wk 37

Planning maandag
- Nakijken huiswerk
- Instructie paragraaf 12 (voltooid deelwoord)
- Trainen werkwoordspelling
1 / 26
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Planning maandag
- Nakijken huiswerk
- Instructie paragraaf 12 (voltooid deelwoord)
- Trainen werkwoordspelling

Slide 1 - Slide

Doelen
- Je weet of je de PVVT onder de knie hebt.
- Je leert over het voltooid deelwoord.
- Je traint de werkwoordspelling

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Het voltooid deelwoord
Het voltooid deelwoord is een vorm van het werkwoord.

Voltooid betekent dat iets klaar of afgelopen is.

Bijvoorbeeld:
Frits heeft zijn fietsband geplakt

Slide 10 - Slide

Wat is het voltooid deelwoord (vd)?
De jongen had hard gerend.

Slide 11 - Open question

Tijmen heeft een lekkere appel _____. (schillen)

Slide 12 - Open question

Kies:
1: Meedoen met de instructie


2: Zelfstandig verder werken aan de opdrachten.
Klaar? Lezen

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Link

Voltooid deelwoord
- Het voltooid deelwoord is een werkwoordsvorm.
- Het voltooid deelwoord geeft aan dat iets is afgelopen 
   (voltooid).
- In een zin met een voltooid deelwoord staat altijd een vorm 
   van hebben of zijn.
- Het voltooid deelwoord staat vaak aan het eind van een zin.
- Het voltooid deelwoord begint vaak met ge-, be- of ver-.

Slide 15 - Slide

Het voltooid deelwoord
Het voltooid deelwoord eindigt op -en of op -d of -t.

Bijvoorbeeld:
gebroken, geschreven
gehoord, gemaakt

Gebruik de verlengproef of ’t ex-fokschaap.

Slide 16 - Slide

Voltooid deelwoord
A
Hij heeft gestund
B
Hij heeft gestundt
C
Hij heeft gestunt
D
Hij heeft gestuntt

Slide 17 - Quiz

Wat is het voltooid deelwoord?
A
Loop
B
Liep
C
Gelopen

Slide 18 - Quiz

Wat is het voltooid deelwoord (vd)?
Mijn ouders en ik zijn in Frankrijk geweest.

Slide 19 - Open question

De gemeente heeft hier veldbloemen _____. (zaaien)

Slide 20 - Open question

Heeft hij jou voor de gek _____? (houden)

Slide 21 - Open question

Fleur is over een stoeptegel _____? (struikelen)

Slide 22 - Open question

Slide 23 - Video

Doelen
- Je weet of je de PVVT onder de knie hebt.
- Je leert over het voltooid deelwoord.
- Je traint de werkwoordspelling

Slide 24 - Slide

Planning dinsdag
- Instructie paragraaf 13
- Zelfstandig werken aan huiswerk
- Trainen werkwoordspelling

Slide 25 - Slide

Huiswerk (maandag)
Opdrachten paragraaf 12 en 13

Slide 26 - Slide