3

3
1 / 36
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

3

Slide 1 - Slide

Meedoen?
lessonup.app
of
download de app: LessonUp-app
Vul de code in:

Slide 2 - Slide

Programma:
  • Hoe gaat het? & nieuws
  • Woordenschat
  • Vorige week
  • Hoofdgedachte en onderwerp {lezen, luisteren}
  • Dat en wat {spreken en schrijfvaardigheid}
  • Huiswerk & volgende week

Slide 3 - Slide

Lesdoelen:
-Je kent het verschil tussen het onderwerp en de hoofdgedachte en kunt dit benoemen bij de leesopdrachten.
-Je weet welke lees- en luisterstrategie je kunt gebruiken 
-Je weet de functies van een alinea en kunt herkennen hoe een alinea eruit ziet.



Slide 4 - Slide

Maar eerst: hoe was jullie week? Geef een cijfer van 1 tot 10 voor jouw inzet voor school deze week!

Slide 5 - Open question

Wat ging er goed deze week bij je nieuwe opleiding? Heb je misschien een tip voor de andere studenten?

Slide 6 - Mind map

Nieuws 
-Status schrijfopdrachten: ik ben nog bezig! Volgende week in de les: mijn bevindingen. Je ontvangt feedback. 
-Vanaf deze week werken we hybride: schrijfvaardigheid en lezen/luisteren. 
-De instaptoets Bouwsteen 3 staat alvast klaar voor de snelle student.
-Instaptoetsen: ik publiceer regelmatig de cijfers. Even geduld...


Slide 7 - Slide

Woordenschat Nieuws





Probeer aan je woordenschat en leesvaardigheid te werken. 
1: schrijf onbekende woorden in een schrift/app en noteer de betekenis en de zin.
2: lees langere teksten. Een (digitale) krant?
3: kijk eens wat anders: nieuws/actualiteiten


Slide 8 - Slide

Nieuws 
- Op zoek naar signaalwoorden? Zie de lijst bij bestanden in Teams.

Slide 9 - Slide

Vorige keer:
Signaalwoorden:
Geven verbanden tussen alinea's zinnen of zinsdelen.
Bijvoorbeeld: als je verbanden in tijd aangeeft: daarna, eerst, later, tijdens.
Bijvoorbeeld: als je een opsomming maakt:
bovendien, daarnaast, tevens, verder, vervolgens, ten slotte.
Schrijven doe je in fasen (zie de lijst bij bestanden in Teams)

Slide 10 - Slide

functies van de inleiding
1: het onderwerp aankondigen of beschrijven
2: het aankondigen van de centrale vraag of probleem
3: de aandacht trekken (uitspraak of anekdote)
4: een korte samenvatting waar de tekst over gaat
5: een stelling /mening geven
6: de reden=aanleiding geven van de schrijver
7: iemand introduceren of 8: de opbouw tekst aankondigen


Slide 11 - Slide

functies van de inleiding
Bedenk dat er andere functies mogelijk zijn:
-geven van een voorbeeld
-het uitspreken van een verwachting
-het beschrijven van een conclusie
-een aanbeveling verstrekken
En schrijvers combineren deze functies....

Slide 12 - Slide

functies slot van een tekst
In het slot vind je vaak de hoofdgedachte van een tekst. De functie van het slot hangt tevens samen met het doel van de tekst.
Voorbeelden: -een tekst met een overtuigend doel heeft een conclusie in het slot
-als het doel van de tekst informeren is, dan kan het slot een samenvatting zijn.

Slide 13 - Slide

functies van slot (bijvoorbeeld)
-conclusie
-een samenvatting
-een advies
-een waarschuwing
-een oproep

Slide 14 - Slide

De functie van een alinea
Elke alinea heeft een functie. Bijvoorbeeld;
-aanbeveling (=advies)
-afweging (voor- en nadelen afwegen)
-argument (waarom vindt de schrijver dit?)
-bewering/standpunt (een mening die je vervolgen met argumenten moet onderbouwen)

Slide 15 - Slide

De functie van een alinea
voorbeeld
-verklaring (=hoe is dit ontstaan?)
-toelichting (= extra informatie)
-conclusie (= een gevolgtrekking)
-gevolg (=wat zijn de gevolgen?)
-oorzaak (=de oorzaak ergens van)

Slide 16 - Slide

De functie van een alinea
-samenvatting (=de tekst in enkele zinnen samengevat)
-opsomming (=een reeks van bijv. voorbeelden of verklaringen of meningen)
-tegenstelling: (het tegenovergestelde van wat eerder is geschreven)

Slide 17 - Slide

Hoe ziet een alinea eruit?
Zie volgende slide.

