4. Onweer en wolken

• Natuurkunde
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

4. Onweer en wolken

Ga rustig zitten op je plek

Je jas en telefoon zijn aan de kapstok en in de kluis

Pak je boek en pen op tafel

Ga op de iPad in LessonUp

Waarom gebeurt dit?

Waarom maakt dit ding je haar droog?

Warme lucht kan meer waterdamp (gasvormig) vasthouden dan koude lucht.

In koudere lucht wordt waterdamp sneller vloeibaar (het condenseert).

In warme lucht kan water overgaan naar waterdamp (het verdampt).

Dit gaan we leren:

Je kan uitleggen hoe wolken ontstaan.

Je kan uitleggen wat het dauwpunt is.

Je kan uitleggen in wat voor soort wolken onweer ontstaat.

Temperatuur bepaalt hoeveel waterdamp in 1 vierkante meter lucht kan zitten.

Als lucht zo koud wordt dat waterdamp gaan condenseren, is het dauwpunt bereikt.

Gebruik de grafiek om het juiste antwoord af te lezen.

Midden op de dag bevat de lucht 7 g waterdamp per m3 bij een temperatuur van 23 °C.

Hoe laag moet de temperatuur ’s nachts worden voordat het begint te dauwen?

Als warme, stijgende lucht hoger in de dampkring afkoelt, bereikt het ook een dauwpunt.

De waterdamp gaat condenseren; dan ontstaan er (stapel)wolken.

Als lucht snel stijgt en er heel hoge wolken ontstaan, krijg je ijskristallen en waterdruppels die langs elkaar bewegen.

Die wrijving maakt dat deeltjes elektrisch geladen worden.

Lees en geef antwoord op de vraag: Onder welke omstandigheden is de kans op onweersbuien erg groot?

Dit hebben we geleerd:

...wat het dauwpunt is.

...wat het dauwpunt te maken heeft met het ontstaan van wolken.

...wanneer onweer ontstaat.

Aan de slag!

Maandag afwezig? Maak eerst paragraaf 2.3, opdracht 1 t/m 8.

Maak: paragraaf 2.4, opdracht 1 t/m 6, 8.

Gebruik de theorie bij de opdrachten.

Met wie: je mag rustig overleggen met je buur.

Hoe lang: tot 10 minuten voor einde, dan werkblad bespreken.

Klaar? Maak de oefenopgaven op het werkblad.