VEI M3 2.3 Veranderingen in de puberteit 2022

Biologie week 41 2022
Welkom, fijn dat jullie er weer 
zijn!!!!

  • Ga rustig op je plek zitten.
  • Pen, laptop (dicht) klaarleggen op je tafel.
1 / 48
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 48 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Biologie week 41 2022
Welkom, fijn dat jullie er weer 
zijn!!!!

  • Ga rustig op je plek zitten.
  • Pen, laptop (dicht) klaarleggen op je tafel.

Slide 1 - Slide

Leerdoelen Thema 2
Je kunt de delen van het voortplantingsstelsel van een man noemen en aanwijzen in een afbeelding. Ook kun je van deze delen de bouw, functie en werking beschrijven.
Je kunt de delen van het voortplantingsstelsel van een vrouw noemen en aanwijzen in een afbeelding. Ook kun je van deze delen de bouw, functie en werking beschrijven.
Je kunt omschrijven wat primaire en secundaire geslachtskenmerken zijn en
daarbij voorbeelden noemen.
Je kunt de processen tijdens de menstruatiecyclus beschrijven.
Je kunt beschrijven welke veranderingen er in het lichaam van de vrouw plaatsvinden net voor en na de bevruchting.
Je kunt de verschillen in de functie van zaadcellen en eicellen noemen.
Je kunt de embryonale ontwikkeling beschrijven.
Je kunt beschrijven hoe eeneiige en twee-eiige tweelingen ontstaan.
Je kunt beschrijven welke fasen tijdens de geboorte worden doorlopen.
Je kunt de werking van enkele voorbehoedsmiddelen beschrijven en aangeven of ze betrouwbaar zijn of niet.
Je kunt ziekteverschijnselen en genezingsmogelijkheden noemen van seksueel overdraagbare aandoeningen.
Je kunt functies van seksualiteit noemen en verschillen in opvatting, normen en waarden daarover omschrijven.
Je kunt situaties noemen waarin het verstandig is genetisch advies in te winnen
Je kunt methoden van prenataal onderzoek beschrijven.
Je kunt voorbeelden geven van geslachtelijke voortplanting bij dieren.
Je kunt noodmaatregelen tegen ongewenste zwangerschap noemen.

Slide 2 - Slide

Begrippen bij 2.3 Veranderingen in de pubertijd
baarmoederslijmvlies  Binnenkant van de baarmoeder; de dikte verandert tijdens de cyclus.
mannelijke geslachtshormonen  Hormonen die in de teelballen worden gemaakt, zoals testosteron.
menstruatie  Deel van het baarmoederslijmvlies en bloed verlaten via de vagina het lichaam.
menstruatiecyclus  Proces van ovulatie en menstruatie dat steeds opnieuw begint, duurt gemiddeld 28 dagen.
ovulatie (eisprong)  Een eicel komt vrij uit de eierstok.
primaire geslachtskenmerken Geslachtskenmerken die vanaf de geboorte aanwezig zijn.
secundaire geslachtskenmerken  Geslachtskenmerken die ontstaan vanaf de puberteit.
vrouwelijke geslachtshormonen Hormonen die in de eierstokken worden gemaakt, zoals oestrogeen.


Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Wat weet je nog?

Slide 5 - Slide

Welk nummer hoort bij welk onderdeel van het vrouwelijke geslachtsorgaan?
eileider
eierstok
baarmoeder
schaamlip
vagina
baarmoedermond
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11

Slide 6 - Drag question

Sleep de namen naar de juiste plek
penis
bijbal
zaadbal
balzak
eikel

Slide 7 - Drag question

aanmaken van zaadcellen
gevoelig voor prikkels
kunnen zich vullen met bloed
tijdelijk opslaan van zaadcellen
vervoeren zaadcellen
voegen vocht toe aan de zaadcellen (twee organen)
Elk orgaan van het mannelijk voortplantingsstelsel heeft zijn eigen taak.

Kies bij elke taak het juiste orgaan.
prostaat
bijbal
eikel
zaadblaasje
teelbal
zwellichaam
zaadleider

Slide 8 - Drag question

Wat is de functie van de eileider.
A
Rijping van de eicel
B
Ovulatie
C
Transport eicel naar baarmoeder
D
Innestelen bevruchte eicel

Slide 9 - Quiz

Wat is de functie van de baarmoeder?
A
Opslag en rijping van eicellen
B
Vervoeren van eicellen
C
Opslaan van urine
D
Ontwikkelen van embryo

Slide 10 - Quiz

Examenvragen

Slide 11 - Slide

In twee- of drietallen:
Welke veranderingen vinden er plaats in de puberteit?

Slide 12 - Open question

Primaire en secundaire 
geslachtskenmerken

Slide 13 - Slide

Hormonen

  • Hormoonklieren = produceert hormonen.

