What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
kgt 1 - chapitre 2 - uitleg bron H + de getallen t/m 69
BIENVENUE
PROGRAMMA
- overhoring vocabulaire B
- herhalen werkwoorden op -er
- overhoring getallen t/m 69
- herhalen ontkenningen
1 / 48
next
Slide 1:
Slide
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
This lesson contains
48 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
BIENVENUE
PROGRAMMA
- overhoring vocabulaire B
- herhalen werkwoorden op -er
- overhoring getallen t/m 69
- herhalen ontkenningen
Slide 1 - Slide
Bonjour! Comment ça va?
Slide 2 - Open question
VOCABULAIRE E + F
Overhoring
Slide 3 - Slide
Wat betekent:
important
A
het kind
B
de afspraak
C
belangrijk
D
helpen
Slide 4 - Quiz
Wat betekent:
le rendez-vous
A
het kind
B
morgen
C
hoeveel
D
de afspraak
Slide 5 - Quiz
Wat betekent:
demain
A
het kind
B
morgen
C
belangrijk
D
helpen
Slide 6 - Quiz
Wat betekent:
l'enfant
A
het kind
B
morgen
C
de docent
D
de oom
Slide 7 - Quiz
Wat betekent:
Je voudrais une baguette.
A
Ik neem een stokbrood.
B
Ik koop een stokbrood.
C
Ik wil graag een stokbrood.
D
Ik ben dol op stokbrood.
Slide 8 - Quiz
Hoe zeg je:
Bedankt, tot ziens!
Slide 9 - Open question
Wat betekent:
l'argent
A
het geld
B
de croissant
C
de winkel
D
het kledingstuk
Slide 10 - Quiz
Wat betekent:
le vêtement
A
het geld
B
de croissant
C
de winkel
D
het kledingstuk
Slide 11 - Quiz
Hoe zeg je:
blijven
A
marcher
B
rester
C
demander
D
chercher
Slide 12 - Quiz
Hoe zeg je:
praten
Slide 13 - Open question
Hoe zeg je:
de bakkerij
Slide 14 - Open question
Hoe zeg je:
Ik heb honger.
A
Je prends un coca.
B
J'aime des frites.
C
J'ai faim.
D
Je voudrais une baguette.
Slide 15 - Quiz
Werkwoorden op -er
Overhoring
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
werkwoorden op -er
Wat weten jullie nog?
Slide 18 - Mind map
Vertaal:
(chercher) Wij zoeken
A
Nous cherchons
B
Il cherche
C
Vous cherchez
D
Elles cherchent
Slide 19 - Quiz
Vertaal: (parler) Jij praat
A
Elle parle
B
Elles parlent
C
Nous parlons
D
Tu parles
Slide 20 - Quiz
Zet in de goede vorm:
je (regarder) ____________
A
regarde
B
regardes
C
regardons
D
regardent
Slide 21 - Quiz
Zet in de goede vorm:
vous (arriver) ____________
A
arrive
B
arrives
C
arrivons
D
arrivez
Slide 22 - Quiz
Zet in de goede vorm:
ils (gagner) ____________
A
gagnes
B
gagnons
C
gagnent
D
gagnez
Slide 23 - Quiz
Zet in de goede vorm:
nous (trouver) ____________
A
trouvez
B
trouvons
C
trouves
D
trouvent
Slide 24 - Quiz
elle .... (parler)
A
parles
B
parle
C
parlent
Slide 25 - Quiz
De getallen t/m 69
Herhaling
Slide 26 - Slide
DE TIENTALLEN
Sleep blauw naar rood.
timer
1:00
10
20
30
40
50
60
Cinquante
soixante
dix
vingt
trente
quarante
Slide 27 - Drag question
64
A
soixante-quatre
B
soixante-trois
C
cinquante-huit
D
cinquante-deux
Slide 28 - Quiz
56
A
cinquante-six
B
soixante-six
C
quarante-sept
D
cinquante-sept
Slide 29 - Quiz
21
A
vingt-un
B
vingt-deux
C
trente-neuf
D
vingt-et-un
Slide 30 - Quiz
38
A
quarante-huit
B
trente-sept
C
trente-huit
D
quarante-neuf
Slide 31 - Quiz
42
A
quarante-et-un
B
quarante-et-deux
C
quarante-deux
D
quarante-trois
Slide 32 - Quiz
cinquante-et-un
Slide 33 - Open question
soixante-trois
Slide 34 - Open question
vingt-cinq
Slide 35 - Open question
quarante-neuf
Slide 36 - Open question
trente-trois
Slide 37 - Open question
De ontkenningen
Uitleg + oefenen
Slide 38 - Slide
NIET/GEEN = NE .... PAS
Bijvoorbeeld:
je
ne
parle
pas
français
= ik spreek geen Frans.
'
ne
' komt
vòòr
het werkwoord.
'
pas
' komt
achter
het werkwoord.
Je
cherche
mes parents.
Je
ne
cherche
pas
mes parents.
Slide 39 - Slide
DE ONTKENNINGEN
niet
vertaal je naar het Frans met:
ne .... pas
Op de puntjes komt het werkwoord te staan.
Als het werkwoord begint met een klinker, schrijf je n'.
Bijvoorbeeld:
je
ne
parle
pas
français
= ik spreek geen Frans.
Slide 40 - Slide
Wat is het werkwoord in deze zin?
Tu parles espagnol.
A
Tu
B
parles
C
espagnol
Slide 41 - Quiz
Maak de zin ontkennend:
Tu parles espagnol.
A
Ne tu pas parles espagnol.
B
Tu ne parles pas espagnol
C
Tu parles n'espagnol pas.
Slide 42 - Quiz
Wat is het werkwoord in deze zin?
Je cherche mon sac.
A
Je
B
mon sac
C
cherche
Slide 43 - Quiz
Maak de zin ontkennend:
Je cherche mon sac.
met: ne ..... pas
Slide 44 - Open question
Maak de zin ontkennend:
Je parle français.
met: ne ..... pas
Slide 45 - Open question
Wat is het werkwoord in deze zin?
Elle mange de la viande.
A
Elle
B
mange
C
de la viande
Slide 46 - Quiz
Maak de zin ontkennend:
Elle mange de la viande.
met: ne ..... pas
Slide 47 - Open question
Slide 48 - Slide
More lessons like this
kgt 1 - chapitre 1 - oefenen en herhalen vocabulaire + grammaire PTO 2
February 2024
- Lesson with
32 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
kgt 1 - chapitre 2- voca E en ontkenningen
June 2024
- Lesson with
50 slides
Frans
Middelbare school
vmbo k, t, mavo
Leerjaar 1
1 vwo - chapitre 2 - voca A+B, bron I, uitleg ontkenningen
June 2024
- Lesson with
30 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
kgt 1 - chapitre 2- voca F + getallen + herh. ontkenningen
February 2024
- Lesson with
40 slides
Frans
Middelbare school
vmbo k, t, mavo
Leerjaar 1
1 vwo - chapitre 2 - herhalingsles
January 2021
- Lesson with
28 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
ch2 H ne..pas en 0-69 herhalen MAVOHAVO1 2324
November 2023
- Lesson with
19 slides
Frans
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
1 vwo - chapitre 2 - herhaling: kloktijden + uitleg ontkenningen
December 2020
- Lesson with
43 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
1MH grammatica H2
16 days ago
- Lesson with
47 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1