Lees de stelling: iedereen moet minstens één keer per jaar op vakantie kunnen gaan.
Ben jij het eens of oneens? Bedenk 1 argument om je mening te onderbouwen.
Eens of oneens?
Slide 21 - Slide
Mondelinge oefening. De studenten lezen de stelling en bepalen of ze het ermee eens of oneens zijn. Ze bedenken 1 argument om hun mening te onderbouwen.
Lees de stelling: sociale media zorgen voor meer stress dan plezier.
Ben jij het eens of oneens? Bedenk 1 argument om je mening te onderbouwen.
Eens of oneens?
Slide 22 - Slide
Mondelinge oefening. De studenten lezen de stelling en bepalen of ze het ermee eens of oneens zijn. Ze bedenken 1 argument om hun mening te onderbouwen.
Lees de stelling: iedereen zou elke dag minstens één uur moeten sporten.
Ben jij het eens of oneens? Bedenk 1 argument om je mening te onderbouwen.
Eens of oneens?
Slide 23 - Slide
Mondelinge oefening. De studenten lezen de stelling en bepalen of ze het ermee eens of oneens zijn. Ze bedenken 1 argument om hun mening te onderbouwen.
Lees de stelling: studeren is belangrijker dan werken op jonge leeftijd.
Ben jij het eens of oneens? Bedenk 1 argument om je mening te onderbouwen.
Eens of oneens?
Slide 24 - Slide
Mondelinge oefening. De studenten lezen de stelling en bepalen of ze het ermee eens of oneens zijn. Ze bedenken 1 argument om hun mening te onderbouwen.
over 5 minuten vertel je aan wat je hebt gelezen / gehoord
sprongtoets 1 - begrijpend lezen 2JV
Hoe heb je de sprongtoets gemaakt?
Kreeg je veel oefeningen?
Hoe heb je de sprongtoets voor de tweede keer gemaakt?
Slide 25 - Slide
Bespreek de resultaten van de eerste sprongtoets die ze hebben gemaakt (Begrijpend lezen 2JV). Zie je dat iemand de sprongtoets 2x heeft geprobeerd en niet heeft gehaald, dan kan je hem/ haar het scherm laten delen en met zijn allen de sprongtoets maken. Wis dan wel eerst de oefeningen die voor deze cursist klaarstaan (in NUMO 'wis POP'. Je herhaalt dan bij elke vraag de theorie of laat de cursisten uitleggen wat ze denken dat het goede antwoord is en waarom.