This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Welkom 5VWO
Aardrijkskunde
Slide 1 - Slide
Het beste aan online les is...
Slide 2 - Mind map
Slide 3 - Slide
Lesprogramma
Klein onderzoekje
Interactieve Terugblik
HW bespreken
Paragraaf 3.3 start
Slide 4 - Slide
Onderzoek communciatie leerling-leraar
Universiteit Utrecht
Anoniem
Je hoeft geen namen van docenten te noemen (daarnaast ken ik ze waarschijnljik toch niet ;) )
3 vragen over school. Je mag alles zeggen wat je wilt!
Slide 5 - Slide
Kun je me iets vertellen over de beste leraar die jij ooit gehad hebt op de middelbare school? Wat maakte deze docent zo goed? (Denk aan gedrag, uitleg stof, relatie met leerling, orde houden)
Slide 6 - Open question
Kun je me iets vertellen over de slechtsteleraar die jij ooit gehad hebt op de middelbare school? Wat maakte deze docent zo goed? (Denk aan gedrag, uitleg stof, relatie met leerling, orde houden)
Slide 7 - Open question
Sommigen mensen denken dat je als docent heel streng moet zijn en de school strenge regels moet hebben. Vinden jullie het JdW/docenten op JdW streng? Voor welke leerlingen werkt dit goed en voor welke leerlingen werkt dit niet goed?
Slide 8 - Open question
Leerdoelen 3.3
R = Je kent het verschil tussen urbanisatiegraad en urbanisatietempo.
T1 = Je kan de relatie tussen het economische ontwikkelingspeil en de verstedelijkingsgraad en het verstedelijkingstempo in de drie voorbeeldlanden beschrijven.
T2 = Je kan uitleggen of de kloof tussen centrum en periferie in de voorbeeldlanden kleiner is geworden, groter is geworden of gelijk is gebleven.
I = Je kunt uitleggen hoe demografische kenmerken en verstedelijking samenhangen met het ontwikkelingspeil van een land.
Ook een doel van vandaag is opfrissen van 3.1 en 3.2
Slide 9 - Slide
Terugblik3.1 Welvaart en Werk
We onderzoeken de betekenis van globalisering voor: - Duitsland (Kernland)
- Tsjechië (Transitieland, semi-perifeer land)
- Egypte (perifeer land)
Slide 10 - Slide
Terugblik 3.1 Welvaart en Werk
Om de economische ontwikkeling van regio's te vergelijken:
Wat maakt het nu uit in welke sector iemand werkt? Je kan de welvaart binnen een land meten door te kijken in welke sectoren mensen werken. Leg dit uit...
Slide 13 - Open question
Terugblik3.1 Welvaart en Werk
Egypte en globalisering
Landbouw arbeidsintensief en niet productief: platteland laag inkomen.
Groeiende diensentsector (Toerisme)
SEZ: economische groei door buitenlandse investeringen.
Slide 14 - Slide
Terugblik3.1 Welvaart en Werk
Tsjechië en globalisering
Sterke industrie en exportpositie (centrale ligging)
na socialisme nu privatisering (veel buitenlandse investeringen)
centrum - periferie in Tsjechië: veel aandacht voor hoofdstad, weinig voor de rest. (regionale ongelijkhheid)
Slide 15 - Slide
Terugblik3.1 Welvaart en Werk
Duitsland en globalisering
Sterke positie in wereldhandel, veel secundarie sector.
Regionale ongelijkheid: verschuiving binnen in het land
Ruhrgebied blijft achter: vertrekoverschot en backwasheffecten.
Slide 16 - Slide
Wat is het verschil tussen backwasheffecten en spreadeffecten?
Slide 17 - Open question
Terugblik 3.2 Welvaart en Demografie
Hoe rijker een land wordt, hoe hoger de fase is waar ze in zullen zitten.
Demografisch transitiemodel
Slide 18 - Slide
Wat is het verschil tussen een geboorteoverschot en een sterfteoverschot?
Slide 19 - Open question
Hoe zit het in Duitsland, Tsjechië en Egypte?
Noteer:
een overeenkomst tussen de landen op het gebied van bevolkingsspreiding, vruchtbaarheid en binnenlandse migratie.
een aspect waarin de landen verschillen op het gebied van stedelijke spreiding en vergrijzing en vruchtbaarheid
WHITEBOARD
Slide 20 - Slide
5 minuten pauze
Na pauze door met 3.3
Slide 21 - Slide
De hoofdsteden van Duitsland, Tjechië en Egypte zijn...
Slide 22 - Mind map
We gaan op reis! Welke bezienswaardigheid zou jij willen zien in Praag?
Slide 23 - Open question
We gaan op reis! Welke bezienswaardigheid zou jij willen zien in Cairo?
Slide 24 - Open question
We gaan op reis! Welke bezienswaardigheid zou jij willen zien in Berlijn?
Slide 25 - Open question
Leerdoelen 3.3
R = Je kent het verschil tussen urbanisatiegraad en urbanisatietempo.
T1 = Je kan de relatie tussen het economische ontwikkelingspeil en de verstedelijkingsgraad en het verstedelijkingstempo in de drie voorbeeldlanden beschrijven.
T2 = Je kan uitleggen of de kloof tussen centrum en periferie in de voorbeeldlanden kleiner is geworden, groter is geworden of gelijk is gebleven.
I = Je kunt uitleggen hoe demografische kenmerken en verstedelijking samenhangen met het ontwikkelingspeil van een land.
Ook een doel van vandaag is opfrissen van 3.1 en 3.2
Slide 26 - Slide
Wat is het verschil tussen urbanisatiegraad en urbanisatietempo? Doe eens een gok!