vakdidactiek taalbeschouwing 25 januari 2024

vakdidactiek: taalbeschouwing
grammatica en spelling
1 / 53
next
Slide 1: Slide
NederlandsHBOStudiejaar 4

This lesson contains 53 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 200 min

Items in this lesson

vakdidactiek: taalbeschouwing
grammatica en spelling

Slide 1 - Slide

Allereerst
Wat hebben jullie gemaakt van de opdracht bij Hoe overleef ik alles wat ik niemand vertel?

Daarna: de laatste zinnen uit de groeidocumenten.

Slide 2 - Slide

gelezen: de artikelen taalbeschouwing
niet aan toegekomen
een enkele
groot aantal
alles

Slide 3 - Poll

Welke bewering snijdt geen hout?
A
Grammaticaal inzicht is nodig voor verbeteren taalvaardigheid.
B
Grammatica en spelling zijn geen doel, maar een middel.
C
Grammaticaal inzicht is noodzakelijk voor het leren van een moderne vreemde taal
D
Grammatica en spelling zijn geen taalvaardigheden.

Slide 4 - Quiz

samengevat
1. Taalbeschouwing is geen taalvaardigheid.
2. Taalbeschouwing is een middel, geen doel.
3. Taalbeschouwing is nodig voor het verbeteren van tava.
4. zonder taalbeschouwing kun je heel gelukkig worden, maar word je geen vaardiger taalgebruiker.

Slide 5 - Slide

probleemanalyse
Wat is  nou eigenlijk het probleem?

Slide 6 - Slide


Slide 7 - Open question

grammatica en spelling 
zijn GEEN taalvaardigheden

Slide 8 - Slide

ENE KANT

Te prominente plaats in het onderwijs
ANDERE KANT

Nooit genoeg spelling en grammatica

Slide 9 - Slide

ENE KANT

Kunnen grammatica en spelling geïntegreerd worden in onderwijs van de verschillende COMMUNICATIEVE VAARDIGHEDEN?
ANDERE KANT

Is het beter (soms) afzonderlijk aandacht te besteden aan taalbeschouwing?
Hoevéél aandacht?
Hoe?
Doel?

Slide 10 - Slide

WAT (NIET)
Weg met het traditionele grammaticaonderwijs!

WAAROM:
- leidt NIET tot taalinzicht/taalbewustzijn
- trucks en ezelsbruggetjes domineren

Slide 11 - Slide

De rol van grammatica bij werkwoordspelling
Robert Chamalaun is op dit onderwerp op 3 maart 2023 gepromoveerd aan de Radboud Universiteit Nijmegen.

bespreking proefschrift + onderzoek:
Levende Talen Tijdschrift 24ste jrg nr. 3 sep 2023


Slide 12 - Slide

Wat zijn veronderstelde oorzaken van fouten tegen de werkwoordspelling?

Slide 13 - Open question

veronderstelde oorzaken fouten tegen de werkwoordspelling
- Gebrek aan regelkennis

- luiheid

-onvoldoende aandacht voor spelling

-  wel regelkennis, maar niet in staat correct toe te passen


Slide 14 - Slide

toelichting

voorwaarde om regelkennis werkwoordspelling toe te passen:

het kunnen maken van een correcte grammaticale analyse

verklaring: 

spelling van werkwoorden is grammaticaal bepaald

Slide 15 - Slide

Op welk uitgangspunten is de Nederlandse spelling gebaseerd?
A
Op de uitspraak van een woord in de standaardtaal.
B
Op de overeenkomst in vorm waarop een woord is opgebouwd.
C
Op de grammaticale functie
D
Anders:

Slide 16 - Quiz

uitgangspunten spelling
1. het fonologische principe:
het woord moet zoveel mogelijk gespeld zijn met de klanken die we horen in de standaarduitspraak van dat woord.
2. het morfologische principe:
het woord moet zoveel mogelijk gespeld zijn met de klanken die we horen in de standaarduitspraak van dat woord.


Slide 17 - Slide

botsing 
Bij een botsing tussen het fonologische en het morfologische principe gaat het morfologische principe vóór op het fonologische principe.

In 'ik vind' hoor je een t maar je schrijft een d omdat je in vinden de d ziet staan. 

