H3 Globalisering: inzoomen op Duitsland, Tsjechië en Egypte

H3 Globalisering: inzoomen op Duitsland, Tsjechië en Egypte
In dit hoofdstuk staan 3 landen centraal: 1 uit het centrum (Duitsland), 1 transitieland (Tsjechië) en 1 uit de periferie (Egypte).

In 3.1 worden de landen vergeleken op de relatie welvaart en werk
In 3.2 worden de landen vergeleken op de relatie welvaart en demografie
In 3.3 worden de landen vergeleken op de relatie welvaart en stedelijke ontwikkeling. 

Dit hoofdstuk bevat geen nieuwe begrippen. Bestudeer de tekst uit het boek en maak de vragen als oefening.   
1 / 34
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

H3 Globalisering: inzoomen op Duitsland, Tsjechië en Egypte
In dit hoofdstuk staan 3 landen centraal: 1 uit het centrum (Duitsland), 1 transitieland (Tsjechië) en 1 uit de periferie (Egypte).

In 3.1 worden de landen vergeleken op de relatie welvaart en werk
In 3.2 worden de landen vergeleken op de relatie welvaart en demografie
In 3.3 worden de landen vergeleken op de relatie welvaart en stedelijke ontwikkeling. 

Dit hoofdstuk bevat geen nieuwe begrippen. Bestudeer de tekst uit het boek en maak de vragen als oefening.   

Slide 1 - Slide

3.1 Welvaart en werk
In deze paragraaf leer je: 

Slide 2 - Slide

Lees 3.1. In de auto-industrie maken robots volledig geautomatiseerde productielijnen mogelijk. Waarom hebben autofabrikanten in Tsjechië dit nog niet volledig doorgevoerd?
A
Er zijn genoeg hooggeschoolde arbeiders
B
Het loonkostenniveau is betrekkelijk laag
C
De kwaliteit van door robots gemaakte auto's is nog te laag
D
De overheid wil zo veel mogelijk Tsjechen aan een baan helpen.

Slide 3 - Quiz

1

Slide 4 - Video

01:56
Geef een reden waarom Skoda zich
in 1991 liet overnemen door Volkswagen

Slide 5 - Open question

Toon met twee economische argumenten aan dat de auto-industrie de economie van Tsjechië ook kwetsbaar maakt

Slide 6 - Open question

Hoe armer een land, hoe groter de inkomensongelijkheid. Ben je het eens met deze stelling als je kijkt naar figuur 3.1 in het boek? Leg uit!

Slide 7 - Open question

Geef een reden vanuit de politiek-historische dimensie die de kleinere inkomensongelijkheid in Tsjechië verklaart

Slide 8 - Open question

De economische situatie in de Tsjechische regio noordwesten is de afgelopen decennia sterk veranderd. Leg dit uit met behulp van de tekst en figuur 3.8 in het boek.

Slide 9 - Open question

Welke regio in Duitsland maakte een soortgelijke ontwikkeling mee als de regio noordwesten in Tsjechië?

Slide 10 - Open question

Gebruik kaartblad 100 in de (digitale) atlas. Noteer 3 atlaskaarten waarmee de regionale problematiek in Duitsland duidelijk naar voren komt. Noteer de titels van de kaarten en licht toe.

Slide 11 - Open question

Bekijk 3.10. Welke spreadeffect verwacht de Tsjechische regering van de stimuleringsmaatregelen in de probleemgebieden?

Slide 12 - Open question

Gebruik 3.12 en 3.13 uit het studieboek. Kies drie deelstaten uit die volgens jou in aanmerking komen voor extra regionale hulp. Licht je keuze toe!

Slide 13 - Open question

3.2 Welvaart en demografie
In deze paragraaf staan de volgende deelvragen centraal:
  • Hoe ontwikkelde de natuurlijke bevolkingsgroei zich in Egypte, Tsjechië en Duitsland? 

  • Wat is de relatie tussen het sociaaleconomische ontwikkelingspeil en de bevolkingsgroei in de drie voorbeeldlanden?

  • Welke regionale overeenkomsten en verschillen zijn er op demografisch gebied in de drie landen?

Slide 14 - Slide

Gebruik figuur 3.16 en 3.19.

Geef een demografische reden voor het hoge geboortecijfer in de sloppenwijken in Cairo.