Bron: nrc.nl 30 september

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Onvolledige zinnen
Onvolledige zinnen: een belangrijk onderdeel is weggelaten. In spreektaal is dit niet zo erg. Bij schrijven: liever geen onvolledige zinnen.
Onvolledig: Jammer dat je het er niet mee eens bent.
Volledig: Ik vind het jammer dat u het er niet mee eens bent (onderwerp ontbreekt)
Tip: zoek uit hoe je het 'onderwerp' in een zin ontdekt...

Slide 20 - Slide

onvolledige zinnen:


onvolledig: Geen slecht idee.

Volledig: Dat vind ik geen slecht idee.


Slide 21 - Slide

Lezen/luisteren CE
Hoofdgedachte & Onderwerp

Slide 22 - Slide

Hoofdgedachte en onderwerp
-Onderwerp: beschrijving in een paar woorden waar de tekst over gaat
-Hoofdgedachte: beschrijft in één zin het belangrijkste dat over een onderwerp wordt verteld.
-Onderwerp en hoofdgedachte kun je ook bepalen voor tekstdelen

Slide 23 - Slide

Wat is de 'hoofdgedachte?
(definitie)

Slide 24 - Open question

kijk en luisterstragie (examen)
1: bekijk/beluister het fragment eerst verkennend
2: lees de vraag heel goed/intensief
3:kijk/luister zoekend totdat je het gedeelte hebt gevonden dat het antwoord geeft
4: kijk/luister dat gedeelte heel intensief (desnoods herhalen)
5: Probeer eerst zelf een antwoord te geven
6: je kiest voor het meest passende antwoord

Slide 25 - Slide

Leesstrategie
Bij het lezen van je examen gebruik je leesstrategieën:
1: je leest/kijkt verkennend naar de tekst
2: je leest de vraag heel intensief
3: je leest het gedeelte intensief waarin het antwoord staat
4: probeer het antwoord zelf te bedenken
5: kies vervolgens het meest passende antwoord

Slide 26 - Slide

Een hele zin
A
hoofdgedachte
B
onderwerp

Slide 27 - Quiz

Enkele woorden
A
hoofdgedachte
B
onderwerp

Slide 28 - Quiz

Het belangrijkste wat de schrijver over het onderwerp duidelijk wil maken
A
hoofdgedachte
B
onderwerp

Slide 29 - Quiz

Waar gaat de tekst over?
A
hoofdgedachte
B
onderwerp

Slide 30 - Quiz

Schrijven....
Tijdens het schrijven zul je zelf (een groot) gedeelte van de inhoud gaan bedenken...

Slide 31 - Slide

Oefenen schrijfexamen:
Voor of tegen alleen gezond eten bedrijfskantine + 2 redenen....

Slide 32 - Open question

Huiswerk doel januari
- Hoofdstuk 1 en 2 Taalblokken 3 F
- Instaptoetsen
- feedback 'vertel over jezelf' bestuderen
-grammatica: zoek uit hoe je het 'onderwerp' vindt in een zin 
-tijd over: kijk alvast bij 'spelling 3F 

Versnellen mag!


Slide 33 - Slide

Huiswerk doel november:
- Hoofdstuk 2/3 Bouwstenen
-Oefenexamen lezen/luisteren via facet? ( denk aan de lees- en luisterstrategie) + examentraining Taalblokken
-Ken je de werkwoordspelling? 
-Check de onderwerpen bij ' spelling' in Taalblokken? Kies wat je nog niet goed beheerst.
-Feedback bestuderen 'vertel over jezelf' 

Slide 34 - Slide

Volgende week
- wat viel mij op bij de schrijfopdracht 'Vertel over jezelf'?
-nieuwe schrijfopdracht!







Slide 35 - Slide

Succes & fijne week!
Contact?
chat of mail

Slide 36 - Slide