Slide 18 - Slide

vervolg uitgangspunten spelling
3. de grammaticale functie

homofonen KLINKEN hetzelfde, maar ze worden anders geschreven vanwege de grammaticale functie:

Hij verbaast zich: persoonsvorm tegenwoordige tijd
Hij is verbaasd: voltooid deelwoord

Slide 19 - Slide

twee spelling(s)manieren
1. Correcte grammaticale analyse maken
2. Geheugenprocedure: spellingvormen uit het mentale lexicon halen. Pas op:
homofoonintrusie: spelling klopt met uitspraak, maar niet met de grammaticale functie

Slide 20 - Slide

De geheugenprocedure is dus weliswaar een manier om te spellen, maar met deze procedure kom je niet altijd tot de correcte spelling van de werkwoordsvorm.

Slide 21 - Slide

conclusie promotieonderzoek
Homofone werkwoordsvormen kunnen alleen goed gespeld worden als spellers de grammaticale functies van de werkwoordsvormen herkennen.

Slide 22 - Slide


De studie toont aan dat er grote verschillen zijn in het correct spellen van werkwoorden tussen spellers in verschillemde opleidingstypen en leerjaren: 
minder spelfouten naarmate men in een hoger leerjaar zit en een theoretischer  ('hoger') opleidingstype volgt.

Slide 23 - Slide

aanbevelingen
1. Besteed tijdens de spellingles niet alleen tijd aan spellingregels, maar wijs eerst de leerlingen op de grammaticale functie van de werkwoordsvorm.
2. Maak de leerling bewust van het homofoondominantie-effect zodat zij zich realiseren dat vertrouwen op de geheugenprocedure niet altijd leidt tot de juiste spelling.
3. Oorzaak spelfouten: gebrekkig inzicht in de grammaticale functie van werkwoordsvormen. Besteed dus meer aandacht aan grammaticale analyse.
4. Kweek spellingbewustzijn

Slide 24 - Slide

dus
-  niet méér grammatica, maar anders
- aanvullen algoritmische didactiek met een taalkundige benadering: aandacht voor de systematiek achter de werkwoorden + waarom we fouten maken.
- breng leerlingen bij dat gebruiksfrequenties van woorden een rol spelen bij maken van fouten: laat alarmbellen rinkelen.

Slide 25 - Slide

huidige situatie
wenselijke situatie:
meer aandacht voor grammatica in dienst van werkwoordspelling'

huidige situatie
'laag onderwijsrendement huidig taalbeschouwingsonderwijs'

verklaring
Grote kloof tussen spellingtheorie en schrijfpraktijk


Slide 26 - Slide

Het traditionele grammaticaonderwijs heeft geen positief effect op schrijfvaardigheid/taalvaardigheid
1. trucjes en ezelsbruggetjes domineren de didactiek.
2. kritisch en reflectief denken worden niet bereikt/aangetoond.
3. het heeft geen grammaticaal inzicht tot gevolg.
4. het onderwijs is ongewijzigd hoewel de taalwetenschap enorm ontwikkeld is

Slide 27 - Slide

tegenwerping (geen tegenargument)
Het grammaticaonderwijs in een relevante context heeft WEL positieve effecten op de schrijfvaardigheid van STERKE schrijvers.

Slide 28 - Slide

afweging voor- en nadelen
argument vóór :
grammaticaonderwijs heeft als doel het doorgronden van de het taalsysteem EN het verkrijgen van taalinzicht.
subargument:
nodig voor correct formuleren zoals de beknopte bijzin, + gebruik van zij (ze)/hen/hun

tegenwerping (geen tegenargument): aansluitingsproblematiek
Om grammaticaal inzicht aan te wenden voor correct formuleren is  abstract denkvermogen vereist en dit ontwikkelen leerlingen pas in de bovenbouw en dan zijn de meesten de basiskennis vergeten.

Slide 29 - Slide

afweging
argument vóór: grammaticaonderwijs is nodig voor de moderne vreemde talen.

tegenwerping:
De basis is genoeg. Daarnaast moet de relevantie van dat grammaticaonderwijs duidelijk zijn: er moet een bewuste relatie met andere talen gelegd worden,

Slide 30 - Slide

afweging
argument vóór: 
grammaticaonderwijs is nodig voor de spelling van werkwoordsvormen en voor toepassing van interpunctie. (zie ook recent promotieonderzoek!)
tegenwerping:
slechts nodig voor herkennen van persoonsvormen + bijbehorende onderwerpen EN voor herkennen samengestelde zinnen.

Slide 31 - Slide

Hoe dan wel?
Nederlands anders
Jeroen 
steenbakkers

Slide 32 - Slide

Nederlands Anders
constructivisme: 
je leert niet door kennisoverdracht, maar je leert als gevolg van je denkactiviteiten.