Slide 15 - Open question

Noteer een economische reden voor de hoge demografische vruchtbaarheid op het Egyptische platteland.


Slide 16 - Open question

Bekijk het filmpje op de volgende dia. Een hoge demografische druk moet worden opgevangen door demografische investeringen.
Geef twee voorbeelden van sectoren waarin Egypte demografische investeringen zou moeten doen en leg uit waarom daarin.

Slide 17 - Open question

Slide 18 - Video

Gebruik figuur 3.18, 3.21 en 3.22.

Beschrijf en verklaar de verwachte ontwikkeling in de vorm van de leeftijdsdiagrammen van alle drie de voorbeeldlanden tussen 2015 en 2050.

Slide 19 - Open question

Welk verschil in vorm tussen 2015 en 2050 zullen de absolute leeftijdsdiagrammen weergeven tussen enerzijds Egypte en anderzijds Duitsland en Tsjechië?

Slide 20 - Open question

In welke fase van het demografische overgangsmodel passen het tegenwoordige Duitsland en Tsjechië? Beargumenteer je antwoord aan de hand van de kenmerken van die fase.

Slide 21 - Open question

Geef vanuit de historische dimensie een verklaring voor de insnoering in de leeftijdsgroep tussen de 65 en 70 jaar in de Duitse leeftijdsgrafiek van 2015.


Slide 22 - Open question

De grote Duitse stedelijke centra zoals Hamburg, Berlijn en München maken een kleine babyboom door. Het geboortecijfer ligt er al een aantal jaren behoorlijk boven het Duitse gemiddelde.
Verklaar het hoge geboortecijfer in de Duitse (en veel andere westerse) grote steden met twee argumenten.

Slide 23 - Open question

3.3 Welvaart en wonen in de stad
In deze paragraaf staan de volgende deelvragen centraal: 
  • Wat is de relatie tussen het economische ontwikkelingspeil en de verstedelijkingsgraad en het verstedelijkingstempo in de drie voorbeeldlanden?

  • Is de kloof tussen centrum en periferie in de voorbeeldlanden kleiner geworden, groter geworden of gelijk gebleven?

Slide 24 - Slide

Gebruik de atlas. Bereken ruwweg het aandeel van de bevolking in de agglomeraties Cairo, Berlijn en Praag in de totale bevolking in het land.


Slide 25 - Open question

Bekijk figuur 3.29.

Verklaar de positie van Praag als primate city in Tsjechië vanuit de geschiedenis.

Slide 26 - Open question

Bekijk de atlaskaart Europa - Staatkundig, Europa in 1877.
Duitsland was van 1870 tot 1945 een centralistisch geregeerde eenheidsstaat.

Verklaar hoe Berlijn na de Duitse eenwording in 1870 de grootste stad van het land kon worden.

Slide 27 - Open question

Cairo is duidelijk de primate city in Egypte.

Geef twee argumenten waarom je niet hetzelfde kunt zeggen van Berlijn in Duitsland.

Slide 28 - Open question

Gebruik figuur 3.32 en de atlaskaart Europa - Staatkundig, Europa in 1989 en het kaartblad Europa - Europese Unie.

De term Banaan wordt gebruikt om de geografische vorm van twee economische kerngebieden aan te duiden. De toevoeging Blauw slaat op de wateren die verbonden worden door het ene kerngebied.

Welke wateren zijn dit en op welke atlaskaart kun je dit kerngebied het beste herkennen?


Slide 29 - Open question

Geef twee politieke omstandigheden die de uitstraling vanuit de Blauwe Banaan naar de oostelijke periferie mogelijk maakten.


Slide 30 - Open question

De grote en middelgrote steden in Duitsland verliezen steeds meer inwoners door suburbanisatie
A
Juist
B
Onjuist

Slide 31 - Quiz

De suburbanisatie in Egypte groeit nog sneller dan het inkomen per hoofd
A
Juist
B
Onjuist

Slide 32 - Quiz

Alle drie de landen hebben te maken met een afnemend bevolkingsaantal in de periferie.

A
Juist
B
Onjuist

Slide 33 - Quiz

Duitsland heeft als rijk land een vestigingsoverschot; Egypte heeft juist een vertrekoverschot.

A
Juist
B
Onjuist

Slide 34 - Quiz