Taalles - Een samengestelde zin

• Taal
• Basisschool
• Groep 7

• De Samengestelde Zin

Wat gaan we doen? 

• Uitleg over samengestelde zinnen
• Quiz

Aan het eind van de les kun/weet je:

• Wat een samengestelde zin is.
• Een samengestelde zin, hoofdzin en bijzin herkennen. 
• Een samengestelde zin maken. 
• Wat een voegwoord is

1 of 2 persoonsvormen?

Persoonsvorm --> Enkelvoudige zin

Onderwerpen en persoonsvormen --> Samengestelde zin

Ik vind Jan heel leuk.

1. Enkelvoudige zin
2. Samengestelde zin

Ik vind Jan heel leuk terwijl ik hem nog niet zo lang ken.

1. Enkelvoudige zin
2. Samengestelde zin

Twee Hoofdzinnen

Hoofdzin

Voegwoord

Hoofdzin

Twee Hoofdzinnen

De persoonsvorm staat in een hoofdzin altijd op de eerste of tweede plaats.

• De kat van de buurman   loopt  op het hek.'

Twee Hoofdzinnen

In een hoofdzin staan de persoonsvorm en het onderwerp altijd naast elkaar. 

• 'De kat van de buurman |  loopt  | op het hek.'

Twee Hoofdzinnen

Andere voorbeelden:

• Die slang daar | eet | twee muizen | per week.
   

• Noor |  ging  | naar de dierentuin.

Twee Hoofdzinnen

• De gorilla | at | een banaan | en | de zebra | lag | in de zon.

De voegwoorden tussen twee hoofdzinnen zijn: en, maar, of en want

In een hoofdzin staan het onderwerp en de persoonsvorm altijd naast elkaar. 

1. Dat is waar!
2. Dat is onwaar!

In een samengestelde zin is er sprake van:

- één onderwerp

- twee persoonsvormen

1. Waar
2. Onwaar

De voegwoorden van twee hoofdzinnen zijn:

En, maar, of, en dus

1. Waar
2. Onwaar

3.7 na sommige werkwoorden kun je een tweede werkwoord gebruiken

blijven, gaan, horen, komen, laten, leren, voelen, zien

Het tweede werkwoord staat aan het einde van de zin

Je gebruikt het hele werkwoord

De buurman komt koffie drinken

Zelfstandig werken

4.3