  • Hypofyse, eierstokken & teelballen

Hormonen = stoffen die de werking van organen regelen.
Geslachtshormonen = Testosteron, Oestrogeen

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Menstruatiecyclus 
  • Menstruatiecyclus               Ovulatie                     menstruatie ongesteldheid

Slide 16 - Slide

Menstruatiecyclus

Slide 17 - Slide

Puberteit

Slide 18 - Slide

Puberteit

Slide 19 - Slide

Puberteit

Slide 20 - Slide

Puberteit

Slide 21 - Slide

Examenvragen

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Rondere lichaamsvorm en borsten
A
zijn primaire geslachtskenmerken
B
zijn secundaire geslachtskenmerken

Slide 24 - Quiz

In de puberteit verander je,
dit komt door....
A
De groeispurt
B
Hormonen
C
School
D
de primaire geslachtskenmerken

Slide 25 - Quiz

Primaire geslachtskenmerken
Secundaire geslachtskenmerken
De Borsten
De Penis
De Vagina
Schaamhaar
Groeispurt
Borsthaar
Brede heupen
Schaamlippen
De Balzak
Baard in de keel

Slide 26 - Drag question

Wat is het vrouwelijk geslachtshormoon?
A
Progesteron
B
Testosteron
C
Adrenaline
D
Oestrogeen

Slide 27 - Quiz

Wat regelen de geslachtshormonen?
A
Primaire geslachtskenmerken
B
Secundaire geslachtskenmerken
C
Tertiaire geslachtskenmerken
D
Puberteit

Slide 28 - Quiz

Sleep de beschrijving naar het juiste begrip
Ovulatie
Innesteling
Bevruchting
Menstruatie
Het afstoten van een dee van het baarmoederslijmvlies
Het samensmelten van de zaadcelkern en de eicelkern
Het overspringen van de rijpe eicel naar de eileider
Ee klompje cellen zet zich vast in het slijmvlies van de baarmoeder

Slide 29 - Drag question

Hoeveel dagen duurt een menstruatiecyclus?
A
28
B
30
C
26
D
4

Slide 30 - Quiz

In welk orgaan ontstaan eicellen?
A
Baarmoeder
B
Eileider
C
Eierstok
D
Follikel

Slide 31 - Quiz

wat is de eisprong
A
het bevruchten van de eicel
B
het ontstaan van de eicel
C
Het vrijkomen van de eicel
D
het afsterven van de eicel

Slide 32 - Quiz

Een follikel is een opengebarsten eicel.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 33 - Quiz

Wanneer is een vrouw vruchtbaar?
A
Tijdens de menstruatie
B
tijdens de ovulatie
C
Vlak na de menstruatie
D
Vlak voor de menstruatie

Slide 34 - Quiz

Wordt het slijmvlies van de baarmoeder tijdens de menstruatie dikker?
A
ja, tijdens de menstruatie
B
nee, na de menstruatie

Slide 35 - Quiz

Vinden bij een zwangere vrouw menstruatie plaats? En ovulatie?
A
Zowel menstruatie als ovulatie
B
Wel menstruatie maar geen ovulatie.
C
Wel ovulatie maar geen menstruatie.
D
Geen menstruatie en geen ovulatie.

Slide 36 - Quiz


wat gebeurt er tijdens dag
1 t/m 5
A
ovulatie
B
innesteling
C
menstruatie
D
bevalling

Slide 37 - Quiz

Je ziet bovenaan een klein bolletje.
Wat is dat?
A
De menstruatie
B
De eisprong = ovulatie
C
De afbraak van het baarmoederslijmvlies
D
Een zaadcel die de eicel bevrucht

Slide 38 - Quiz

Hoe noem je de
4 tot 7 dagen
vóór de pijl?
A
Ovulatie
B
Menstruatie
C
Periode van vruchtbaarheid
D
Masturbatie

Slide 39 - Quiz

Vinden bij een zwangere vrouw menstruatie plaats? En ovulatie?
A
Zowel menstruatie als ovulatie
B
Wel menstruatie maar geen ovulatie.
C
Wel ovulatie maar geen menstruatie.
D
Geen menstruatie en geen ovulatie.

Slide 40 - Quiz

Waarvoor dient de opbouw van het baarmoederslijmvlies?
A
Om bevruchting mogelijk te maken
B
Om innesteling mogelijk te maken
C
Om menstruatie mogelijk te maken

Slide 41 - Quiz


In welke periode vindt menstruatie plaats?
A
In periode P
B
In periode Q
C
In periode R
D
In periode S

Slide 42 - Quiz

De schaamlippen bij een vrouw zijn
A
Primaire geslachtskenmerken
B
Secundaire geslachtskenmerken
C
geen geslachtskenmerken
D
alleen de man heeft schaamlippen

Slide 43 - Quiz

Aan welke geslachtskenmerken kun je het verschil zien tussen jongens en meisjes?
A
Primaire geslachtskenmerken
B
Secundaire geslachtskenmerken
C
Primaire en secundarie geslachtskenmerken
D
Aan geen van beiden

Slide 44 - Quiz

De borsten van de vrouw zijn
A
primaire geslachtskenmerken
B
secundaire geslachtskenmerken
C
geen geslachtskenmerken
D
primaire en secundaire geslachtskenmerken

Slide 45 - Quiz

Primaire geslachtskenmerken
ontstaan in de puberteit?
A
juist
B
onjuist

Slide 46 - Quiz

De penis en de balzak zijn...
A
Primaire geslachtslenmerken
B
Secundaire geslachtskenmerken

Slide 47 - Quiz


Wat is een ander woord voor eisprong
A
Orgasme
B
Organisme
C
Ovulatie
D
Innesteling

Slide 48 - Quiz