1.2 Onvrede in de Nederlanden

Onvrede in de Nederlanden

paragraaf 1.2
1 / 26
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Onvrede in de Nederlanden

paragraaf 1.2

Slide 1 - Slide

Verplaats je in Karel V. Stel dat hij tijdens zijn leven dit schilderij had kunnen zien. Wat zou hij daarvan hebben gevonden? Leg je antwoord uit.

Slide 2 - Open question

Noem minimaal 2 verschillen tussen katholieken en protestanten

Slide 3 - Open question

Het bestuur van de Nederlanden
Nederland was in de Middeleeuwen niets meer
dan wat losse hertogdommen en graafschappen:
gewesten.
Deze gewesten bestuurden zichzelf en hadden
eigen wetten en regels via de Staten.
Karel V kreeg in 1515 de macht over de gewesten
en werd hierdoor koning van de Nederlanden.

Slide 4 - Slide

Het bestuur van de Nederlanden
Karel vond het maar niets dat die gewesten zichzelf bestuurden en wilde de Nederlanden centraliseren: het streven naar gebied die zo veel mogelijk vanuit een centraal punt of persoon bestuurd wordt.

Dit deed hij door:
  1. Meer belastingen
  2. Centrale wetten die overal golden
  3. Vervolgen van protestanten

Slide 5 - Slide

Filips II
Filips II was de zoon van Karel V.
Hij wilde verder centraliseren door het aanstellen van een:
  1. landvoogd: iemand die in de plaats van
    Filips de Nederlanden bestuurde
  2. stadhouder: een hoge edelman in elk gewest
    die Filips hielp

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Karel V wilde:
A
Overal dezelfde wetten en regels in zijn rijk .
B
De baas worden in Engeland
C
Meer edelen die gaan besturen
D
Méér verschillende gewesten in de Nederlanden

Slide 8 - Quiz

Voordelen van een centraal bestuur voor Filips II
Ambtenaren waren niet meer nodig. 
De adel in de Nederlanden zou meer macht krijgen. 
Filips II zou beter met de adel moeten samenwerken.
Filips II zou beter met de adel kunnen samenwerken.
Filips II zou meer macht krijgen. 
Overal zouden dezelfde regels gelden.

Slide 9 - Drag question

Margaretha van Parma was landvoogdes van Nederland.
Wat is een landvoogd?
A
Iemand die uit naam van Willem van Oranje de Nederlanden bestuurd.
B
Iemand die uit naam van de Spaanse koning de Nederlanden bestuurd.
C
Iemand die ketters veroordeeld.
D
Iemand die bijbels vertaald in het Duits

Slide 10 - Quiz

Onvrede in de Nederlanden

paragraaf 1.2

Slide 11 - Slide

Wat betekent centralisatie?

Slide 12 - Open question

Welke gebieden waren allemaal van Karel V?

Slide 13 - Open question

Is Filips II voor of tegen centralisatie?
A
Voor
B
Tegen

Slide 14 - Quiz

Filips II was...
A
Katholiek maar vond de protestante prima
B
Protestant maar vond de katholieke prima
C
Katholiek en moest niks hebben van de protestante
D
Protestant en moest niks hebben van de katholieke

Slide 15 - Quiz

Filips II wilde ketters vervolgen.

Wanneer was je een ketter volgens Filips II?
A
Als je katholiek was
B
Als je protestants was
C
Als je van adel was
D
Als je tegen Filips II was

Slide 16 - Quiz

Verzet tegen Filips II
Er was veel ontevredenheid in de Nederlanden over de Spaanse koning.
Redenen: 
  1. Veel edelen wilden helemaal geen centralisatie
  2. Nederlanders waren tegen de vaste belastingen die Filips had ingesteld
  3. De strenge vervolging van protestanten


Slide 17 - Slide

Verzet vanaf 1566
  • Nederlandse edelen besloten het smeekschrift in te dienen bij   Margaretha van Parma. 
  • Ze vroegen hierin om de afschaffing van de inquisitie.
  • Margaretha ging akkoord, waardoor de protestanten hagenpreken gingen houden: kerkdiensten in de open lucht
  • Sommige protestanten gingen zelfs zo ver dat ze katholieke kerken gingen vernielen: de Beeldenstorm

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Gevolgen Beeldenstorm
Filips II was woedend op de daders van de Beeldenstorm en nam direct maatregelen.
  • Landvoogdes Margaretha van Parma werd
    vervangen door de hertog van Alva
  • De hertog van Alva stelde een rechtbank in, waarbij
    iedereen veroordeeld werd die niet in het belang van
    Filips II handelde: de Raad van Beroerten
             "Eenieder moet voortdurend in doodsangsten
               verkeren! 

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

Historische vaardigheden
  • Directe oorzaak: leidt meteen tot een gebeurtenis.
  • Indirecte oorzaak: Leidt met een tussenstap tot een gebeurtenis.
  • Directe gebeurtenis: volgt meteen voort uit de oorzaak:
  • Indirecte gebeurtenis: komt voort uit een ander gevolg van de oorzaak

Slide 22 - Slide

Historische vaardigheden 
  • Politiek:  alles wat te maken heeft met de verdeling van macht, de organisatie van het bestuur, het denken over het bestuur en het maken van wetten en regels.

  • Economisch: alles wat te maken heeft met de manier waarop mensen in hun onderhoud voorzien en de manier waarop de opbrengst van het werk onderling wordt verdeeld. 

  • Cultureel: alles wat te maken heeft met de ideeën van mensen en de manier waarop ze zich uiten, bijvoorbeeld in hun gewoontes en regels, of kunst en wetenschap. 

Slide 23 - Slide

Cultureel
Economisch
Politiek
De Nederlanders edelen wilden geen centraal bestuur. Zij wilden niet gehoorzamen aan Spaanse ambtenaren. 

In de Nederlanden waren de meeste mensen calvinist. Zij waren tegen de vrede vervolging van de protestanten
Nederlanders waren tegen vaste belastingen, zij zouden daardoor een deel van hun macht verliezen. 

Slide 24 - Drag question

Wie speelden de hoofdrollen in de Nederlanden rond 1560?
De koning
De landvoogd(es)
De stadhouder
Margaretha van Parma
Willem van Oranje
Filips II
Karel V

Slide 25 - Drag question

Tijdlijn 16e eeuw
______________________________________________________
1500
1600
1566:
Beeldenstorm
1517:
95 stellingen, Maarten Luther
Begin van protestantisme
1560:
Onvrede in de Nederlanden
1568:
De opstandelingen Spaanse troepen aan
1572:
Opstandelingen veroverden Den Briel.

Slide 26 - Slide