What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
§ 5.5 Grammaire II: imparfait.
Imparfait
J'allais à l'école.
Onvoltooid Verleden Tijd (ovt)
Ik ging naar school.
p.74 (5.5)
1 / 28
next
Slide 1:
Slide
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
This lesson contains
28 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Imparfait
J'allais à l'école.
Onvoltooid Verleden Tijd (ovt)
Ik ging naar school.
p.74 (5.5)
Slide 1 - Slide
Doel:
Aan het einde van de les kunnen we de imparfait herkennen
Aan het einde van de les kunnen we werkwoorden in de imparfait zetten
Slide 2 - Slide
L'imparfait
Wanneer gebruik je de imparfait ?
Je gebruikt de imparfait om te vertellen hoe iets was of om te vertellen over gewoontes uit het verleden.
Voorbeelden
:
C'
était
un beau film = Het was een mooie film
Elle
avait
déjà des fans = Zij had al fans
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Comment formes-tu l' imparfait?
Als startpunt neem je de
nous vorm
van de Présent. Daar haal je '
ons'
vanaf en zet je de juiste uitgangen achter
Voorbeeld van een regelmatig werkwoord op -er
Je parl - ais
Tu parl - ais
Il / Elle / On parl - ait
Nous parl - ions
Vous parl - iez
Ils / Elles parl - aient
Slide 6 - Slide
Enkele onregelmatige werkwoorden in de imparfait
Slide 7 - Slide
Wat is de nous vorm van avoir?
Slide 8 - Open question
Slide 9 - Slide
Wat is de nous vorm van faire?
nous _________
Slide 10 - Open question
Slide 11 - Slide
Wat is de nous vorm van aller?
Nous
Slide 12 - Open question
Slide 13 - Slide
Wat is de nous vorm van prendre?
Nous ________
Slide 14 - Open question
Slide 15 - Slide
Wat is de nous vorm van vouloir?
Nous _______
Slide 16 - Open question
Slide 17 - Slide
Wat is de nous vorm van pouvoir?
Nous __________
Slide 18 - Open question
Slide 19 - Slide
Wat is de nous vorm van être?
Nous ________
Slide 20 - Open question
Slide 21 - Slide
Hoe zet ik een werkwoord in de imparfait ?
Slide 22 - Open question
Wat is de juiste vorm ?
Il (aimer) ..... le chat
A
aimais
B
aimait
C
aimaient
D
aime
Slide 23 - Quiz
Wat is de juiste vorm ?
Nous (être) ... heureux
A
étions
B
étiez
C
étaient
D
étais
Slide 24 - Quiz
Wat is de juiste vorm ?
Je (regarder) ... un beau film
A
regarde
B
regardais
C
regardait
D
regardions
Slide 25 - Quiz
Wat is de juiste vorm ?
Vous (avoir) ... un chien
A
avait
B
avions
C
aviez
D
avaient
Slide 26 - Quiz
Wat is de juiste vorm ?
Tu (faire) ... tes devoirs
A
faisait
B
faisiez
C
faisions
D
faisais
Slide 27 - Quiz
Bedankt
en zijn er vragen?
Slide 28 - Slide
More lessons like this
Imparfait (receptief)
April 2020
- Lesson with
27 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Imparfait (receptief)
March 2020
- Lesson with
20 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Imparfait (receptief)
April 2020
- Lesson with
32 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Imparfait (receptief)
November 2018
- Lesson with
21 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Imparfait
September 2021
- Lesson with
42 slides
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
GL ED5 4H CH2 gram C - imparfait en passé composé
7 days ago
- Lesson with
16 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4
3H GL Chapitre 5 l'imparfait
May 2021
- Lesson with
18 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
chapitre 5 bron b/d
December 2021
- Lesson with
23 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3