Door nieuwe kennis te verbinden aan voorkennis

Slide 33 - Slide

Nederlands Anders!
Aansluiting bij de leefwereld/emoties van jongeren bevordert de intrinsieke motivatie:

onderwerpen zinvol maken door

1. relevantie onderwerpen aan te tonen
2. snel voortgang te maken

Slide 34 - Slide

Nederlands 'anders'?
werkvormen:
a. samenwerken : eigen ideeën worden op die manier getoetst aan die van anderen.
b. laat leerlingen puzzelen op uitdagende opdrachten.
c. wek projectmatig

Slide 35 - Slide

persoonsvorm

Slide 36 - Mind map

voorbeeldopdracht
Bepaal of onderstaande werkwoorden

A. Altijd een persoonsvorm zijn.
B. soms een persoonsvorm kan zijn.
C. nooit een persoonsvorm zijn.
D. in deze vorm niet bestaan :(

Slide 37 - Slide

beheerst
A
altijd een persoonsvorm
B
soms een persoonsvorm
C
nooit een persoonsvorm
D
bestaat in deze vorm niet

Slide 38 - Quiz

beheersd
A
altijd een persoonsvorm
B
soms een persoonsvorm
C
nooit een persoonsvorm
D
bestaat in deze vorm niet

Slide 39 - Quiz

straft
A
altijd een persoonsvorm
B
soms een persoonsvorm
C
nooit een persoonsvorm
D
bestaat in deze vorm niet

Slide 40 - Quiz

bestraft
A
altijd een persoonsvorm
B
soms een persoonsvorm
C
nooit een persoonsvorm
D
bestaat in deze vorm niet

Slide 41 - Quiz

lopen
A
altijd een persoonsvorm
B
soms een persoonsvorm
C
nooit een persoonsvorm
D
bestaat in deze vorm niet

Slide 42 - Quiz

verwachtten
A
altijd een persoonsvorm
B
soms een persoonsvorm
C
nooit een persoonsvorm
D
bestaat in deze vorm niet

Slide 43 - Quiz

verwachte
A
altijd een persoonsvorm
B
soms een persoonsvorm
C
nooit een persoonsvorm
D
bestaat in deze vorm niet

Slide 44 - Quiz

verwachten
A
altijd een persoonsvorm
B
soms een persoonsvorm
C
nooit een persoonsvorm
D
bestaat in deze vorm niet

Slide 45 - Quiz

beweerd
A
altijd een persoonsvorm
B
soms een persoonsvorm
C
nooit een persoonsvorm
D
bestaat in deze vorm niet

Slide 46 - Quiz

beweert
A
altijd een persoonsvorm
B
soms een persoonsvorm
C
nooit een persoonsvorm
D
bestaat in deze vorm niet

Slide 47 - Quiz

beweerdt
A
altijd een persoonsvorm
B
soms een persoonsvorm
C
nooit een persoonsvorm
D
bestaat in deze vorm niet

Slide 48 - Quiz

beweerde
A
altijd een persoonsvorm
B
soms een persoonsvorm
C
nooit een persoonsvorm
D
bestaat in deze vorm niet

Slide 49 - Quiz

wat wel
- (PAAR) grammaticale begrippen ten bate van spelling
-concepten gebruiken om te verrijken: predicatie en valentie
- grammaticaonderwijs gericht op aanpak inhoudelijke hiaten
- grammaticaonderwijs in de vorm van reflectie op taalgebruik gekoppeld aan taalvaardigheidsonderwijs
- taalbeschouwelijke aanpak van het spellingonderwijs
- inzicht in hoe en waarom Nederlandse spelling

Slide 50 - Slide

HOE ANDERS:
- taalbeschouwelijke aanpak van spellingonderwijs
- spellingmotivatie bevorderen
- expliciete koppeling grammatica's moderne vreemde talen (taaloverstijgende aanpak)
-  instrumenteel perspectief: bewust grammaticale structuur in context van taalvaardigheid leren gebruiken.
- betekenisvol aanbieden van grammatica in de context van teksten.
- nadruk op bewustwording regels

Slide 51 - Slide

Comproved
Toets feedback geven

Slide 52 - Slide

opdracht volgende week
- lees artikelen
- bedenk een communicatieve les taalbeschouwing
- neem een zelfgemaakte toets taalbeschouwing mee: stuur mij deze 7 februari of 8 februari 's ochtends door.
- bereid een korte uitleg van een taalbeschouwingsonderwerp voor. (voor iets wat je ZELF lastig vindt)

Slide 53 - Slide