2ha Spelling H5 (donderdag 12 jan)

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

WELKOM 2HA

• Neem plaats.
• Pak alvast je boek
  (blz. 162-163) en schrift.

1. De regels van samenstellingen herhalen.

2. Spelling H4 afmaken.

3. Verder met Spelling H5.

4. Kijken naar je persoonlijke leerdoelen.

Wat gaan we vandaag doen?

• Je weet wanneer je hoofdletters schrijft.
• Je weet waarom en hoe je aanhalingstekens in het Nederlands gebruikt.
• Je hebt je drie leerdoelen voor de lessen Spelling opgesteld.

Lesdoelen

Planning tot aan
de toestweek

Deze les: 

Het huiswerk kort bespreken.
Uitleg Lezen H3.
Werken aan opdracht 1, 2 en 3.
Gezamenlijk afronden met een aantal vragen.

Spelling H4, opdracht 3.

Bladzijde 131.

Nakijken

Bestaat uit twee delen. Deel één gaat over hoofdletters en aanhalingstekens en deel twee gaat over werkwoordspelling. Vandaag focussen we ons op deel één.

Spelling H5

blz 162-163

Gebruik je aan het begin van een zin, bij eigennamen en bij bijvoeglijke naamwoorden die van Aardrijkskundige namen zijn afgeleid.

Robert, Chelsea, Gejanne
Nederlands elftal, Utrecht, Pasen, Google, Mercedes, Puma etc. 

HOOFDLETTERS

• Gebruik je bij samenstellingen van religieuze feesten (kerstvakantie).
• Bij religies en stromingen (christendom, boeddhisme).
• Bij windstreken (oost, zuidwest).
• Bij seizoenen, maanden en periodes (herfst, januari, middeleeuwen).

kleine letters

Gebruik je bij citaten (directe rede). Dat houdt in dat iemand iets zegt, vraagt, schreeuwt, fluistert of aankondigt.

'Ik ga vanavond maar drie glazen rode wijn drinken', zei Erinn.

'Als je morgenochtend nog wil sporten,' zei Alinda, 'moet je dat wel even aangeven.'

Aanhalingstekens

Bij de indirecte rede of gedachten van mensen.
 

Hij vroeg zich af: hoe kom ik ooit op tijd voor deze afspraak.

In dit geval wordt namelijk niks gezegd of uitgesproken.

Aanhalingstekens

Let op: geen

Oefenen

Maak opdracht 1, 2 en 3 van Spelling H5 (blz. 162-163) en kijk dit zelf na.  

of
 

Maak 1 van de 3 opdrachten en breidt je presentatie van gisteren uit met de stof van hoofdstuk 5 (bekijk de lesdoelen).

= huiswerk voor maandag 16 januari

• Je weet wanneer je hoofdletters schrijft.
  
• Je weet waarom en hoe je aanhalingstekens in het Nederlands gebruikt.
  
• Je hebt je drie leerdoelen voor de lessen Spelling opgesteld.

Lesdoelen

Wanneer schrijf je een hoofdletter? Noem ook een voorbeeld.

Waar komen de hoofdletters?
vandaag gaat elisa met de boot naar newcastle.

1. Elisa, Boot
2. Vandaag, Elisa
3. Vandaag, Elisa, Newcastle
4. Vandaag, Elisa, Boot, Newcastle

In welk geval gebruik je aanhalingstekens?

In welk geval schrijf je geen aanhalingstekens?

Hoofdletter

Geen hoofdletter

amazon

paasmaandag

haarlemse

zuidwest

Wat zijn jouw drie persoonlijke leerdoelen voor de komende lessen Spelling?

Wat heb je deze les gedaan om aan je leerdoelen te werken?

Bijvoorbeeld tijdens de uitleg of tijdens het werken.