m 6 bekijken/maken voor extra uitleg/oefenmateriaal. 

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Video

Slide 30 - Video