- Ik kan de kenmerken noemen van dieren, planten, schimmels en bacteriën.
- Ik kan uitleggen wanneer organismen tot dezelfde soort behoren.
- Met lessonUp
Biologie
BK: blz 132 t/m 136, maken opdr: 2, 3, 4, 5, 6
KGT: blz 138 t/m 157, maken opdr: 2, 3, 4, 5, 6
Ik kan antwoord geven op de twee doelen
Leren voor je toets hoofdstuk 2
1 / 10
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1
This lesson contains 10 slides, with text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
SO cellen
- Ik kan de kenmerken noemen van dieren, planten, schimmels en bacteriën.
- Ik kan uitleggen wanneer organismen tot dezelfde soort behoren.
- Met lessonUp
Biologie
BK: blz 132 t/m 136, maken opdr: 2, 3, 4, 5, 6
KGT: blz 138 t/m 157, maken opdr: 2, 3, 4, 5, 6
Ik kan antwoord geven op de twee doelen
Leren voor je toets hoofdstuk 2
Slide 1 - Slide
Op basis waarvan kan je deze dieren ordenen/sorteren?
kenmerk:
Een eigenschap waarmee je een
organisme kunt onderscheiden
van andere organismen
Slide 2 - Slide
Bij het ordenen verdeel je een
verzameling in groepen met
hetzelfde kenmerk.
Slide 3 - Slide
Organismen ordenen we allereerst in 4 rijken.
Slide 4 - Slide
Biologen gebruiken kenmerken van cellen om de 4 grote rijken te maken.
Ze kijken naar celwand, celkern en bladgroenkorrels
Slide 5 - Slide
Geen celkern, DNA los in de cel
Geen celwand
Bladgroenkorrels
Wel celwand en celkern, geen bladgroenkorrels
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Een soort levert vruchtbare nakomelingen
Slide 8 - Slide
Plant of dier?
De Noord-Amerikaanse zeeslak is groen van kleur en lijkt op een plant. De groene kleur wordt net als bij planten veroorzaakt door bladgroenkorrels. Dat is uniek voor een organisme zonder celwand om de cellen. Amerikaanse onderzoekers ontdekten dat de zeeslak op jonge leeftijd bladgroenkorrels opzuigt uit de cellen van een bepaalde zeewiersoort. De bladgroenkorrels komen in sommige cellen van de slak terecht. Dus niet alle cellen van de slak bevatten bladgroenkorrels.
Als de jonge zeeslakken twee weken bladgroenkorrels opzuigen, hoeven ze de rest van hun leven niet meer te eten. De zeeslakken komen alleen voor in de bovenste halve meter van de zee.
Slide 9 - Slide
Aan de slag:
BK: blz 132 t/m 136, maken opdr: 2, 3, 4, 5, 6
KGT: blz 138 t/m 157, maken opdr: 2, 3, 4, 5, 6
Klaar is zelfstandig nakijken en opdracht van docent