KNRM EHBO PLUS TRIAGE

KNRM EHBO PLUS TRIAGE
De grote (kleine) LPLH-KNRM quiz
1 / 28
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingBeroepsopleiding

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

KNRM EHBO PLUS TRIAGE
De grote (kleine) LPLH-KNRM quiz

Slide 1 - Slide

Handleiding
Deze les is geopend in de webbrowser. Voor deelname is het noodzakelijk dat jullie (bij voorkeur allemaal) via een telefoon inloggen op de site lessonup.app met de code die op de volgende dia staat. Vol de instructies op de dia's. Met de pijltjes ga je verder of terug. Klik eerst op de gele knoppen als die in de dia staan. Heeft bij een vraag iedereen zijn antwoord ingegeven op z'n telefoon? Ga dan handmatig weer verder. (geel of pijltje)

Slide 2 - Slide

Waarvoor staan de letters LPLH in LPLH-KNRM? (typen via je telefoon)

Slide 3 - Open question

Het antwoord zie je hiernaast:

Slide 4 - Slide

Wat betekent het LPLH écht voor jou?
Wat doe je ermee?

Slide 5 - Mind map

Wat betekent het LPLH écht voor jou?

bespreek de resultaten tijdens de afsluiting van deze avond;

Is het een boekje wat je vaag wel kent?
Duik je er regelmatig in? 
Weet je er voldoende van?
Kun je er goed mee werken?

Slide 6 - Slide

Wist je dat...

Dit het "ingangsprotocol" is?

Oftewel het protocol waar je standaard vanuit werkt. De slacht-offerbenadering staat hierin en vanuit dit protocol wordt je naar de juiste vervolg-protocollen verwezen. 

Slide 7 - Slide

Maar....
Deze is niet minder belangrijk. 
Daarom staat deze ook bovenaan in het ingangsprotocol. 

(Samen met 3.2 hygiene en 3.3 Triage grootschalig incident)

Deze doorloop je voordat je de hulpverlening echt aanvangt. 

Slide 8 - Slide

Pre-arrival preparation
Voorgaande protocollen vallen onder de zgn 
"pre-arrival-preparation" (PAP). 

Oftewel: deze protocollen moet je al voor aanvang van je hulpverlening bestudeerd hebben!
Onder "PAP" valt ook het maken van afspraken, taakverdeling etc. (een belangrijke taak, en niet alleen voor een schipper!)

Slide 9 - Slide

Betekenis kleuren en vormen;

Bespreek met elkaar wat de kleuren (en bijbehorende vormen) in het protocol aanduiden (even los van de inhoud van dit protocol). 
Wat staat er altijd in een oranje vakje, en wat in de andere kleuren?

Slide 10 - Slide

Wist je dat protocol 2.4 eigenlijk een handleiding is?

Hier staan de antwoorden op voorgaande vraag. 

Nb: Een blauwe pijl onderaan geeft aan naar welk protocol je weer terug kunt gaan...

Slide 11 - Slide

Wat is Triage? (typen via je telefoon)

Slide 12 - Open question

Triage
Triage betekent letterlijk: sortering, selectie en rangschikking

Bij triage ga jij als hulpverlener geen behandelingen opstarten maar ga je slachtoffers sorteren op prioriteit.

Gebruik hierbij het principe "treat first what kills first", maar ook: "Do the most for de most"

Slide 13 - Slide

Triage
"Treat first what kills first" is eigenlijk het volgen van de ABCDE. 
Maar bij triëren doe je dit kort (in zo'n 30 seconden p.p.!!!) 
en zonder behandeling op te starten, want eenmaal daarmee bezig kun jij niet meer verder met triëren...

Bij triëren kijken we dan ook alléén naar:
Loopvermogen, ademweg, Ademfrequentie, Hartfrequentie

Slide 14 - Slide

Triage
Het kán voorkomen dat je vaststelt dat er geen ademhaling is... Iemand komt te overlijden als jij niets doet!!!
Maar... Ga jij die persoon redden dan kan dat betekenen dat er meerdere anderen overlijden die er minder ernstig aan toe waren omdat je die niet op tijd helpt....
Dat is het principe "do the most for the most".
Doe datgeen waarmee je de meeste personen redt. 

