Uitgebreidere vraagzinnen
1. ¿
Cuántos dolares
tiene el chico?
vraagwoord + onderwerp
Hoeveel dollar heeft de jongen? + werkwoord
2. ¿Va Pedro al mercado? werkwoord +
Gaat Pedro naar de markt? onderwerp + ander zinsdeel
RESPUESTA:
JA: Sí, Pedro va al mercado. Ja, Pedro gaat naar de markt.
NEE: No, Pedro no va al mercado. Nee, Pedro gaat niet naar de markt.