3.4 Macht op de markt?

H3 Ben jij ondernemend?






§ 3.4 Macht op de markt?  

1 / 20
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 4

This lesson contains 20 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

H3 Ben jij ondernemend?






§ 3.4 Macht op de markt?  

Slide 1 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
  • Bespreken opdracht: 3 (blz. 83) + 5 (blz. 84)
  • Uitleg 3.4 Macht op de markt? 
  • Opdrachten maken
  • Opdrachten nakijken 

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Opgave 5 (blz. 84)
a   
    
     
 
                            




 
 


Slide 4 - Slide

Opgave 5 (blz. 84)
a   
    
     
 
                            




 
 


b Nieuwe evenwichtsprijs is € 1.500
   Nieuwe evenwichtshoeveelheid is 
   35.000

Slide 5 - Slide

Opgave 5 (blz. 84)
c   
    
     
 
                            




 
 


Slide 6 - Slide

Opgave 5 (blz. 84)
c   
    
     
 
                            




 
 


d Nieuwe evenwichtsprijs is € 2.000
   Nieuwe evenwichtshoeveelheid is 
   30.000

Slide 7 - Slide

3.4 Macht op de markt?
In deze les leer je:
  • hoe producenten hun marktaandeel proberen te vergroten
  • wat een monopolie is
  • wat de verschillen zijn tussen volkomen concurrentie en monopolistische concurrentie
  • wat een oligopolie is
  • wat een kartel is

Slide 8 - Slide

Marktaandeel
    = de omzet of afzet van een bedrijf 
       uitgedrukt in procenten van de 
       totale omzet of afzet van de     
       productgroep.

    Om het marktaandeel te vergroten, 
    vindt er soms een fusie of  
    overname plaats




Slide 9 - Slide

Marktaandeel
    = de omzet of afzet van een bedrijf 
       uitgedrukt in procenten van de 
       totale omzet of afzet van de     
       productgroep.

    Om het marktaandeel te vergroten, 
    vindt er soms een fusie of  
    overname plaats




                eigen afzet / omzet
  --------------------------------------------- x 100%
   afzet / omzet van de totale markt

Slide 10 - Slide

Marktvorm
= het geheel van omstandigheden waaronder ondernemingen 
   met elkaar concurreren (of niet).

We kijken dan naar:
- het aantal aanbieders (één, weinig of veel)
- de aard van het product (homogene of heterogene producten)

Slide 11 - Slide

Homogene producten
Consumenten zien de producten van de verschillende aanbieders als hetzelfde, bijv. graan of olie.

Slide 12 - Slide

Heterogene producten
De consument vindt dat er verschil is tussen de producten van de verschillende aanbieders, 
bijv. spijkerbroeken, telefoons.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Slide 15 - Video

We onderscheiden 4 marktvormen:
1   Monopolie
2  Oligopolie
3  Volkomen concurrentie
4  Monopolistische concurrentie

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide





Nadelig voor de consument, dus: VERBODEN!

Reden
onderlinge concurrentie beperken
ACM
Autoriteit Consument & Markt kan boetes opleggen
!
Bij vooral ...
oligopolie
!
Kartel
verboden afspraken over bijv. 
de prijs of aangeboden hoeveelheid.

Slide 19 - Slide

Aan het werk
Maken: § 3.4
opg. 1 t/m 12 (blz. 86 t/m 89)
Zelf nakijken via It's Learning

Slide 20 - Slide