Slide 15 - Slide

Triage
ok, ok.... misschien is het niet zo ernstig als dat het lijkt, want...

Je bent met meerderen!

Laat één of twee opstappers triëren en laat dan de volgende opstappers (of omstanders!) de eerste levensreddende handelingen uitvoeren die het meeste effect gaan hebben. 

Slide 16 - Slide

Ok. Dan even de basis van triëren:
wat is een normale ademfrequentie?
(aantikken op je telefoon)
A
8-12 per minuut
B
20-30 per minuut
C
40-60 per minuut
D
12-16 per minuut

Slide 17 - Quiz

Ademhaling per minuut
Een normale ademhaling is 12-16 per minuut
->afhankelijk van de omstandigheden!

Daarom vinden we bij triëren 10-29 per minuut wel ok!
(dat is dus 2 á 3 tot 7 á 8 per 15 seconden)

Stress kan de ademhaling flink versnellen.

Slide 18 - Slide

Wat is een normale polsfrequentie? (aantikken op je telefoon)
A
10-29 per minuut
B
60-80 per minuut
C
30-60 per minuut
D
80-120 per minuut

Slide 19 - Quiz

hartslag per minuut
Een normale hartslag is 60-80 per minuut
->afhankelijk van de omstandigheden!

Daarom vinden we bij triëren minder dan 120 per minuut wel ok!
(dat is dus maximaal 30 per 15 seconden)
Mits: de ademhaling 10-29 was!
Stress kan ook de polsslag flink versnellen.

Slide 20 - Slide

Hoezo dan "mits de ademhaling 10-29 per minuut was"?


Probeer met z'n allen het antwoord te vinden op deze vraag als je kijkt naar het protocol op de volgende pagina...

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Als je goed het protocol bekijkt...
Dan zie je dat je al een keuze maakt voor een triagecode op het moment dat iets afwijkend is. Een ademhaling van buiten de 10-29 per minuut leidt automatisch tot een triagecode T1.

Je hoeft dan dus niet eens meer aan de pols te voelen!
Kijk nogmaals naar het protocol, bestudeer dit goed en neem vragen mee naar de afsluiting!

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Een kleine oefening

Als je nog tijd hebt kun je de volgende oefening doen;
Je ziet kaartjes liggen met daarop slachtoffergegevens. Sorteer de kaartjes onder de post-its met de juiste triagecode. Het antwoord vind je hierna. 
(Geen tijd? Bekijk wel even de laatste dia!)
Klik nog wel (voordat je begint) door naar de volgende dia met een paar tips!


Slide 25 - Slide

TIP:
Heb je twee slachtoffers met dezelfde code (bv T1) dan gaat diegene met bv een B-probleem vóór die met een C-probleem. (Treat first what kills first)


(Let op bij een grote bloeding, deze valt bij de ABCDE benadering n.l. onder de A!)

Slide 26 - Slide

De juiste oplossing:
Slachtoffer 1: T1 met een B-probleem
Slachtoffer 2: T2
Slachtoffer 3: T1 met een C-probleem
Slachtoffer 4: T3 met een B-probleem (kan later T1 worden!)
Slachtoffer 5: Overl. (alleen CPR indien genoeg hulpverleners)
Slachtoffer 6: T1 met een A-probleem
(dus bij de T1 slachtoffers: 6 gaat vóór 1 en 1 gaat vóór 3)

Slide 27 - Slide

Tot slot:

Triëren doe je op dát moment, dus wat je op dát moment ziet of meet bepaald je triagecode.

Daarom is slachtoffer 4 een T3, ook al weet je dat die later in de problemen komt en dus een T1 kan worden. Slachtoffers met code T2 en T3 moet je dus ook goed in de gaten houden, en re-checken zodra daar tijd voor is. Stel z.n. de code bij!

Slide 28 - Slide