1T MAANDAG 18 NOV. 2024

1T VRIJDAG 15 NOVEMBER


ALLEEN POTLOOD + MOBIEL OP TAFEL!

NABESPREKEN TOETS = HERKANSBAAR!
HUISWERK AFGELOPEN VRIJDAG:
m. opdr 7 + 8 (Lezen 2.3)

timer
10:00
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

1T VRIJDAG 15 NOVEMBER


ALLEEN POTLOOD + MOBIEL OP TAFEL!

NABESPREKEN TOETS = HERKANSBAAR!
HUISWERK AFGELOPEN VRIJDAG:
m. opdr 7 + 8 (Lezen 2.3)

timer
10:00

Slide 1 - Slide

WAT HEB JE TOT NU TOE GELEERD BIJ 'LEZEN'?
In paragraaf 1.3 van Lezen leerde je:
  • de leesstrategieën verkennend en nauwkeurig lezen toepassen;
  • titel en tussenkopjes herkennen;
  • onderwerp en deelonderwerp benoemen;
  • alinea’s herkennen.

In paragraaf 2.3 van Lezen leerde je:
  • wat feiten en meningen zijn;
  • feiten en meningen herkennen;
  • de moeilijkewoordenwijzer toepassen;
  • het opsommend tekstverband herkennen.


Slide 2 - Slide

Bij nauwkeurig lezen...
A
wil je alleen antwoorden op vragen hebben.
B
lees je de tekst omdat je die moet kennen voor de toets.
C
wil je de tekst begrijpen en weet je precies wat er staat.
D
zoek je de moeilijke woorden op.

Slide 3 - Quiz

Als een feit onjuist is, is het nog wel een feit.
A
juist
B
onjuist

Slide 4 - Quiz

Een opsomming is een verband, wat is een synoniem van opsomming?
A
Lijst met dingen die gezegd worden
B
Achter elkaar opgezegde sommen

Slide 5 - Quiz

Wat zijn tussenkopjes?
A
de titel van een tekst
B
geeft aan waar de tekst over gaat
C
geeft aan waar één alinea over gaat
D
geeft aan waar één of een groepje alinea's over gaat

Slide 6 - Quiz

Tekstverband: OPSOMMING
Welk signaalwoord hoort hierbij?
A
tenzij
B
samenvattend
C
dat betekent
D
bovendien

Slide 7 - Quiz

Wat is een feit?
A
iets wat waar is
B
iets wat je vindt
C
iets wat je kunt controleren
D
iets wat niet waar is

Slide 8 - Quiz


Bij verkennend lezen...
A
...probeer je de tekst te begrijpen en wil je precies weten wat erin staat.
B
...probeer je een eerste indruk van de tekst te krijgen.
C
...probeer je de tekst uit je hoofd te leren.
D
...probeer je in de tekst te vinden wat je zoekt.

Slide 9 - Quiz

Wat is een mening?
A
Echt gebeurd of echt waar (controle)
B
Wat iemand vindt of denkt

Slide 10 - Quiz

Wat weet je (vaak) door de tekst oriënterend te lezen?
A
onderwerp
B
onderwerp + tekstdoel
C
tekstdoel

Slide 11 - Quiz

laatste vraag:
tekstverband: opsomming
Welk signaalwoord hoort hierbij?
A
ook
B
kortom
C
echter
D
zoals

Slide 12 - Quiz

huiswerk volgende les






KLAAR MET HUISWERK? dan mag je alvast beginnen aan de Test Jezelf van Lezen 2.3!
DINSDAG 19 NOV.:
DINSDAG 19 NOV.:
m. opdr. 9 t/m 14 (Lezen 2.3) + TEST JEZELF 1.3!

Slide 13 - Slide